Reisbureau Filmglobe I

  • Datum 01-12-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

EASY RIDER

Stap in! Ga aan boord! Houd koers! En verdwaal deze zomer met Reisbureau Filmglobe. Een alternatieve toertocht langs de final frontiers die filmmakers op deze aardbol en ver daarbuiten gevonden hebben.

De weg

Hoe interessant alle bestemmingen in deze filmreisgids ook mogen zijn, mijn voorkeur gaat toch uit naar de reis naar die plekken toe. De dooddoener dat het in het leven niet gaat om de eindbestemming maar om de reis, gaat ook voor film op. Daar zou je een filosofische invulling aan kunnen geven. Iets als: de magie van de cinema is niet zozeer de plek waarheen je vervoerd wordt, maar veel eerder het feit dát je voor pakweg anderhalf uur totaal ergens anders bent. Maar hier wil ik dat adagium graag letterlijk nemen: als in geen andere kunstvorm draait het in de film om de praktische reis. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar film vereist verplaatsing van scène naar scène en dus van plek naar plek.
Die reislust van de film hangt nauw samen met de opkomst van het medium in de late jaren van de negentiende eeuw, niet toevallig ook het tijdperk van de stoomtrein, de telegraaf en de lopende banden van de Fordfabrieken. Minder en minder was de overbrugging van ruimte nog aan tijd gebonden. Film komt voort uit deze context, en draagt daar nog altijd de sporen van.
Gezien die achtergrond is het niet verwonderlijk dat één van de populairste genres in de vroegste jaren van de film de travelogue was, letterlijk reisbeelden. De camera werd voorop een voertuig — een auto of boot, maar meestal een trein — bevestigd en draaide zolang de filmstrook duurde; 30 seconden, soms een minuut. De kijker kreeg een korte impressie van bijzondere treintrajecten en landschappen van over de hele wereld. En van de ervaring van het reizen zelf: de ongekend snelle, fysieke verplaatsing in de ruimte. Na verloop van tijd werden ook korte fictie-elementen in deze reisverslagen verwerkt, waarmee tevens de eerste montage geïntroduceerd werd. Als de trein een tunnel in reed, werd geknipt naar verhaaltjes in de treincoupés, meestal gericht op de oneerbare zaken die zich in het donker afspeelden.

Asfalt
Treinen zijn altijd een belangrijke rol blijven spelen in de cinema — het dramatische afscheid en de uitbundige ontvangst op het perron behoren tot de grootste Hollywoodclichés. Toch bleek de aantrekkingskracht van de open weg uiteindelijk groter. Zozeer zelfs, dat die zich tot een specifiek genre ontwikkelde: de road movie. Een zeer Amerikaans genre, misschien wel Amerikaanser dan de western. Er is in ieder geval veel overlap tussen de twee: voeg een lap asfalt toe aan de prairie, geef de cowboy paardenkracht in plaats van een ros van vlees en bloed tussen zijn benen, en ziedaar: easy rider.
Die inherente Amerikaansheid van het genre dient overigens wel genuanceerd te worden: net als bij de western zijn misschien wel de mooiste road movies níet daadwerkelijk Amerikaans. Of ze nu geheel buiten Amerika gedraaid worden, of in de Verenigde Staten gemaakt worden door niet-Amerikaanse regisseurs: veel road movies komen voort uit de blik van de buitenstaander. Wat die films gemeen hebben is een sterke sociale betrokkenheid. Van easy rider tot thelma and louise en van trafic tot aan het recente aaltra: road movies hebben iets te zeggen over de wereld en de maatschappij.
Het wrange van de road movie, en uiteindelijk ook de schoonheid ervan, is het feit dat de ontsnapping die geboden wordt meestal maar kortstondig is. Of de reizigers nu opnieuw gevangen raken op een andere plek, of het met de dood moeten bekopen: voor traditionele Hollywood happy endings is weinig ruimte. Uiteindelijk blijkt iedere weg doodlopend. Maar dat geeft niet: het gaat om de reis.

Joost Broeren

On the road
the general
(1927, Buster Keaton en Clyde Bruckman)
De titelrol in deze klassieker wordt gespeeld door een stoomlocomotief. Een reis wordt er niet gemaakt; Keaton rent en vliegt vooral heen en weer.
the wizard of oz
(1939, Victor Fleming)
Hét prototype voor de road movie, waarnaar in verschillende van de hierna genoemde films verwezen wordt.
sullivan’s travels
(1941, Preston Sturges)
Inspiratiebron voor o brother, where art thou? van de gebroeders Coen, neemt de romantiek van de treinhopper op de hak.
trafic
(1971, Jacques Tati)
Tati’s laatste film met zijn beroemde personage Mr. Hulot in de hoofdrol is niet zozeer een road movie als wel een beschouwing over de vervreemding die de weg veroorzaakt.
alice in den städten
/falsche bewegung/im lauf der zeit (1974-1976, Wim Wenders)
Wenders’ weg-trilogie kan gezien worden als een low-budget stijloefening voor latere road movies als paris, texas.
wild at heart
(1990, David Lynch)
Lynch zou in de late jaren negentig met lost highway en the straight story nog terugkeren naar de weg, maar wild at heart blijft de meest Lynchiaanse verbastering van de road movie.
de jurk
(1996, Alex van Warmerdam)
Een tocht door Nederland aan de hand van een zomerjurkje, met regisseur Alex van Warmerdam zelf in een hoofdrol als treinconducteur.
sideways
(2004, Alexander Payne)
Voorganger in een recente ‘indie-revival’ van de road-movie, waar ook transamerica, broken flowers, little miss sunshine en zelfs borat onder te scharen zijn.

Vladivostok

Geen telescoop maar een microscoop zit er in de handbagage van de ‘avontuurlijke reiziger’.

tishe!

De wereld kent vele eindes, maar verder dan Vladivostok kun je toch niet gaan, zo moeten vele kinderen hebben gedacht, fantaserend bij de wereldkaart. Vladivostok past in het rijtje Timboektoe en Verweggistan, maar blijkt in werkelijkheid een gemoedelijke havenstad te zijn die zelfs een eigen filmfestival heeft, het Pacific Meridian Film Festival. De tot voor kort geïsoleerde stad maakte zoveel indruk op de festivalgasten dat een aantal regisseurs in 2005 spontaan een omnibusfilm opnam, die ze heel exotisch hotel vladivostok noemden.
Fernweh heet de hunkering naar verre oorden, een vorm van melancholie die verwant is aan eilandgekte en geografisch genot. Maar is het eigenlijk wel noodzakelijk om zo ver weg te gaan? Zou je ook net zo goed op avontuur kunnen gaan in je eigen achtertuin, balkon of raamopening? Want om met Stephane uit the science of sleep te spreken: "Het ingewikkeldste ding in ons universum is ons brein. En het zit vlak achter je neus!" We turen door de telescoop naar exotische levensvormen, terwijl er vlak om de hoek nog zoveel is te ontdekken. Tijd om de microscoop weer eens uit de kast te halen.

