Teledoc Campus 2022

Negen korte documentaires van nieuw talent

Rouw

Ook dit jaar biedt Teledoc Campus jonge filmmakers een platform om hun talent te ontplooien. De documentaires van een klein half uur zijn vanaf 27 september wekelijks te zien.

In lichting 2022 van Teledoc Campus veel portretten. Van een eeneiige tweeling; een skateboarder met Olympische ambities; een uit een jeugdzorginstelling ontsnapte tiener. En in een flink aantal van de negen documentaires staat de relatie tussen maker en subject op de voorgrond. Soms expliciet, soms subtiel.

Een documentaire die in geen van die straatjes past, is Stand van het gras, een speelse film van Rashel van der Schaaf over de Nederlandse obsessie met gras. Met gazonnetjes en speelvelden, met robotgrasmaaiers, verticuteren en sproeien. Van der Schaaf kiest daarbij een verrassende invalshoek door laag bij de grond te filmen, als vanuit het perspectief van de grassprieten en de dieren die daartussen leven. Een perspectief dat de bedrijvigheid van die reuzen die met hun serieuze toewijding staan te zaaien, of te bomen over de kapotte grasmaaier, iets prettig absurdistisch geeft.

Stand van het gras

Veel klassieker van opzet is Brandstof, over jongeren die een burn-out hebben gehad. Bo van der Meer en Roswitha de Boer-Zuiderveen laten de jongvolwassenen hun verhaal doen tegen een diepzwarte achtergrond, geïllustreerd met shots van een vrouw in een ruimte vol flikkerende lampjes die de veelheid aan prikkels verbeelden. Hun reflecties blijven helaas wat hangen in gemeenplaatsen over drukte in je hoofd en to-do-lijstjes die maar niet korter worden. Mooi is wel het moment dat die vorm openbreekt en we deze mensen zien in de omgeving die hen die spreekwoordelijke brandstof geeft. Op de markt, een skatebaan, aan het water. Alsof we met hen die nieuw hervonden ademruimte voelen.

Zoals gezegd: veel portretten in deze lichting. Zoals Alleen samen, over de symbiotische relatie tussen de eeneiige tweeling Lisa en Chrisje. Die samen wonen en samen feesten en elkaar (half) grappend toezingen: “jij bent een blok aan mijn been”. Die steeds tegelijk zinnen inzetten en dan ook nog vaak hetzelfde zeggen. Maar als een van de twee zussen een relatie krijgt en zwanger wordt, komt die twee-eenheid onder druk te staan en moeten ze een nieuwe vorm vinden voor hun onderlinge verhouding. Een vorm die minder geworteld is in wederzijdse afhankelijkheid. Kim Smeekes weet dat proces van loskomen van elkaar met een tragikomische inslag en een sterk gevoel voor shotcompositie te vangen.

De kunst van het spelen

In De kunst van het spelen volgt Sven Prince skateboarder Douwe Macaré, die een poging doet zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Tokyo. Het is een poging die tegelijk ook een experiment is. Want hoe laat het speelse en rebelse karakter van skateboarden zich voegen in de gedisciplineerde voorbereidingen die nodig zijn om het allerhoogste niveau te bereiken? De film combineert droogkomische momenten (zoals wanneer Macaré en bondscoach Sjoerd Vlemmings hun Team NL-poloshirt en broek krijgen aangemeten en steeds blijven vragen om een grotere maat), met de soms bijna filosofische bespiegelingen van skateboarder Nassim Guammaz over de essentie van skateboarden, dat draait om vrijheid en lak hebben aan conventies.

In Held op papier volgt Max Ploeg de 41-jarige Rutger, die al zesentwintig jaar als receptionist in een verzorgingstehuis werkt. Zesentwintig jaar waarin toekomstdromen langzaam zijn uitgedoofd. Maar, zoals zijn moeder typeert, Rutger is “overal laat mee”, en wanneer hij succes begint te krijgen als Lucky Luke-imitator, spoort dat hem aan om zijn ambities als striptekenaar nog eens na te jagen. De film zoekt soms iets te makkelijk het cringy ongemak op, zoals wanneer Rutger trots foto’s van zichzelf als Lucky Luke toont aan twee vrouwelijke collega’s, maar ontroert wel in het tonen hoe iemand tot bloei kan komen als hij eenmaal zijn bestemming vindt.

Luc

Nog een portret, maar eentje waarin de maker nadrukkelijk op de voorgrond treedt, is Luc, waarin filmmaker Tim Bary een nacht op straat doorbrengt met de vijftienjarige Lucas. Aan het begin van de film is de jongen net ontsnapt uit de gesloten jeugdzorginstelling waar hij zit. In plaats van te observeren, toont Bary zich actief begaan met de jongen. “Ik laat je niet buiten slapen”, benadrukt hij tot tweemaal toe. Zo is Luc, dat op het NFF kans maakt op het Gouden Kalf voor Beste Korte Documentaire, niet simpelweg een portret van een met zichzelf en de wereld worstelende tiener, maar ook een reflectie op de verantwoordelijkheid die je als filmmaker hebt in een situatie als deze.

Ook genomineerd voor een Kalf, en ook een portret met persoonlijke inslag, is Buurman Abdi. Abdiwahab Ali maakt wandmeubels in een werkplaats naast die van filmmaker Douwe Dijkstra. Die raakte geïnteresseerd in het verhaal van Abdi, die de oorlog in Somalië ontvluchtte en in Nederland een tijdje dwaalde op het criminele pad. Samen recreëren ze in hun werkplaats met behulp van een green screen Abdi’s herinneringen aan die periodes, een proces dat misschien wel juist door de houtje-touwtje aanpak waarop ze die scènes naspelen bij Abdi tot louterende reflecties leidt.

Ongepland

De meest expliciet persoonlijke film is Ongepland. Janetta Ubbels, die de film maakte met Robin Zwaan, kruipt richting de veertig en heeft een sterke kinderwens. Maar haar vriend is nog niet klaar voor kinderen. Dit blijkt uit telefoongesprekken die we horen tussen Ubbels en haar vader, waarin die adviseert om dan maar gewoon zwanger te worden en haar vriend er pas achteraf mee te confronteren dat hij vader wordt. Het wekt bij Ubbels nieuwsgierigheid naar hoe het voor een man is als dat je overkomt. Ze interviewt drie mannen die openhartig vertellen over de tegenstrijdige emoties die het plotselinge vaderschap bij hen losmaakte en die Ubbels dwingen het advies van haar vader en ook de parameters van haar eigen verlangen te heroverwegen.

De intrigerendste film is er één waarin de relatie tussen maker en onderwerp heel subtiel is. Rouw (eveneens genomineerd voor een Kalf) is een poëtische beeldenstroom die een reflectie biedt op hoe rouw je perceptie van de wereld verandert. De exacte context van die rouw blijft in nevelen gehuld, maar in alles voel je dat dit een zeer persoonlijke reflectie is van maker Marleen van der Werf. Prachtig gekadreerde shots tonen het Nederlandse kust- en duinlandschap, gehuld in een onheilspellende sluier van mist en stuifsneeuw. En dan breekt de lente aan, die vaak zo simplistisch als symbool van nieuw leven fungeert, maar hier ambivalenter is. Want niet alles dat afstierf in de winter veert terug. En rouw gaat niet zomaar over, maar neemt andere vormen aan.


De negen films van Teledoc Campus 2022 zijn te zien op het Nederlands Film Festival, worden van 27 september t/m 20 december iedere dinsdagavond om 23.15 uur uitgezonden op NPO 2 en zijn vervolgens terug te zien via NPO Start.