Het nieuwe kijken #41
Werkelijkheid haalt fictie in
Op de dag dat president Trump geïnaugureerd werd, stuurde Netflix via Twitter een kort filmpje de wereld in. Eerst zie je alleen de broad
stripes van de Star Spangled Banner wuiven in de wind, terwijl de camera langzaam uitzoomt. Je hoort een groep kinderen de Pledge of Allegiance opzeggen. ‘One nation under God, indivisible…’ Dan komen de bright stars tevoorschijn, in de linkerbenedenhoek. De Amerikaanse vlag wappert ondersteboven aan de mast, onder een duistere hemel, met op de achtergrond het Capitool in Washington DC. De omkering maakt van een symbool van nationale eenheid een symbool van ontregeling, zoals een omgekeerd kruis het teken is van de antichrist.
Het effect is uiterst grimmig. We kennen de omgekeerde vlag al een paar jaar als een subtiel beeldmerk in de intro van de Netflix-serie House of Cards. Maar op 9 januari 2017 liet Netflix met het twitteren van deze teaser voor het vijfde seizoen alle subtiliteit varen. Het kan niet anders of ze voelen dat het hoogtepunt van de populariteit van House of Cards voorbij is. Om een simpele reden: de werkelijkheid van het Amerikaanse presidentschap is op dit moment verontrustender dan fictie. En — hoe akelig ook — misschien wel meer entertaining. Er circuleren online al lijstjes met redenen waarom Frank Underwood, de amorele president uit House of Cards, beter zou zijn voor Amerika dan Donald Trump.
Ooit was House of Cards een verademing na de brave serie West Wing, waarin de president van Amerika first and foremost de kracht van het goede belichaamde. Ik vond het heerlijk om me in de jaren dat Obama de onkreukbare aan de macht was te laven aan de duistere machinaties van Underwood. En met mij een groeiend leger Netflix-abonnees, dat mede dankzij deze serie verslingerd raakte aan de videodienst. In House of Cards wordt het vuile spel behind the scenes getoond. Nu Trump het presidentschap veroverd heeft, is het vuile spel center stage. Waarom zouden we het vijfde seizoen van House of Cards nog gaan kijken? Wat mij betreft hooguit uit verlangen naar een ouderwetse koel berekende beroepspoliticus in het Witte Huis.
Ebele Wybenga