Onkruidvrij
Het eerste studieobject uit de tuin dat onder de microscoop beland is natuurlijk een insect uit microcosmos. Daarna een barbecueworstje uit gone with the wind. Dan de bladblazer uit donnie darko. En vervolgens de grasmaaier uit the lawnmower man, of een hark van de tuinman uit far from heaven.
Anders dan de meeste suburbanfilms ons willen doen geloven, is het niet altijd pais en vree in de tuin. De meest akelige taferelen kunnen zich afspelen tussen de onkruidvrije perkjes. In langer licht van David Lammers escaleert de vertroebelde relatie tussen vader en zoon op een zomerse dag in hun achtertuin in Amsterdam-Noord. In een luxe plastic tuinstoel zitten met een koud biertje is geen garantie voor geluk.
Campinggangers denken daar vast anders over. Het Werktheater maakte in 1978 al een hilarische film over het gedrag van tentbewoners, camping genaamd. Ook Jiskefet zag dat de absurditeit tot een hoogtepunt kan stijgen temidden van de doucheblokken en bolderkarren. Sinds kort kan men bij de KRO terecht voor een puntgave registratie van het campingleven in de droogkomische tv-reportageserie ‘Gezellig… naar de Krim’, waarin blije gepensioneerden al keuvelend met hun caravan naar Oekraïne tuffen. Eigenlijk hebben ook zij de eigen achtertuin nooit verlaten.
Sommige filmmakers hoeven maar uit hun raam te kijken om de wonderlijkste schouwspelen te zien. Documentairemaker Victor Kossakovsky (tishe!) keek uit op zijn Sint Petersburgse straat en zag een aantal bouwlui op mysterieuze wijze een gat graven en weer dichtmaken, zonder dat er in de tussentijd iets noemenswaardig was voorgevallen. Kossakovsky vond het juist opzienbarend dat er niets gebeurde. Ook de Amsterdamse Super8-filmer Jaap Pieters keek uit het raam en zag een vrouw in drie minuten de ramen zemen, hangend over het kozijn met gevaar voor eigen leven. schone uitzichten is een thriller op miniformaat. En dan is er natuurlijk rear window, dé film voor al die mensen die aan huis zijn gekluisterd en hun uitzicht nu wel denken te kennen.
Blijf lekker thuis, dan beleef je nog eens wat, lijken al die filmmakers te willen zeggen. Makkelijk zat om verre reizen te ondernemen en je ogen uit te kijken, want lukt je dat ook zonder al die prikkels? Is het niet avontuurlijker om te proberen je vertrouwde wereld met andere ogen te bekijken? Goeie filmmakers weten het antwoord allang.

Mariska Graveland

Barbecue- en tuinfilms
final destination 2
(2003, David R. Ellis)
Gezellig, barbeknoeien. Deze barbecuegrill ontploft, waarna Brians afgerukte arm voor moeders neus landt.
mission to mars
(2000, Brian De Palma)
Op de barbecue ter gelegenheid van de lancering naar Mars zijn de astronauten nog vol goede moed.
arlington road
(1999, Mark Pellington)
Aardig buurman Tim Robbins lijkt doodnormaal met zijn suburban tuingedrag, maar schuilt er niet eigenlijk een terrorist in hem?
gone with the wind
(1939, Victor Fleming)
Aan het begin van de film wordt er op de barbecue volop gediscussieerd over de naderende oorlog.
world trade center
(2006, Oliver Stone)
De echte brandweermannen van WTC spelen aan het eind een cameo op de barbecue.
signs
(2002, M. Night Shyamalan)
De hond van de familie wordt gevonden met een barbecuevork in zijn lijfje.
meet the parents
(2000 Jay Roach)
Het huwelijksfeest zou heel idyllisch in de tuin gevierd worden, totdat Ben Stiller langskwam.
far from heaven
(2002, Todd Haynes)
Modelechtgenote wordt tussen de herfstbladeren verliefd op de tuinman.
donnie darko
(2001, Richard Kelly)
De galm van Echo and the Bunnyman blijkt de perfecte soundtrack bij het aangeharkte tuintje van vader en zijn bladblazer.
being there
(1979, Hal Ashby)
Simpele tuinman kent de wereld alleen van televisie en doet een gooi naar het presidentsschap.

Pacific Northwest

Bij de Stille Zuidzee denk je niet zo snel aan omgeploegde akkers, dennenwoud en ontworteld suburbia.

apart from that

De zee kan niet ver zijn. Het is wreed hoe de zeewind de wolken nooit openbreekt, nu is de lucht altijd egaal wit. De enige vergezichten worden gevuld met omgeploegde akkers. De mensen in de film apart from that zwoegen met hun gedachten door die klei. Niks wil vooruit op dit eiland in de Stille Zuidzee, de mensen kijken slechts toe. Hoe de overbuurjongen zijn sportwagen met een pirouette parkeert. Hoe de alleenstaande vader — die zijn zinnen eerst voor de spiegel oefent — bevelen van zijn zoontje opvolgt. Hoe de bejaarde buurvrouw naakt in haar luie stoel wacht op de door haar gealarmeerde brandweer. Hoe een beste vriend sterft.
apart from that wekt lange tijd de indruk geen verhaal te vertellen. Er zijn gegevens, soms triviaal, soms dramatisch. Goed, er zijn kleine gebeurtenissen, maar buiten dat is de toeschouwer lange tijd slechts een van de wachtende aanwezigen. Aan het einde van deze vierentwintig uur knopen de debutanten Randy Walker en Jennifer Shainin achteloos verhaallijnen, want dat bleken het dan toch te zijn, aan elkaar. Alles — van het licht en cameravoering tot het handelen van de personages — is achteloos.
Een film vertelt doorgaans een verhaal. Alles — van onze vakanties tot popliedjes — is eigenlijk een verhaal. Het feit dat wij westerlingen alles in een narratief dwingen, is gezien de ontoereikendheid hiervan problematisch; laat uw leven, uw cultuur zich zonder chargeren of simplificeren in een verhaal vertellen, laat staan in een film van 90 minuten? Onze reizen — naar een tijdsvacuüm, waar we de taal niet spreken, met de vrijblijvendheid van een veilige terugkeer — leren ons zo weinig. Alleen afstand telt. Ver weg van hier kan de Ardennen zijn, maar een eiland in de Stille Zuidzee is het zeker. Eigenlijk heet de Stille Zuidzee allang de Grote Oceaan, maar dat is natuurlijk niet exotisch genoeg. Daar komt bij dat het goed samengaat met het eerder genoemde tijdsvacuüm, dat zich uit in een hang naar een ‘romantische’ en pre-moderne samenleving.

