Retrospectief David Lean
Tussen set en montagekamer

David Lean
Het Filmmuseum organiseert in de decembermaand een bescheiden David Lean-retrospectief met nieuwe kopieën. Omdat brief encounter de beste zwijmelfilm aller tijden is. Maar ook een kans om naar wat onbekendere kanten van Lean te kijken: Lean de feminist bijvoorbeeld.
I would rather start to think I am sort of an artist, or so
Toen David Lean (1908-1991) als twintigjarige in de Britse Gaumont Studio’s zijn eerste baantje als theejongen aannam, duurde het niet lang voordat hij ’s nachts in de montagekamer kroop. Alle destijds beschikbare filmtechnieken interesseerden hem, omdat ze een bevrijding betekenden uit het strenge Quaker-milieu waarin hij was opgegroeid. Tot zijn grote verdriet hadden zijn ouders hem als kind verboden af en toe naar de film te gaan. Zijn werk in de filmstudio’s, waar hij zich al snel van theejongen tot camera-assistent opwerkte, werd door hen oogluikend toegestaan, omdat hij zich er met technische zaken en apparaten bezighield en niet de indruk wekte de kant van de ‘verhalenvertellerij’ op te willen gaan.
Bij zijn mentor, regisseur Maurice Elvey, leidde dat tot enige hilariteit. Hij was degene die de jonge Lean stiekem toegang tot de montagekamer verschafte. Zo pendelde Lean in die eerste jaren, tussen 1928 en 1930 tussen de set en de montagekamer heen en weer. Daar leerde hij hoe precies het erop aan kwam in het werken met acteurs, licht en decoupage. En vooral dat het vertellen van een verhaal het allerbelangrijkste was, waarbij je geen steken mocht laten vallen en waarbij je het publiek tot in de laatste minuut aan z’n stoel gekluisterd moest houden. Na vier films als regieassistent ontdekte Lean dat de werkelijke habitat van de filmmaker de verdonkerde montagekamer was.
It is the editing-room where a film is getting alive
In zijn werk als editor bleek Lean bovendien een pionier. Aan de hand van zijn montagelogboeken, die tegenwoordig in het British Filminstitute in te zien zijn, is te reconstrueren hoe hij per dag het gedraaide materiaal chronologisch ordende aan de hand van het scenario. Tegenwoordig is dit de standaardpraktijk in de montagekamer, niet alleen om het gedraaide materiaal makkelijk terug te kunnen vinden, maar ook om sneller een eerste ruwe versie te kunnen maken van de spanningsboog in het verhaal.
Perfectionist Lean ging vervolgens nog een stapje verder door ook het geluidsmateriaal op een nieuwe manier, namelijk per acteur, de categoriseren. Niet alleen konden dialogen zo veel doelmatiger gesneden worden, ook was men in staat om verschillende opnames door elkaar te gebruiken, zonder dat er ‘geluidsgaten’ vielen. Uiteindelijk zou deze efficiënte manier van werken er ook toe leiden dat men veel snellere ‘schnitts’ kon maken en het tempo van een film dus opgevoerd kon worden.
In money for speed (Bernhard Vorhaus, 1933) bijvoorbeeld, zie je dat Lean de film veel sneller dan tot dan toe gebruikelijk gesneden heeft, en niet alleen om de inhoud van de film te onderstrepen. Grandioos heeft hij de studio-opnames van motorfietsen gecombineerd met materiaal van een echte motorrace, waarbij hij door zijn nieuwe werkwijze ook het buitengeluid voor de binnenopnames kon gebruiken.
In 1942 werkte Lean voor het eerst met (toneel)schrijver Noel Coward samen aan in which we serve. Door de jaren heen zou deze samenwerking zich tot een intense vriendschap ontwikkelen. Cowards invloed blijkt uit bijna al Leans films, zelfs hij niet op de aftiteling genoemd staat. Zijn dialogen en tekstregie passen naadloos in Leans verhalen, die steeds de eenzaamheid van egocentrische hoofdpersonen tot onderwerp hebben, zelfs als hun isolement het gevolg is van reeksen misverstanden.
a passage to india
Arts for arts sake — this should never happen
Voor de uit een kleinburgerlijk milieu afkomstige Lean konden de visioenen van zijn personages niet groot genoeg zijn. En daarbij draaide het echt niet alleen om de mannelijke hoofdpersonen uit films als the bridge on the river kwai (1957), lawrence of arabia (1962) en doctor zhivago (1965). Er is namelijk een minstens even lange lijst van films waarin het om het vrouwelijke perspectief op de gebeurtenissen draait. Lean ontpopt zich in deze films als een ruimhartige feminist, die zijn vrouwelijke hoofdpersonen dezelfde zucht naar vrijheid en de zoektocht naar zichzelf toestaat, als zijn veel bekendere mannelijke hoofdpersonen. Enkele titels: brief encounter (1945), the passionate friends (1949), madeleine (1950), hobson’s choice (1954), summer madness (1955), ryan’s daughter (1970) en tenslotte a passage to india (1984).
