Teledoc Campus 2020

Negen keer Nederland in korte docu's

Voorbij de zee

Oefening baart kunst, is de gedachte achter Teledoc Campus. Het documentaire initiatief geeft jonge filmmakers de kans om een documentaire van 25 minuten te maken. De nieuwe lichting van negen films is vanaf 11 oktober wekelijks te zien. Een vooruitblik.

“Wat is de strategie en de structuur?”, zegt een vrouw kribbig tegen haar twee zussen als de drie samen het oude huis van hun overleden moeder leegruimen. Haar managementtaal is typerend voor de omgang met verdriet en rouw in Wat achterblijft. Als kijker voel je de emoties, maar ze worden weggeduwd achter kordaatheid (“Ik denk dat ik maar iets praktisch ga doen”). De zussen blikken nostalgisch terug op hun jeugd en verbazen zich over de verzamelwoede van hun moeder (“Hier komen we in de categorie zooi”), maar geven het rauwe verdriet geen kans. Wat achterblijft gaat over onderdrukte rouw, wat misschien symbool staat voor de Nederlandse omgang met rouw: geen emotionele explosies, maar verdriet dat wordt verborgen achter een façade van nuchterheid. Omdat we nooit de gezichten van de zussen te zien krijgen, lijkt het regisseur Loes Janssen inderdaad om meer dan een particulier verhaal te gaan.

Wat achterblijft

Wat achterblijft is één van de negen films van Teledoc Campus, het documentaire initiatief van het Filmfonds, NPO-Fonds en CoBo Fonds, dat zeven jaar geleden begon met als doel jonge regisseurs en producenten ‘meters’ te laten maken. Het idee is dat ze ervaring opdoen met een korte documentaire, waarna hopelijk de sprong naar een lange film volgt. De makers hoeven zich niet te schikken naar documentaire conventies, juist niet, want filmische en inhoudelijke creativiteit worden op prijs gesteld.

Wie op zoek gaat naar een rode draad tussen de films komt uit bij wat we misschien typisch Nederlands kunnen noemen. Veel films laten iets zien over het Nederland van nu. Dat Nederland soms oogt als één groot therapeutenland, is te zien in Honds. Regisseur Josefien van Kooten volgt wanhopige hondenbezitters op een achtweekse cursus waar ze leren om hun hond de baas te kunnen. Ze moeten hun dier niet langer als een maatje zien, maar als een roedeldier, dat een baas nodig heeft. Dat is lastig als je, zoals sommige cursisten, je hond behandelt als levenspartner. Duidelijk wordt dat niet de honden het probleem zijn maar hun bazen. Het tragikomische Honds doet denken aan het vroege werk van Michiel van Erp (Lang leve de vereniging, 1996; Pretpark Nederland, 2006), dat met scherpe ironie het gedrag van Nederlanders portretteerde.

Rauw therapeutisch gaat het toe in De Boontjes, dat een inkijkje geeft in de Rotterdamse koffiebar Heilige Boontjes, waar veroordeelde jongeren een tweede kans krijgen als barista’s. De leiding is in handen van een man die als criminele ervaringsdeskundige (“Ik was niet echt een vriendelijk ventje”) de jongeren recht voor zijn raap benadert. Daarbij heeft hij altijd wel een opbeurende oneliner paraat in de trant van: “Het gaat me er niet om hoe vaak je op je bek valt, maar hoe vaak je weer op staat.” De film van Anne van Helvoort richt de aandacht vooral op een jongen die verslavingsvrij probeert te blijven. Nieuwe inzichten levert De Boontjes, dat iets teveel als een promotiefilm voor Heilige Boontjes voelt, niet op, maar de film zit vaardig in elkaar. Hopelijk is het happy end niet van korte duur.

Dichterbij

Ook Dichterbij is typisch Nederlands, in de zin dat wij als keurige burgers graag exotische paradijsvogels zien als ze het maar wel gezellig houden. Zo iemand is de in Suriname geboren Hilmano van Velzen, die in Amsterdam als De Dakloze Dichter niet te klagen heeft over gebrek aan media-aandacht. Kranten schreven over hem, fotograaf Sabine van Wechem volgde hem vier jaar en tv-maker Tim den Besten kwam langs. Met Dichterbij is er nu ook een documentaire. De film portretteert de dichter als een man met humor (“Liever in Mokum zonder poen dan in Parijs met een miljoen”), maar ook als een chaotische verslaafde die een puinhoop van zijn leven maakt. Zijn poging om het contact met zijn vader te herstellen, is een nogal gezochte dramatische lijn.