Kaas
Afgelopen herfst draaide apart from that op het filmfestival van Gent; Rotterdam heeft de film nooit gehaald. De festivalcatalogus van Gent vertaalde Pacific Northwest met "in de Stille Zuidzee". Zo werden niet alleen het westelijk- en noordelijk halfrond verwisseld, ook het gebied dat ook wel de Pacific Northwest wordt genoemd (het noordwesten van de Verenigde Staten en het zuidwesten van Canada), werd verwisseld met de oceaan. In werkelijkheid gaat het hier om het vasteland en een streek die honderden kilometers landinwaarts loopt. Dat apart from that zich dus niet op een eiland afspeelt, werd pas achteraf duidelijk. Er was niets anders dan omgeploegde akkers, dennenwoud en ontworteld suburbia.
De locatie is voor een groot deel dus de verbeelding van de toeschouwer. Daarom hier geen extrapolaties van de sociale problemen in de Pacific Northwest die apart from that presenteert, want waarom zou dat niet mijn verbeelding zijn? In plaats daarvan wat hoogtepunten uit de persmap. De acteurs blijken geen acteurs te zijn. Leo — wiens vriend in de film op sterven ligt — werkt al sinds zijn dertiende. Hij was boer, visser, vrachtwagenchauffeur, automonteur, wegwerker, pokerdealer en is nu ambulancebroeder, klusjesman bij de woningbouwvereniging en verkoopt twee maanden in het jaar vuurwerk. Kyle — die in de film zijn vader commandeert — is twaalf en wil later "de Amerikaanse ambassadeur in Nieuw-Zeeland worden. En boswachter. Ik hou van kaas." Alice — de bejaarde vrouw die de brandweer laat opdraven — zegt beroemd te zijn vanwege haar kliekjes. Niet onbelangrijk: ze speelt zichzelf. Ongeacht hoever de zee is: echte mensen bestaan.

Asher Boersma

Eilandfilms
the truman show
(1998, Peter Weir)
Eilandbewoner Truman vraagt zich af of zijn leven eigenlijk ooit plaats gevonden heeft en dat in een wereld waar ‘reality’ het mantra is.
cul de sac
(1966, Roman Polanski)
Theresa en Richard wonen sprookjesachtig in een kasteel op een Brits schiereiland. Als roekeloze gangster George langskomt blijkt alles en iedereen een doodlopende straat.
vers le sud
(2005, Laurent Cantet)
Charlotte Rampling op zoek naar de idylle van een eiland (Haïti) gevuld met aantrekkelijke negers.
waterworld
(1995, Kevin Reynolds)
Kevin Kostner als leernicht omringd door water op zoek naar land.
jurassic park
(1993, Steven Spielberg)
Al drie keer waren mensen zo stom om bewust naar een eiland te gaan met allesverslindende dinosaurussen. Deel vier is op komst!
king kong
(1933, Merian C. Cooper, Ernest B. Schoedsack)
Reuzegorilla met masculiene aantrekkingskracht komt van zijn eiland naar de stad. Het gejaagde bestaan aldaar bevalt hem niet echt.
jonge harten
(1936, Charles Huguenoot van der Linden, Heinz Josephson)
Nederlandse dagdroom op Texel, gemaakt van een erfenis.
the beach
(2000, Danny Boyle)
Natuurlijk bestaat het droomeiland helemaal niet, Di Caprio en Boyle hebben echter honderdnegentien minuten nodig om dit te laten zien.
escape from alcatraz
(1979, Don Siegel)
Officieel was Clint Eastwood de eerste die het onmogelijke deed, vermoedelijke eindigde alle non-fictie pogingen in de dood.
eilandgasten
(2005, Karim Traïdia)
Wel op een eiland, maar daarom niet per se de moeite waard. Handig: naar Vlieland wilt u in ieder geval niet meer op vakantie.

Los Angeles

De stad der engelen, die nachtmerriefabriek van files en film noir, is de duistere backlot van zonnige droomfabriek Hollywood. Zonder elkaar kunnen ze niet bestaan.

Los Angeles

"Some of these buildings are over 20 years old!" zegt Steve Martin in het verrukkelijk ironische l.a. story (1991). Los Angeles is een stad zonder geschiedenis — wie heeft enig idee hoe oud L.A. is, door welke helden het is opgebouwd? In deze metropool zijn filmlocaties de monumenten. Kijk, dit is de coffeeshop waar De Niro en Pacino voor het eerst samen in één shot zaten (heat, 1995); en hier stond James Cagney ‘On top of the world’ (white heat, 1949).
Bestaat Los Angeles wel? Een stad zonder centrum is een stad zonder hart, zonder identiteit. Niet meer dan een eindeloze verzameling suburbs en counties, aan elkaar geregen door honderden kilometers snelweg. Downtown is buiten kantooruren een spookstad van glas en staal. Toch is deze minst fotogenieke stad ter wereld ook de meest gefotografeerde, volgens de fantastische docu over de filmische verbeelding van de stad los angeles plays itself (2001).
Terwijl ze zo weinig iconen heeft. Hoe treurig — de bekendste landmarks bestaan uit infrastructuur! Allereerst natuurlijk de highways, de enige publieke ruimte in de stad: asfalt is de enige grond die door iedereen wordt gedeeld. L.A. bewoon je, stilstaand in de file, achter het stuur. Want, zoals we sinds speed (1994) allemaal weten, de metro moet in deze metropool nog worden aangelegd.
Voorbij de snelwegen liggen die verroeste vertegenwoordigers van een vergane tijd van oude economie en collectief vervoer: de spoorbanen. In films scheuren er vaker auto’s dan treinen over het staal: de rails zijn een favoriete locatie voor achtervolgingsscènes. Met als hoogtepunt William Friedkins 18 minuten durende dodemansrit in het rauwe, onderschatte to live and die in l.a (1985).
En tot slot is er de monumentale betonnen bedding van de L.A. river, een setting zo fotogeniek dat hij wel ontworpen moet zijn als filmset. Hier werd Arnold Schwarzenegger achtervolgd door een demon uit de toekomst (terminator 2, 1992), en rekende Lee Marvin zo stijlvol af met weer een tegenstander (point blank, 1967).

