Freeze Frame #41

Vluchtig succes van een non-acteur

Fietsendieven. Illustratie: Rolf Hermsen

Regisseur Shady El-Hamus (De libi, Forever Rich, Crypto Boy) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: de ongeëvenaarde tragedie van Fietsendieven.

Antonio’s schaamte hangt als een klamme deken om hem heen. Terwijl hij z’n blik afwendt en de tranen probeert binnen te houden, loopt hij naar huis. Het liefst zou hij verdwijnen, hij is een gebroken man – ten aanzien van zijn stad, zijn wereld, zijn mensen, maar vooral ten aanzien van zijn zoon Bruno, die naast hem loopt, zijn hand pakt en naar hem opkijkt. Dat is het moment, bij het zien van die betraande kinderogen, dat Antonio breekt.

Fietsendieven, van regisseur Vittorio de Sica, is onder meer door deze eindscène een ongeëvenaarde tragedie. De film speelt in het Rome van vlak na de Tweede Wereldoorlog, een tijd van armoede, werkloosheid en een dictatoriaal regime. Maar Antonio Ricci zit het opeens even mee als hij in aanmerking komt voor een baan als posterplakker in de stad. Het enige probleem is dat hij een fiets nodig heeft.

Antonio en zijn vrouw Maria besluiten hun lakens te verkopen, want slapen kunnen ze ook zonder. Vol hoop rijden ze die middag op de nieuwe fiets naar huis. Het leven zal nu beter worden, geloven ze, alles zal beter worden. Maar als Antonio de volgende ochtend aan het werk is en een moment niet goed oplet, wordt de fiets gestolen. Het is een eerste dominosteentje dat valt, waarmee de val van een hele rits steentjes in gang wordt gezet.

In het Italië van de late jaren veertig probeert iedereen te overleven en blijken onschuldige mensen in extreme situaties in staat extreme dingen te doen. Zo ook Antonio, want hoewel hij na het voorval de dief achtervolgt en er de hele film lang alles aan doet om zijn fiets terug te krijgen, zal het hem niet lukken.

Antonio voelt dat zijn toekomst hem ontnomen is, dat hem onrecht is aangedaan, en dat hij onmogelijk zonder fiets thuis kan komen. Als hij tegen het einde van de film opeens zelf een onbewaakte fiets tegen een muur ziet staan, twijfelt hij geen moment. Hij grist het ding mee, fietst zo hard als hij kan weg, maar wordt door omstanders ingehaald en belaagd. Antonio wordt uiteindelijk niet overgedragen aan de politie, maar moet naar huis lopen, en vindt zijn straf in de blik van zijn zoon Bruno, die het allemaal heeft zien gebeuren.

Lamberto Maggiorani is de naam van de man die Antonio speelt, en Fietsendieven (Ladri di biciclette, 1948) veranderde zijn leven. Lamberto was geen acteur maar werd door De Sica, geheel in de neorealistische traditie, van straat geplukt. Fabrieksarbeider was hij, een man wiens leven veel overeenkomsten had met dat van Antonio. Met het geld dat hij verdiende aan de film nam Lamberto zijn gezin voor het eerst mee op vakantie – een langgekoesterde droom – maar bij thuiskomt hoorde hij tot zijn schrik dat zijn werkgever hem moest laten gaan. Het zou hem niet zo hard raken, was de gedachte, hij was ten slotte een filmster nu, maar Lamberto had alles uitgegeven en moest dus snel een nieuwe baan vinden in een tijd waarin dat bijna onmogelijk was.

Zie daar zijn tragiek: in zijn arbeiderskringen werd hij gezien als acteur, maar door de filmwereld werd hij genegeerd – hij was een non-professional die toevallig een mooie rol had neergezet, niet meer en niet minder. Lamberto’s rol in Fietsendieven bleek een eerste dominosteentje dat de val van een hele rits steentjes in gang zette. Lamberto, de eendagsvlieg, die er nooit om had gevraagd, maar zich er een leven lang toe moest verhouden.

Het is de schaduwzijde van werken met ‘non-acteurs’ en het laat zien dat de filmmakers die een deur naar zo’n samenwerking openen, een enorme verantwoordelijkheid hebben naar diegenen in wiens leven ze zich mengen. Dat Lamberto’s leven in werkelijkheid een variatie werd op dat van het personage dat hij speelde, is natuurlijk ironisch en doet me afvragen hoe zijn kinderen naar hem gekeken zullen hebben – naar zijn kortstondige succes, zijn hoop op een betere toekomst, maar vooral ook naar het uiteindelijke uitblijven ervan.

Geschreven door Shady El-Hamus