De landschappen die Lean fotografeert kunnen niet wijd genoeg zijn om de dromen en verlangens van zijn protagonisten recht te doen. En Lean sluit vrouwen van deze dromen niet uit, hij reduceert die dromen niet eens zoals gebruikelijk tot het huiselijke leven en familiale geluk, maar kent ze een verlangen naar een zelfstandig en vrije levenswijze toe. Maar Lean laat ook zien dat hij met lege handen staat tegenover zulke, vaak pijnlijke verlangens naar vrijheid. In sound barrier (1952) laat hij Ralph Richardson tegen zijn dochter zeggen: "Het is verschrikkelijk om een man aan alles te laten twijfelen, waarvoor hij tot nu toe geleefd heeft." Ook in ryan’s daughter thematiseert hij de hulpeloosheid die een man kan overvallen, als hij zich tegenover een vrouw voelt tekortschieten. Daarbij probeert Lean zoveel mogelijk te vermijden dat hij dit allemaal in platgetreden dialogen uit moet leggen ("Men herinnert zich veel minder van teksten dan van beelden", zei hij). In plaats daarvan vertelt hij zijn verhaal door middel van imposante wolkenluchten, stormen en de nietige aanwezigheid van de hoofdpersonen op een klif aan de zee.
Al in brief encounter heeft hij zijn archetypische shot gevonden als het erom gaat eenzaamheid te verbeelden, als hij in een ‘over shoulder’-shot de afstand tussen Laura en haar echtgenoot zichtbaar maakt. Enkel met behulp van de belichting zet hij Laura in de schaduw, om uitgebreid haar man te observeren, terwijl hij op de bank zit en een kruiswoordpuzzel oplost. Daarbij zorgt hij ervoor dat hij de vrouw (technisch en daardoor ook emotioneel) steeds onscherper laat worden, terwijl hij de man steeds feller uitlicht. Bijna totdat het contrast tussen zwart en wit vervaagd is. Daarmee vervaagt ook Laura’s eigen blik op haar echtgenoot en daarmee de vraag of ze hem haar liefdesaffaire moet opbiechten. Lean kleedt de eeuwige menselijke behoefte aan bekentenissen volkomen uit, en maakt duidelijk dat zelfs een bekentenis niets anders dan puur egoïsme zijn kan: een bot verlangen naar een oplossing die van buitenaf moet komen.
The director is the loneliest person in the world
Deze vervreemding van de mens van zijn omgeving loopt als een rode draad door Leans werk. Vervreemding betekent bij Lean vooral de verstoring van langdurig opgebouwde overtuigingen, die zich meestal niet eens zo dramatisch openbaart, als je zou verwachten. Lean richt zich vooral op het contrast tussen de afgesloten en beschutte wereld van de hoofdpersonen en de doorgaans bedreigende buitenwereld.
In lawrence of arabia bijvoorbeeld laat Lean de volwassen geworden Lawrence bij zijn vader in de auto stappen. Lawrence zakt op de bijrijderstoel onderuit. De groot gegroeide man is nu een kop kleiner dan zijn vader, als deze goed gemutst de landrover de stoffige straatweg op stuurt. "Waar gaan we heen?", vraagt Lawrence geïrriteerd over het opgeruimde humeur van zijn vader. "Naar huis, meneer." Maar Leans hoofdpersonen weten al lang niet meer waar dat is: naar huis. Al hebben ze allemaal dat ongerepte vertrouwen dat het daar, thuis, wel allemaal goed zal komen. Maar wat is dat voor vertrouwen? Vertrouwen in een luchtspiegeling. Een beeld zoals we ons ook herinneren uit dat minutenlang aangehouden shot in lawrence of arabia van die donkere ruiter aan de horizon, die langzamerhand naderbij kwam en niet aarzelde om Lawrence’s begeleider neer te schieten omdat hij zonder toestemming uit de bron gedronken had.
Er bestaat een film van Lean die zo goed als onbekend is gebleven, maar die precies de essentie van zijn kunnen weergeeft. De tv-documentaire lost and found: the story of cook’s anchor uit 1979. Daarin volgt hij de reis van een anker uit de vloot van kapitein James Cook terug uit Tahiti naar Engeland. Het is een symbolische beeld. Ook de grootsten onder ons zoeken naar een manier om tot stilstand te komen, of het nu een schip is of een grote geest, die het geluk gevonden heeft zijn gedachten in films tot uitdrukking te kunnen brengen. Ook als we daarvoor een onsterfelijke mythe nodig hebben. Laten we hopen dat die film binnenkort ook ergens uit een archief wordt opgediept en weer voor het publiek toegankelijk gemaakt.
Claudia Siefen
Ter gelegenheid van David Leans honderdste geboortejaar werd onlangs een groot deel van zijn oeuvre door het British Film Institute gerestaureerd. De nieuwe restauratie van brief encounter (1945), een van de meest romantische films aller tijden, wordt in december door het Filmmuseum uitgebracht, samen met vier andere klassiekers van David Lean: blithe spirit (1945), the passionate friends (1949), doctor zhivago (1965) en a passage to india (1984).