Sigarettenrook
Zou het zijn omdat ze zo weinig geschiedenis hebben, dat ze hier zo graag achteruit kijken? Je kan een heuse canon vullen met klassieke, historische film noirs, van sunset blvd. (1950) via chinatown (1974) naar l.a. confidential (1997). Films die met een onsentimentele blik naar het verleden kijken, wars van nostalgie: onschuldig is deze stad immers nooit geweest. Zelfs de toekomst is hier retro: kijk naar blade runner (1982), de invloedrijke sciencefictionfilm met de veel gekopieerde retro-futuristische look.
Of je nou vooruit of achteruit kijkt: ‘it aint a pretty picture’. Hier heersen cops en criminelen. De eeuwige Californische zonneschijn is troebel van smog, corruptie en de sigarettenrook van Philip Marlow, Sam Spade en al die andere private dicks; het vaal neongeel of nachtelijk zwart. Niemand die die kleur beter ziet dan stadschroniqueur Michael Mann. Zelfs Miami (miami vice, 2006) weet Mann om te filmen tot L.A., met in plaats van pasteltinten het staalharde nachtlicht dat hij ook al in collateral (2004) uit zijn digitale camera wist te persen.
Zonder film lijkt de stad der engelen niet te bestaan. Niet voor niets is het beroemdste monument de Hollywood Sign. In 1923 neergezet als reclamebord voor nieuwbouwwoningen, is het uitgegroeid tot ultieme ode aan de grootste droomfabriek ter wereld. Meer dan welke stad ter wereld ook is L.A. opgetrokken uit de dromen en nachtmerries van ons collectieve geheugen, de cinema dus.

Rik Herder

L.A. plays itself
chinatown
(1974, Roman Polanski)
De definitieve film over de verrotte onderbuik van de stad. Waar Jack Nicholson zijn neus steekt in stinkende corruptie, en hem verliest.
safe
(1995, Todd Haynes)
Het moderne bestaan als ongeneeslijk ziektebeeld, verbeeld door de perfecte oppervlakkigheid van L.A.
boyz ’n the hood
(1991, John Singleton)
Als je wil weten wat een getto is, en wat het met je doet, kun je sociologie studeren. Of gewoon deze onvergetelijke film kijken.
die hard
(1988, John McTiernan)
Politie, FBI en terroristen met een Duits accent: allemaal geven ze meer om wolkenkrabbers dan om mensen. Gelukkig voor de gewone man is er John McClane, first action hero!
double indemnity
+ sunset blvd (1944 + 1950, Billy Wilder)
"Do I laugh now, or wait ’til it gets funny?"
"You used to be in silent pictures. You used to be big". "I am big. It’s the pictures that got small".
escape from l.a.
(1996, John Carpenter)
De stad als eeuwige gevangenis voor al het tuig uit Amerika’s strengchristelijke toekomst. Met Bruce Campbell als gemuteerde plastisch chirurg.
mulholland dr.
(2001, David Lynch)
Hollywood als het onderbewustzijn van L.A., waar film, psychologie en plot oplossen tot een wonderschone nachtmerrie.
l.a. takedown
(1989, Michael Mann).
Sobere maar effectieve voorstudie van heat, gemaakt voor tv, waarin Meneer Mann ons trakteerde uit de meest operateske shootout uit de filmgeschiedenis.
blade runner
(1980, Ridley Scott)
Veel gekopieerd, nooit overtroffen: de noir-futuristische stad van de toekomst. Gebaseerd op metropolis (Fritz Lang, 1932). Die weer gebaseerd is op Langs herinnering aan Manhattan.

De prairie

Niets eenzamers dan een man op een paard. Met het zweet in de nek zie, voel en ruik je het zand en het verdorde gras van de prairie.

the man from laramie

Op de Amerikaanse prairies ontmoette ik mijn eerste filmliefde. De western. Dat begon met verlegen blikken over en weer, met de films van John Wayne op de kijkbuis, toen je alleen nog Nederland 1 en 2 had. Cowboys en indianen doken uit het niets op en verdwenen weer in zwart-witte zandstormen tijdens stagecoach. The Duke heerste soeverein. De zondagmatinees in de bioscoop waren in kleur, dankzij Duitse westerns als der schatz im silbersee, met echte kerels zoals Lex Barker en Pierre Brice. Opgenomen in Joegoslavië. Maar dat wist ik toen nog niet. Er kon toen al een kusje van af. Met once upon a time in the west volgde de brute ontmaagding.
Die koude hitte van toen is nooit meer verdwenen. Misschien wordt de aantrekkingskracht van zulke primaire cinema zelfs groter als je ouder wordt. Niets mooiers, eenzamers en meer melancholiek dan een cowboy die alleen op een paard door de prairie rijdt. Gekweld door zijn verleden en zuchtend naar wraak (Lee Van Cleef, for a few dollars more), op zoek naar avontuur (Burt Lancaster, vera cruz), dorstend naar verlichting (Alejandro Jodorowosky, el topo), of gewoon, for the hell of it (de gebroeders Carradine, Keach & Quaid in the long riders). En als je een neger bent en Bart heet kan je er ineens Count Basie en zijn ensemble tegenkomen (Cleavon Little, blazing saddles).

IJzervreters
Niet dat een western zo makkelijk te duiden valt als een man, een paard, een prairie. Het is een genre dat net als alle andere genres een intelligente regisseur talloze mogelijkheden biedt tot fijnbesnaard drama en daarnaast in staat stelt om iets over de politieke situatie in de wereld te zeggen. De prairie zelf lijkt dan slechts een decor, maar schijn bedriegt. De prairie wordt het derde personage. Zij is vijandig, zoals de Vietnamese jungle dat destijds was voor de yanks, in hombre (1967), een parabel over Amerikaans racisme met halfbloed Paul Newman die de natuur gebruikt om zijn tegenstanders naar de eeuwige jachtvelden te jagen. Zij biedt in lonely are the brave (1962) onderdak aan vrijbuiters als Kirk Douglas, een stoere cowboy die zich volledig verloren voelt in de moderne maatschappij; als hij de wet (Walter Matthau) na een intense achtervolging heeft afgeschud, gaat hij toch voor de bijl wanneer een vrachtwagen hem en zijn paard doodrijdt. Een film als een testament voor de ouderwetse ijzervreters.
John Ford was de grootste en Monument Valley is dankzij hem een icoon van de moderne beeldtaal geworden. Maar waarschijnlijk kon niemand de imposante Amerikaanse vlaktes mooier filmen dan Anthony Mann. Zijn lijst van prairieklassiekers is indrukwekkend. winchester ’73, bend of the river, the naked spur, the far country, man of the west en vooral het bloedmooie the man from laramie, films waardoor het zweet in je nek sijpelt. Je ziet, voelt en ruikt het zand en het verdorde gras. Wanneer Manns camera een tilt maakt tijdens de zenuwslopende climax van laramie, zie je achter de rivalen James Stewart en Arthur Kennedy ineens een majestueus landschap verschijnen dat zwijgend op hen neerkijkt — de twee zijn plots geen cowboys meer, ze zijn in Athene beland, in een Griekse tragedie zonder publiek.
Al die helden zoals Mann, Ford, Sam Peckinpah, Budd Boetticher en Sergio Leone stierven elders, maar als je er goed over nadenkt, is de prairie één groot kerkhof en zij liggen er begraven.

