Het nieuwe kijken #24
Pluk
Het stalletje van de stoelverhuur is gebouwd uit gebroken strandstoelen, ze zijn bijna uitverkocht. Verkocht is eigenlijk niet het goede woord, je krijgt een stoel mee voor een donatie. Minimaal drie euro en je geeft meteen driedubbelzoveel vanwege dat leuke meisje met het te wijde vrijwilligers-T-shirt. De lucht boven het Noordzeekanaal kleurt rood. Er zijn ook dekens te huur maar je hebt ze nog niet nodig. De bewoners van de geconverteerde pakhuizen aan de Silodam doen hun lampen aan. Vedett staat er op de strandstoelen die eruit zien alsof ze al dertig jaar hebben staan bleken in de zon en wapperen in de wind. Goeie branding denk je terwijl je een eerste slokje Vedett Extra White neemt. Je kijkt omhoog naar de zes zeecontainers waarop het filmdoek gespannen is, in zo’n aluminium frame dat je altijd tegenkomt aan het plafond van theaters. Wat als het opeens gaat waaien? Windkracht 12? Zal ik dan verpletterd worden? De laatste stoelen worden naast je uitgeklapt door een paar rozige Spaanse toeristen van tegen de dertig. Ze roken. Ja, je kan hier roken, wachtend op de openingstitels. Je beenruimte heb je zelfgekozen, eindeloos kun je je benen strekken ondanks het veld van stoelen. In de buurt van de bar is een vuur aangestoken. Gaat het regenen? Het gaat niet regenen. Gelukkig niet. Maar als het echt zou gaan hozen, ergens halverwege de film, zou het mooi zijn. Toekijken hoe het publiek uiteenstuift op zoek naar een afdakje of fiets in een chaos van klapstoelen. Terwijl de personages in de vage, trage, grimmige Chileense thriller onverstoorbaar onverstaanbaar doorpraten en de druppels je te dunne zomerjas doordrenken blijf je geduldig kijken. Daar kies je voor als je buiten leeft. Al is het maar voor héél even, in die gekke openluchtbioscoop, die ook maar die paar avonden in augustus bestaat. Die je ziet liggen als je per ongeluk de verkeerde pont hebt gepakt vanaf het NDSM-terrein en je dan op het idee brengt: dit gaat een van mijn avonden zijn. Dat plastic bekertje tot de rand vol met rode wijn. En koffie, koffie uit een grote ketel voor als het koud wordt.
Dank je wel Pluk de Nacht.
Ebele Wybenga