Tijd doden tot het onvermijdelijke
Op dezelfde genadeloze manier waarop Michelangelo Antonioni zijn personages losrukt uit de ruimte, weekt hij ze los van de tijd. Veel van zijn shots en scènes gaan net wat langer door dan nodig lijkt, maar juist deze ‘verspilde tijd’ draagt bij aan het gevoel van wezenloosheid dat hij poogt te vangen.
Dat is bijvoorbeeld goed te zien in de beroemde scène uit L’avventura waarin de plot zich ontvouwt. Tijdens een vakantietripje verdwijnt plotseling een jonge vrouw op een vulkanisch eilandje, waarop haar vrienden een slaapwandelende zoektocht naar haar ondernemen. Waar de meeste regisseurs deze vruchteloze activiteit binnen enkele minuten zouden afhandelen, trekt Antonioni er eindeloos lang voor uit.
Met elke verstreken seconde wordt een slechte afloop onvermijdelijker, maar de personages moeten simpelweg nog even de schijn ophouden dat alles goed komt. Soms bevriest Antonioni de handeling in deze ’temps morts’, alsof hij vergeten is ‘cut’ te roepen. Alsof hij zijn acteurs alleen maar opdracht heeft gegeven tot dat en dat punt te lopen. En daar staan ze dan maar zo’n beetje, niet in en niet uit hun rol.
Wanneer de beste vriendin van de vermiste vrouw na overnachting op het eiland de luiken van een vissershutje opent, onthult ze daarmee een nieuwe dag, ogenschijnlijk gevuld met hoop op een goede afloop. Echter, doordat ze vervolgens het beeld uitloopt en de camera nog even blijft rusten op het uitzicht, is die hoop direct alweer vervlogen.
Een ander kenmerk van Antonioni’s films is daardoor dat ze niet in woorden, niet in plot en narratieve elementen, maar in (soms ogenschijnlijk willekeurige) beelden en stiltes verteld worden. Antonioni was er, net zoals bijvoorbeeld de absurdistische toneelschrijvers Eugène Ionesco en Samuel Beckett van overtuigd dat de taal na WOII failliet was en de menselijke communicatie had afgedaan.