Mike Lebbing

Prairieklassiekers
the wild bunch
(1969, Sam Peckinpah)
"We all dream of being a child again, even the worst of us. Perhaps the worst most of all."
matalo!
(1970, Cesare Canevari)
Hypergestileerde, psychedelische spaghettiwestern, orkaan van beeld en geluid, met in hippie-outfits gestoken cowboys en een held die met boemerangs vecht. Het spookt op de prairie.
the searchers
(1956, John Ford)
Ford: "Delay in vengeance gives a heavier blow."
ride lonesome
(1959, Budd Boetticher)
Omdat dit de mooiste titel aller tijden is en Randolph Scott een held van alle tijden is.
the misfits
(1961, John Huston)
Huston: "I prefer to think that God is not dead, just drunk."
pursued
(1947, Raoul Walsh)
Inktzwarte western met Robert Mitchum, die een duister geheim met zich meedraagt. De prairie krijgt door James Wong Howe’s expressionistische camerawerk welhaast gothische grandeur.
red river
(1948, Howard Hawks)
"Plantin’ and readin’, plantin’ and readin’. Fill a man full o’ lead, stick him in the ground an’ then read words on him. Why, when you’ve killed a man, why try to read the Lord in as a partner on the job?"
once upon a time in the west
(1968, Sergio Leone)
Het Wilde Westen blaast zijn laatste adem uit. Sergio Leone en Ennio Morricone zijn er bij.
ballad of cable hogue
(1970, Sam Peckinpah)
Peckinpah: "The end of a picture is always an end of a life."

Texas

Texas is geen landschap, Texas is een state of mind. Om die te begrijpen is het bekijken van films effectiever dan een bezoek aan de ‘lone star state’ zelf.

the texas chainsaw massacre

Texas is über-Amerika, in de overtreffende trap, van de bovenste plank. ‘Texas style’ noemen ze dat in de rest van Amerika, wat gelijk staat aan onbehouwen. Wilder, gewelddadiger, heldhaftiger, xenofober, trotser, verlopener of doorgefokter zul je ze nergens vinden. Lukte het niemand om de reizende bankrovers Bonnie en Clyde te pakken? Na een achtervolging van 102 dagen zijn het de Texas Rangers die deze ‘public enemies’ in 1934 op hun grondgebied tot stilstand brengen. Texan style uiteraard, doorzeeft met kogels.
‘Texas’ stamt van het Indiaanse woord voor ‘vriend’ en verraadt al op welk vreselijk misverstand de staat moet zijn gebouwd.
Een mooie illustratie van Texas’ complexe karakter biedt de musical comedy the best little whorehouse in texas (1982) met Dolly Parton als oerknusse hoerenmadam (openingsnummer: ‘Nothing dirty goin’ on’) en een zingende (!) Burt Reynolds als lokale sheriff in tangaslip. Aangezien de ‘chicken ranch’ als vrolijke lokale plattelandsfolklore geldt, gedoogt de sheriff de dames tot wederzijds genoegen. Tot een grootstedelijke moraalridder (met een sok in zijn onderbroek en valse — uiteraard homofiele — trekjes) er lucht van krijgt en roept om ‘rechtvaardigheid’. Ziedaar hoe het kleine paradijs op de prairie (lees: individueel geluk) door een grotere macht (lees: het centrale gezag) om zeep wordt geholpen. Het lijkt wel of juist die grens in Texas scherper wordt gevoeld dan elders.
Die gevoeligheid voert terug op de slag om de Alamo, een missiepost waar in 1836 een bont gezelschap opstandige ‘Texicans’ (Texas was destijds een provincie van Mexico) gedurende 13 dagen stand hield tegen een overmacht aan Mexicanen alvorens tot de laatste man over de kling te worden gejaagd. De slag vormde de opmars naar de onafhankelijkheid van de Republiek Texas. Uiteraard heeft ook Dolly Parton in haar little whorehouse een prent van de Alamo boven haar satijnen bed hangen. Met de verfilming van the alamo in 1960 compenseerde John Wayne, de cowboy aller cowboys, dat zijn wiegje niet in Texas stond. "Remember the Alamo" is nog steeds een gevleugelde uitspraak en reden tot trots voor geboren Texanen. Het symboliseert het primaat van het standvastige individu dat door zijn toewijding en trouw elk onmogelijk gedachte droom kan verwezenlijken.

Misselijkmakend
Waar anders vandaan dan uit Texas kon de frontale filmische aanval komen op die droom? Een clubje beginnende filmmakers uit Austin gaf in 1974 gestalte aan de totale nachtmerrie die als the texas chainsaw massacre furore zou maken. De lowbudget slasher vol disfunctionele figuren, afkomstig uit een disfunctionele maatschappij waarvan Texas kennelijk het toonbeeld vormde, was het tegengeluid van een nieuwe generatie Texaanse mythevormers.
Oneindig veel enger en misselijkmakender dan het fictieve chainsaw is waco, the rules of engagement (1997), die de gebeurtenissen in Waco, Texas van april 1993 reconstrueert aan de hand van latere hoorzittingen. De documentaire fileert de demonisering van ‘sekteleider’ en ‘massamoordenaar’ David Koresh die verantwoordelijk zou zijn geweest voor de dood van tientallen van zijn volgelingen. Er bleek sprake van een opeenstapeling van fouten, xenofobie en machtsmisbruik door de overheid, uitmondend in de moedwillige moord — door de FBI onder president Clinton — op een groep mensen wiens opvattingen nauwelijks verschilden van die van de Mormonen.
In shut up & sing (2006) ziet de Texaanse country meidengroep The Dixie Chicks de pleuris uitbreken als hun leadsinger bij een Brits concert op de dag van de Amerikaanse invasie in Irak zegt dat ze zich schaamt dat de Amerikaanse president uit Texas komt. Wie oppertexaan Bush aanvalt, wordt kaltgestellt, Texan style. En dus vermorzelden traktorbanden cd’s en werd de zangeres met de dood bedreigd.
De Texaanse dames houden stand tot het tij in hun voordeel keert. Waar de onaantastbaar geachte president zijn populariteit ziet dalen, winnen de Dixie Chicks inmiddels weer Emmys. Wat een typisch Texaans verhaal.