Ook heel Nederlands is Centen van Knegsel, waarin op miniatuurschaal vragen worden gesteld bij de effectiviteit van ontwikkelingshulp. De opa en oma van regisseur Marieke Widlak hebben in hun katholieke gemeenschap veertig jaar geld ingezameld voor een priester in India, die het geld besteedt aan scholing van kinderen en medische zorg. Als haar hoogbejaarde grootouders ermee stoppen, vragen zij hun kleindochter om deze taak over te nemen. Maar zij twijfelt en vraagt zich af of zulke kleinschalige ontwikkelingssteun nog wel van deze tijd is. Door het interviewen van haar opa en oma (“Wat snappen zij dat ik niet snap?”) probeert ze helder te krijgen of ze het project wil overnemen. Haar harkerig-stijve voice over (“Ik stel ze vragen vanuit onderzoek, maar zij antwoorden op basis van ervaring en connectie, en ik kan ze niet altijd volgen”) doet de film geen goed.

Naya

Helemaal Nederlands is ook de commotie over de terugkeer van de wolf. Regisseur Sebastian Mulder volgt in Naya een met een GPS-tracker uitgeruste Duitse wolvin die in Vlaanderen opduikt. Inderdaad: Vlaanderen is Nederland niet, maar er speelt dezelfde wolvencommotie als in Nederland. “Het bos heeft duizend ogen. Er zijn altijd ogen die naar je staren”, staat te lezen in een tekstje in het begin van de film. Later wordt duidelijk dat die ogen slaan op de duizenden surveillance-camera’s die overal staan en die ook de wolvin signaleren. Onzichtbaar blijven is onmogelijk, ook in de natuur, is de strekking van Naya. De film, die volledig is opgebouwd uit surveillancebeelden en op GPS-signalen gebaseerde animaties, gaat over onze controlezucht, waaraan we ook de natuur onderwerpen.

Over een niet typisch Nederlands maar universeel migrantenprobleem gaat When You Hear the Divine Call. Regisseur Festus Toll volgt zijn oom, die in 1993 als 22-jarige naar Europa kwam maar nu terugkeert naar zijn geboorteland Kenia. De maker wil weten waarom hij teruggaat. Een duidelijk antwoord krijgt hij niet, want verder dan de opmerking “als je de heilige roep hoort, moet je volgen” komt zijn oom niet. Beelden uit familiefilmpjes van vroeger wisselen af met sfeerbeelden van Nairobi en het Keniase nachtleven. De kijker voelt de kloof tussen Europa en Kenia, die ook Toll voelt. En die ongetwijfeld ook de baby in de film – het zoontje van Toll? – zal gaan voelen. When You Hear the Divine Call gaat over verscheurdheid en ontheemding van migranten. “Je bent half-half”, merkt Tolls oom op. De film geeft geen nieuw inzicht, maar is opvallend flitsend gemonteerd door Emiel Nuninga.

Personae

De beste films van Teledoc Campus 2020 zijn Personae en Voorbij de zee. In het woordloze Personae observeert Maartje Bakers zes vrouwen, van verschillende afkomst en uit diverse milieus, vanaf het moment dat ze ’s ochtends wakker worden tot zij de buitenwereld in gaan. Deze vrouwen (misschien alle vrouwen?) gaan niet zomaar naar buiten, maar kleden zich eerst zorgvuldig aan, doen hun haar en maken zichzelf op. Pas als het beeld dat ze in de spiegel zien ermee door kan, gaan ze naar buiten. Personae is een interessante film over vrouwelijke identiteit. Waarom al die moeite ’s ochtends? Biologisch bepaald gedrag? Sociale en culturele druk? Je kunt de kwestie ook omdraaien: waarom interesseert het veel mannen niet hoe ze naar buiten gaan?

In Voorbij de zee onderzoekt de in Litouwen geboren Anastasija Pirozenko het gejubel over Emmen in het dagboek van een Russische schrijfster die Valentina B. wordt genoemd. Deze vrouw bezocht in 1973 de Drentse plaats om inspiratie op te doen voor een sciencefictionroman. Ze trof een ‘op socialistische waarden’ gebaseerde stad aan; een ‘open groene stad’ met een groot gemeenschapsgevoel en gelijkheid. Emmen breidde na de Tweede Wereldoorlog inderdaad uit met ruim opgezette wijken in het groen, waarin de voormalige veenarbeiders die er kwamen werken in de textielindustrie zich thuis konden voelen. Ook kwamen er gastarbeiders, waaronder veel vrouwen uit Servië. Het idealistische geloof in Emmen als een stad van de toekomst is nu totaal verdwenen. Symbolisch voor de teloorgang zijn de schuttingen die veel bewoners van huizen voor hun tuintjes op de ooit open woonerven hebben gezet. Voorbij de zee is een treurige terugblik op een tijd dat optimisme de wereld regeerde. Waar is het mis gegaan?


Teledoc Campus is van 11 oktober t/m 6 december elke zondagavond om 23.10 uur te zien op NPO 3.