Dansplaining #18
Knippen en plakken
Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen naar de verborgen betekenissen en geheime kamers van de cinema.
Het hoofd van Willem Dafoe is op een glanzend harnas van slechterik The Green Goblin geplakt. Maar je ziet meteen dat er iets niet klopt: onnatuurlijke verhoudingen, onmogelijk perspectief, rare overbelichting… Toen dit screenshot uit de recente megahit Spider-Man: No Way Home zijn weg naar het internet vond, waren de smalende reacties dan ook niet mals.
Het beeld kreeg ook bijval, van de ontelbare Marvel-fans die er hun missie van gemaakt hebben om hun favoriete merk tot de dood te verdedigen. ‘Zo kun je in elke film wel een shot vinden dat wat minder mooi is uitgevallen.’ Of: ‘Als Kubrick de film had geregisseerd, had niemand er iets van gezegd!’ En zelfs: ‘Het maakt toch niet uit hoe het eruit ziet, zolang het verhaal goed in elkaar zit?’
Hier zien we precies de nieuwe kloof tussen twee soorten filmliefhebbers: de oudgedienden die letten op cinematografie, en de jonge honden voor wie film simpelweg een content delivery device is voor hun geliefde franchises, van The Fast and the Furious tot Harry Potter en Star Wars.
Voor die eerste groep heeft zelfs de meest commerciële Hollywoodblockbuster ook de potentie om een kunstwerk te zijn: een audiovi – suele lekkernij waar ook een stukje poëzie in zit, gemaakt door een team toegewijde vakmensen en kunstenaars met visie. Zoals Guillermo del Toro het zo mooi heeft gezegd: geen eye candy maar eye proteine .
Maar een groeiende groep filmfans lijkt weinig te geven om visuele complexiteit of technisch meesterschap. Voor producenten van grote franchise-films zijn regisseurs mensen die de acteurs aansturen, en weinig meer dan dat. Hun productieproces is zo overweldigend complex dat steeds meer beslissingen gemaakt worden door management in voortdurend overleg met technici.
Voor Marvel is het bijvoorbeeld vooral belangrijk dat ze een scène die niet blijkt te werken volledig anders aan kunnen kleden. Vandaar ook dat de fysieke draaidagen zich bijna alleen nog maar afspelen in grote loodsen vol green-screens, zodat letterlijk alles later geknipt en geplakt kan worden.
Voorheen spraken filmmakers over het opbouwen van je film in de montagekamer: daar keek je naar het gefilmde materiaal en ging je te werk om er een mooi geheel van te maken. Maar tegenwoordig gaat dat dus een heel stuk verder. Acteurs krijgen een ander lichaam, een andere omgeving, een andere identiteit, worden dertig jaar jonger of juist ouder gemaakt, gereduceerd tot grondstof die de steeds verschuivende belangen van de allesoverheersende franchise moet dienen. Dat het resultaat er niet uitziet als film, maar als een overbelichte PlayStation-game, maakt de fans blijkbaar niet uit. Zolang de achtbaan maar doordendert.