Karin Wolfs

Texan style
bonnie & clyde
(1967, Sam Peckinpah)
Klassieker met Faye Dunaway en Warren Beatty als legendarisch bankovervallersduo uit de jaren ’30.
the best little whorehouse in texas
(1982, Colin Higgins)
Dolkomische musical rond illegale ‘Chicken Ranch’ onder leiding van Dolly Parton, met lokale sherriff Burt Reynolds als vaste klant.
waco, the rules of engagement
(1997, William Gazecki)
Bloedstollende documentaire die de ‘zelfmoord’ van de volgelingen van David Koresh ontmaskert als een door de FBI doorgezette moord op een groep afwijkende burgers
the alamo
(1960, John Wayne)
Door supercowboy John Wayne geproduceerde, geregisseerde en geacteerde klassieker over de in 1836 verloren slag om de Alamo, bakermat van de Republiek Texas.
the texas chainsaw massacre
(1974, Tobe Hooper)
Destijds even omstreden als populaire low budget horror klassieker die griezelfilm voor het eerst een (bijna) documentair karakter meegaf. In Engeland 25 jaar verboden.
shut up & sing
(2006, Barbara Kopple, Cecilia Peck)
Documentaire over de hetze tegen de country&western band The Dixie Chicks nadat de lead singer verklaarde zich te schamen voor president George Bush.
the astronaut farmer
(2006, Michael Polish)
Formulefilm met Billy Bob Thornton als Texaanse boer en voormalig astronaut die zijn droom een eigen raket te bouwen gedwarsboomd ziet door een paranoide overheid.
paris, texas
(Wim Wenders, 1984)
Door de woestijn dolende man met geheugenverlies zoekt naar zijn identiteit en belandt in Paris, Texas.

Tunesië

Tijdens een busreis door Tunesië trekken allerlei films voorbij, in gang gezet door de kale, rode rotsen.

Winnetou

Tijdens mijn eerste reis door Tunesië had ik het idee dat ik die reis al een keer had beleefd. We slingerden in een bus door de bergen ergens in het noorden van het land. Een woest en rotsachtig landschap. Hier en daar maakte de zon de kale rotsen rood, zoals in de films van Winnetou en Old Shatterhand. Veelvuldig waren de Karl May-verfilmingen in de jaren zeventig te zien geweest op de Duitse televisie. John Ford-klassiekers met John Wayne waren er ook geweest, stagecoach, fort appache en rio grande, maar op de een of andere manier was mijn interesse als kind vooral uit gegaan naar Winnetou en Old Shatterhand, van 1963 tot 1968 gespeeld door Pierre Brice en Lex Barker. Het waren simpele verhalen over een indiaan en een cowboy die bloedbroeders werden, en die samen tussen de rotsen galoppeerden en op bandieten jaagden. winnetou und sein freund old firehand. winnetou und shatterhand im tal der toten.
En terwijl ik samen met mijn oude kompanen de tocht vervolgde, en de rotsen langzaam kaler en geler zag worden, was het alsof ik van het dal der doden direct in Iran terecht terecht kwam. Niet dat ik daar ooit was geweest, maar door de films van Abbas Kiarostami kende ik de rotsformaties op mijn duimpje, en de verschillende kleuren van het zand, en de droogte en de warmte. Dit was het landschap dat ik kende uit the wind will carry us. Ik zat in een bus op weg naar Tabarka, een Tunesisch vissersdorp vlakbij de Algerijnse grens. Maar het was alsof ik slechts een paar bochten verwijderd was van Siah Dareh, het dorp in Iraans Koerdistan dat te zien was in Kiarostami’s the wind will carry us en dat gebouwd was ín een rots. Volgens een van de bewoners van Siah Dareh was het dorp met opzet verborgen voor de wereld. Zo kon het immers niet worden gestolen. En zo sloten Winnetou en Old Shatterhand in een hobbelende Tunesische bus vriendschap met Kiarostami, een van de allerbeste landschapsfilmers.

Olijfoliefabriek
Geleidelijk aan werd het uitzicht weer wat groener, en doken er op de rotsen ook mensen en dieren op. Herders met schapen. Een oud vrouwtje op een oud ezeltje. Het waren bijbelse taferelen die me diep raakten. En ik moest denken aan Roberto Rossellini die eind jaren zestig naar Tunesië was gegaan om er zijn atti degli apostoli (acts of the apostles, 1969) op te nemen. Voor de opnamen van zijn apostel-serie kon hij eind jaren zestig niet naar het Midden-Oosten (te gevaarlijk) en zo was hij in het Tunesische dorpje Hergla aangespoeld.
Over het stokoude dorp aan de steile, roodbruine kust was hij zo enthousiast dat hij er een paar jaar later terugkeerde om er il messia (the messiah, 1975) op te nemen, de Jezus-film die meteen zijn laatste film werd. Aan zijn zoon Renzo had Roberto nog een brief geschreven vanuit Hergla. Dat hij een hoekje van het paradijs had ontdekt. En dat hij op deze plek wel begraven wilde worden.
Toen ik tijdens een later avontuur ook in Hergla belandde waar een kleine olijfoliefabriek tijdelijk plaats bood aan een heel klein openlucht-filmfestival (Rencontres Cinématographiques de Hergla), zag ik wat Rossellini had gezien. Het onwerkelijk mooie begraafplaatsje van Hergla lag direct aan zee, en alle zorgvuldig wit gekalkte graven keken ook allemaal uit over zee. Ze zagen er vredig uit, deze eeuwige jachtvelden.

Belinda van de Graaf

Abécédaire
Film in Tunesië:

Op het afgelopen Arabisch Film Festival Rotterdam was goed te zien dat 2006 een rijk jaar was voor de Tunesische cinema. Regisseurs Nouri Bouzid en Jilani Saadi wekten indruk met hun ongepolijste jongerenportretten making-off en tender is the wolf.
In de documentaire vhs-kahloucha van Néjib Belkadhi werd het fenomeen van de knotsgekke Tunesische amateurfilmer Moncef Kahloucha geopenbaard. Kahloucha is een Tunesische huisschilder die bezeten is van Amerikaanse genrefilms uit de jaren zeventig, en al zijn geld en vrije tijd uitgeeft aan het maken van lowbudget videofilms. De hilarische film waaraan hij in de documentaire werkt is tarzan of the arabs. En eerlijk is eerlijk: de documentaire leunt zo zwaar op de totale gekte van de amateurfilmer, dat die amateurfilms zelf ook eens te zien zouden moeten zijn.
Om (nog) eens te zien:

halfaouine + un été a la goulette (1990 + 1996, Férid Boughedir)
les silences du palais (1994, Moufida Tlatli)
satin rouge (2002, Raja Amari)
Om te bezoeken:

