Dansplaining #36
Fascinerend fascisme
Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen naar verborgen betekenissen en geheime kamers van de filmgeschiedenis.
Vijf jaar geleden schreef ik een artikel voor The Washington Post waarin ik uitlegde hoe de geliefde Disney-klassieker The Lion King een fascistisch wereldbeeld uitdraagt. Aanleiding hiervoor was de afgrijselijke remake die dat jaar de kassa’s opnieuw flink deed rinkelen – maar eigenlijk was het stuk vooral ingegeven door de opkomst van neofascistische bewegingen. Met de verkiezing van extreemrechtse leiders als Trump, Orbán en Bolsonaro begonnen velen zich opnieuw af te vragen: wat is eigenlijk de aantrekkingskracht van fascistische denkbeelden?
Met de onthutsende zege van Geert Wilders in de Nederlandse verkiezingen van afgelopen maand gaat er nu opnieuw een schokgolf door Europa. In de jaren dertig was er voor het laatst zoveel electorale steun voor extreemrechtse partijen. Maar terwijl de politieke duiders weinig meer doen dan de verkiezingscampagnes analyseren, moeten we misschien ook eens nadenken over de manieren waarop Hollywood ons al jaren het fascistische gedachtegoed in hapklare brokken serveert.
The Lion King is een schoolvoorbeeld van de aantrekkingskracht van het fascisme: een fabel die een samenleving schetst waarin biologisch superieure leiders (leeuwen) met geweld over het aanbiddende volk regeren, terwijl een “onnatuurlijke” groep indringers (hyena’s) de natuurlijke balans verstoort. Voor Hitler waren de Joden de hyena’s, voor Trump waren het Mexicanen en moslims, voor Wilders zijn het Marokkanen en vluchtelingen – fascisten hebben altijd een groep nodig die hun denkbeeldige circle of life bezoedelt.
Dat binaire onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’ zien we natuurlijk niet alleen in Disney-films. De Amerikaanse filmindustrie produceert al ruim honderd jaar verhalen waarin goed en slecht lijnrecht tegenover elkaar staan. Dit onderscheid leert ons al op jonge leeftijd om groepen te dehumaniseren. Zo waren de Amerikaanse Indianen in traditionele westerns primitieve wilden die afgemaakt mochten worden.
Deze fascistische lading zit niet alleen in de inhoud van de Hollywood-film, maar ook in de vorm. Zoals Susan Sontag in haar beroemde essay Fascinating Fascism al opmerkte, is de blockbuster erop gericht om het publiek te overweldigen met audiovisueel spektakel. Hierin staan doorgaans geweld, heldenverering en grote mensenmassa’s centraal.
Als je bedenkt dat Hollywood nu al jaren weinig anders produceert dan superheldenfilms en ander mega-spektakel waarin steeds weer een ander soort Übermensch centraal staat, snappen we misschien ook beter waarom de simplistische denkbeelden van neofascisten zo tot de verbeelding blijven spreken. Want zolang de vorm en inhoud van blockbusters op onze collectieve onderbuik blijft inspelen, moeten we niet vreemd opkijken als die fascinatie zich ook naar de stembus blijkt te vertalen.