Carthage International Film Festival = het oudste filmfestival van het Afrikaanse continent.
Om te lezen:

Abécédaire du Cinéma Tunisien (2006) waarin de Tunesische journalist en universitair docent Hédi Khélil op persoonlijke wijze veertig jaar filmmakerij in Tunesië overziet. Op de begeleidende dvd staan filmfragmenten die in het boek aan de orde komen.
Op locatie in Tunesië:

acts of the apostles (1969) en the messiah (1975) van Roberto Rossellini
star wars (1977) van George Lucas
life of brian (1979) van Terry Jones
raiders of the lost ark (1981) van Steven Spielberg

Hongarije

In Béla Tarrs universum hebben de Hongaren eeuwig vakantie genomen van het leven.

the man from london

Ik ben nooit in Hongarije geweest, maar volgens de in schitterend zwart-wit gedraaide films van Béla Tarr regent het er altijd. Op het grauwe platteland dreigen mens en dier in de doorweekte, zompige aarde te verdwijnen. Tarrs Hongarije is een verdoemd land, dat gestraft lijkt te worden voor onbekende zonden. Ze moeten groot zijn, want de filmmaker gunt zijn landgenoten geen sprankje zon. In het bijna twee uur durende damnation, Tarrs internationale doorbraakfilm in 1988, is het misschien tien minuten droog. De hemelse waterkranen staan constant open. Niet een beetje, maar wagenwijd, zodat het water met bakken naar beneden stort. Toch lijkt er niet genoeg te vallen om alle aardse vuiligheid weg te spoelen. Raakt u al in vakantiestemming? Ik wel, want als vakantie betekent dat het normale leven tot stilstand komt, is Tarrs Hongarije het ideale vakantieland. In zijn films is het leven op het absolute nulpunt beland. Het bestaan is er bewegingsloos. Mensen zitten doelloos achter vuile ramen, slenteren van nergens naar nergens of drijven als wrakhout een café binnen.
Gesproken wordt er weinig, want wat valt er te zeggen als iedere dag op de vorige lijkt? Tarrs personages hebben het nooit over werk en liefde, want dat zijn onbereikbare grootheden. In damnation mompelt de hoofdpersoon iets over toekomstige schimmige handeltjes, maar wij voelen dat het hem nooit zal lukken iets van de grond te krijgen. Vervreemd van zijn vroegere geliefde, die — what’s in a name — in een café zingt dat Titanik heet, is hij voorgoed verloren.

Zonmaffia
Hij is geen uitzondering in Tarrs universum, want daarin hebben de personages eeuwig vakantie genomen van het leven. Ze staan stil of bewegen in cirkels, wat op hetzelfde neerkomt. Ze kunnen zich niet voorstellen dat het anders kan. Tarr zag dat twaalf jaar geleden in een interview in de Filmkrant als een romantische Hongaarse trek. "Hongaren denken altijd lang na voor zij in beweging komen. Daarom heeft bij ons nooit een echt communistisch systeem bestaan zoals in Oost-Duitsland. Wij waren veel te lui om dat te creëren. Bij ons gingen de mensen liever drinken en praten."
Drinken en praten? Ik kom al aardig in vakantiestemming. Hoe drukker het leven, hoe aantrekkelijker Tarrs films. Waar niets verwacht wordt van het leven, hoeft ook niets. Geen deadlines, geen kinderen van school halen, geen sociale verplichtingen, geen werk, maar onder een loodgrijze hemel over modderige karrenpaden slenteren. Bent u uw koffers al aan het pakken? Er komt nog iets bij. De gedachte dat het nulpunt de kans biedt de wereld met een nieuwe blik te bekijken, is romantisch, maar daarom niet minder aantrekkelijk. Leegheid is een voorwaarde voor nieuwe gedachten. Is er een leger, kaler wereld denkbaar dan die in Tarrs films?
Ik hoor u denken: waar zijn de gezelligheid en de vakantiezon in dit verhaal? Ach, dat op vakantie de zon moet schijnen, is in een ver verleden door de zonmaffia beslist, maar het wordt tijd die te ontmaskeren. En zullen we meteen het woord gezellig afschaffen? We zijn al te lang afgedwaald van ons calvinistische verleden. Weg met zon, zee en zand. Vakantie moet geen neuk- en zuipfestijn zijn, maar loutering. Laat het regenen alsof de zondvloed is aangebroken.
Tarrs films tonen het leven zonder maskers. Ze laten zich leiden door met liters alcohol overgoten impulsen. In Tarrland bestaat geen mededogen. Denk aan de scène in Tarrs meesterwerk sátántangó, waarin een meisje een kat martelt en het dier en zichzelf vergiftigt. En toch verschilt Tarrs universum bij nadere beschouwing niet van westerse vakantieoorden als Salou en Lloret de Mar. Ook in die vakantiehel wordt men voortgedreven door instincten en gaan alle remmen gaan los. Dezelfde in alcohol gedrenkte wanhopige poging om aan de werkelijkheid te ontsnappen.
Kom regen, kom!

Jos van der Burg

Zwerftochten
gerry
(2002, Gus Van Sant)
Goede voorbereidingsfilm voor de reis naar Tarrs Hongarije. Van Sant imiteert in een verhaal over twee verdwaalde wandelaars de stijl van de Hongaarse meester. Tarr-light.
frost
(1997, Fred Keleman)
Om nog beter in de stemming te komen, moet u deze film van de Duitser Fred Keleman, Tarrs voorbeeldigste leerling, gaan zien. Een moeder slaat met haar zoon voor haar gewelddadige echtgenoot op de vlucht. Treurige zwerftocht door Berlijn. Al iets minder Tarr-light.
woyzeck
(1994, János Szász)
Met Woyzeck belandt u in Hongarije. In een desolaat winters landschap gaat Woyzeck reddeloos ten onder aan zijn impulsiviteit en gebrek aan zelfinzicht. Hij had een Tarr-personage kunnen zijn.
damnation
(1988, Béla Tarr)
Met damnation springt u in het diepe. Tarr vestigde met de film zijn naam als Hongarijes ultieme somberman. Vergeet niet te luisteren naar de melancholieke walsjes van Mihály Vig. Naar zo’n land wilt u op vakantie.
sátántangó
(1994, Béla Tarr)
Om Tarrs meesterwerk sátánstangó te kunnen zien, moet u bijna vakantie opnemen, want de film duurt 7,5 uur. Na afloop bent u een hypnotiserende ervaring rijker en wilt u de rest van u leven alleen nog maar over zompige landweggetjes slenteren en zelfgestookte drank drinken.
werckmeister harmóniák
(2000, Béla Tarr)
Vindt u revolutie een mooi romantisch woord? Tarr laat in werckmeister harmóniák zien wat er gebeurt als mensen ontwaken uit lethargie. U kunt dan beter geen patiënt zijn in een inrichting waar een op hol geslagen meute zijn woede komt koelen.
the man from london
(2007, Béla Tarr)
Boedapest als stand-in voor de Franse kust in deze Simeon-verfilming waar zelfs de Engelsman uit de titel Hongaars spreekt. En het is nog steeds altijd nacht.

Marienbad

De Filmkrant ontving deze vakantiekaarten van onze medewerker Kevin Toma:

l’année dernière à marienbad

Marianske Lazne, 10 juni 2007
Hallo redactie!
Vandaag zijn we na een reis van elf uur (of was het anderhalf?) heelhuids gearriveerd in Marienbad. Niet gedacht dat ik hier ooit zou komen! Al in de foyer merkten we dat de tijd hier eigenzinnig is: vandaag lijkt soms eerder gisteren en andersom. Mijn vriendin is wat afwezig, maar dat ligt waarschijnlijk aan de treinreis. Zodadelijk gaan we naar de schietbaan; het schijnt dat de laatst afgevuurde kogel geen geluid maakt. In de film is het in elk geval zo. Maar daar gebeuren wel meer vreemde dingen die we tot nu toe niet hebben waargenomen: zo hebben we nog niet onze stemmen verloren om ze pas uren later terug te vinden, plakkend aan het tapijt of stucwerk. Maar sinds Texas weet ik dat de werkelijkheid film soms akelig dicht benadert.
Groetjes, Kevin

Marienbad, 11 juni 2007
Beste redactie,
Vandaag heb ik mijn Hawaii-shirt ingeruild voor een smetteloze smoking. Ik zie eruit als het hoofdpersonage van een Franse film uit 1961. Je kunt hier alleen in kostuum of galajurk van gedachten veranderen. Badjassen verboden. En ook de plaatjes op de website van met komkommers bedekte glimlachgezichten kloppen niet. Iedereen loopt rond alsof het altijd na negenen is. Nergens hangt een klok en onze mobieltjes werken niet meer. Typisch vakantie, dat je het besef van tijd verliest. Vanochtend in bed vergat ik de naam van mijn vriendin, maar te kort om me zorgen te maken.
Groetjes uit een zonnig (?) Marienbad, Kevin

Marienbad, 9 juni 2007
Geachte redactie,
Onze ochtendwandeling duurde langer dan gedacht — hoewel ik de film vaak zat heb gezien om te kunnen weten dat het zo zou gaan, aangezien de afstand tussen het paleis en de tuin verandert met elke stap of herhaalde zin. Hoe vaak moet je een film kijken voordat zijn wetten waarheid worden? Misschien heb ik Marienbad te vaak gezien en had ik nooit aan deze reis mogen beginnen. Maar nu ben ik hier en vraag me af of ik ooit nog weg kom. Weg wil. Het bevalt me wel, dit eenzaam dwalen door lange barokke gangen. Mis soms mijn vriendin.
Vriendelijke groet, Kevin Toma

Marienbad, 13 juni 2007
Geachte redactie,
Vandaag op onderzoek geweest. Urenlang naast de dennen zonder schaduw gestaan. Schaduwloos voelt identiteitsloos. Naast de liftkooi de levensgrote kartonnen afbeelding van Hitchcock gevonden waarvan ik me altijd afvroeg wat die daar deed. Niemand die het wist. Mooie jonge vrouw, Duits accent, zei dat ze mijn vriendin was sinds we elkaar vorig jaar ontmoetten, in Marienbad. Ik zei dat ze zich vergiste maar voelde me gevleid.
Groet, K

Friedrichsbad, 13 juni 2008
Vrouw blijft me lastigvallen, telkens alsof we elkaar voor het eerst zien. Samen drie keer naar dezelfde scène gekeken. In elke zaal draaien ze er één, hoe je de complete film ziet hangt af van hoe je verdwaalt. Kon je films maar achterstevoren lezen, zoals een stripboek. Verveel me. Mis mijn Hawaiishirt, wasmachine en belastingpapieren. Normale dingen, begrijp je. Vrouw blijft me lastigvallen. Zwart-wit is in het echt veel saaier. Zou graag weer eens verder denken dan mijn tekst lang is.
K

Baden Salsa, 12 juni
Kuur slaat aan. Hersens gespoeld. Kan niet meer terug. Vrouw lijkt op Kate Winslet, maar dan met blauw haar, soms oranje. Zou haar graag willen herkennen als zichzelf. Voortdurend valt de nacht. Krijg het er koud van maar ja zo’n smoking is nogal dun.

Juni
Liep gisteren tegen de eindcredits aan. Voel me ander mens dus laat maar komen. A heeft opgegeven en contract getekend voor film met Jim Carrey. Mis haar nu. Kom alsjeblieft terug. Laat ik je een vakantie zien van mijn film.
X

8 routes naar Marienbad
Filmpersonages verdwalen het makkelijkst in hun eigen hoofd. Of komen er juist tot rust.
eternal sunshine of the spotless mind (2004, Michel Gondry)
Jim Carrey ligt net als de vrouw uit l’année dernière à marienbad aan de liefdesverdrietvergeetmachine, maar wil veel liever dan zij terug naar aarde.
la jetée (1962, Chris Marker)
Het via zijn geheugen tijdreizende hoofdpersonage gebruikt het verleden vooral om met het meisje van zijn dromen af te spreken.
carnival of souls (1962, Herk Harvey)
Na een auto-ongeluk twijfelt een jonge vrouw of ze nog wel leeft en zoekt het antwoord in een spookrijk strandpaviljoen vlak naast Marienbad.
stalker (1979, Andrei Tarkovsky)
De radicale onthaasting vindt hier niet plaats in een sjiek kuuroord, maar in een verwilderde zone waar eveneens tijd en ruimte grenzeloos zijn.
persona (1966, Ingmar Bergman)
Nergens verlies je makkelijker je identiteit dan in een hutje op een Zweeds eiland.
images (1972, Robert Altman)
Hoewel, schizofrene kinderboekenschrijfsters krijgen het prima voor elkaar in een vakantiehuisje op het Amerikaanse platteland.
haze (2005, Shinya Tsukamoto)
Liever de kille luxe van Marienbad dan het smerige innerlijke labyrint waar het hoofdpersonage van deze kortfilm zichzelf bij ontwaken aantreft.
the brown bunny (2003, Vincent Gallo)
Eindeloos kart en motort Vincent Gallo door het uitgestrekte Amerikaanse landschap, en toch zit hij vooral in zijn eigen rouwende hoofd en hart. Hoe goed bedrijven geesten orale seks?