Zijn NFT’s ook het nieuwe toverwoord voor de filmindustrie?

De olie van de 21ste eeuw

Claude Lanzmann: Spectres of the Shoah

Na de enorme hype van dit voorjaar rond NFT’s, een nieuwe manier om digitale bestanden te verhandelen, ontdekt nu ook de filmwereld de mogelijkheden van blockchain, cryptogeld en smart contracts. Het lijken toverwoorden. Of is het echt een revolutie?

Er zit een zekere ironie in het feit dat juist regisseur Adam Benzine van de korte documentaire Claude Lanzmann – Spectres of the Shoah (2015) de eerste was die zijn film aanbood als NFT, kort voor ‘non-fungible token’. Over die film straks meer. NFT’s waren dit voorjaar het nieuwe toverwoord voor iedereen die zich bezighield met het maken en verhandelen van digitale kunstwerken en andere digitale files. Langzamerhand begint hun betekenis ook door te sijpelen in de filmindustrie. Film is immers inmiddels ook grotendeels een digitale business, van productie tot distributie. Wat is na de hype de waarde van NFT’s voor film ?

Nadat de Amerikaanse cryptokunstenaar Beeple (Mike Winkelmann) in maart via veilinghuis Christie’s het digitale kunstwerk Everydays: The First 5.000 Days verkocht voor een bedrag van ruim 69 miljoen dollar (circa 58 miljoen euro) lag de term NFT in ieders mond bestorven. Beeple werd in één klap een van de duurst geveilde levende kunstenaars na Jeff Koons en David Hockney.

Everydays is een ‘digitale collage’ van vijfduizend afbeeldingen die Beeple tussen 2007 en 2020 dagelijks maakte. Sommige daarvan zijn eenvoudige schetsen, andere meer ingewikkelde 3D-beelden. En als er dure ‘cyptokunst’ (met cryptogeld verhandelde digitale kunst) is, dan zijn er ook al snel cryptohandelaren en cryptomiljonairs. Het klinkt als iets tussen James Bond en tulpenhandel. Maar het is meer. Kort nadat Everydays werd ‘gedropt’ (op de markt gebracht) bleek trouwens dat veel van die tekeningen misogyn en racistisch waren. Ben David publiceerde daar als een van de eersten over op Artnet.

Authenticiteit, bezit en copyright
Daarmee lijkt het verhaal over de opkomst van NFT’s vooral een verhaal over geld. De eerste. De duurste. Het is de belofte van cryptovaluta als bitcoin en ethereum (waarin de meeste digitale kunst verhandeld wordt): een verhaal over een alternatieve, utopische, gedecentraliseerde economie. Power to the artists! Cut out the middlemen! Maar het is ook een verhaal over authenticiteit, bezit en copyright. En over milieuschade. Daarover zo ook meer.

Rond de tijd dat Everydays op de markt kwam, bood bijvoorbeeld ook Twitter-oprichter Jack Dorsey zijn eerste tweet te koop aan. Hij kende daarmee financiële ‘waarde’ toe aan iets wat aanvankelijk alleen intrinsieke waarde had en ook dat is onderwerp van (filosofische) discussie. “just setting up my twttr”, schreef hij. Hoeveel anderen zullen dat na hem geschreven hebben, zonder zelfs te weten dat Dorsey de eerste was? Toch 2,9 miljoen dollar waard.

De Amerikaanse band Kings of Leon was de eerste die een album als NFT uitbracht. Dat wil niet zeggen dat die tweet of die plaat opeens niet meer te lezen of te horen waren voor de rest van de wereld, zoals iemand een schilderij van Hockney kan kopen en in een privéverzameling opnemen zodat alleen de eigenaar het nog kan zien. Integendeel. De tweet en de muziek blijven beschikbaar en in het geval van de muziek ook nog op andere manieren ‘te koop’ via muziekstreamingdiensten of op cd (wie koopt ze nog).

De NFT regelt daarmee een bijzondere vorm van eigenaarschap, het is een eigendomsbewijs gekoppeld aan blockchaintechnologie (een digitaal grootboek waarin verspreid over meerdere computers bijvoorbeeld de handel in cryptomunten wordt bijgehouden). Zo’n NFT geeft dus een ‘echtheidsgarantie’ aan een digitaal bestand dat in principe (door de aard van de digitale technologie) eindeloos kopieerbaar is. Zonder kwaliteitsverlies. En zonder de cryptografische code van de NFT—een unieke en niet-vervangbare cijferreeks die bestaat uit een digitaal bestand en een ‘smart contract’ dat dient als eigendomsbewijs en ter authenticatie van het werk—is die niet van een ‘kopie’ te onderscheiden. Onze pincode zou je een heel simpel voorbeeld van zo’n token kunnen noemen.

Een bankbiljet (wie heeft ze nog?) is een voorbeeld van wat in economische termen ‘fungibel’ heet: een inwisselbaar, vervangbaar goed. Het ene bankbiljet van vijf euro is inwisselbaar voor het andere. Maar er zijn ook andere van dit soort vervangbare producten, zoals bijvoorbeeld puur goud, of olie, niet voor niets een ‘waardebron’ in het laat-kapitalisme. Mark Getty, de eigenaar van beeldbank Getty Images heeft het zelfs zo gezegd: “Intellectueel eigendom is de olie van de 21ste eeuw.” NFT’s zijn dus uniek en onvervangbaar, een handelsmiddel én een authenticiteitsbewijs in een.

Goodies
Nu film. Adam Benzine had, aldus een artikel in Variety, zijn film nog niet eerder verkocht. Hij was te zien op festivals (onder andere hier in Nederland op IDFA), werd uitgezonden op HBO en zelfs voor een Oscar genomineerd, maar hij was niet eerder als dvd of digitaal bestand te koop (nu trouwens wel op Vimeo). Als je geen HBO hebt, of in de verkeerde regio woont, dan kon je de film dus niet op officiële of legale wijze zien. Wat Benzine deed, was niet zijn film beschikbaar maken. Dat had, zoals dus inmiddels is gebeurd, prima via Vimeo of een ander platform kunnen gebeuren. Hij bood tien ‘exclusieve 1st edition’ exemplaren aan via Rarible (een van de platforms waar cryptokunst wordt verhandeld) en vanaf 100 ETH (ethereum, zo’n 212.000 (!) dollar volgens de dagkoersen) kreeg je er ook nog allerlei goodies zoals een digitale poster bij. Op moment van schrijven zijn er nog 9 te koop.

Benzine is misschien niet het beste voorbeeld. Spectres of the Shoah heeft ongetwijfeld verzamelaarswaarde. En zoals ik hierboven schreef, schuilt er ook een pijnlijke ironie in het feit dat nu juist deze film die de erfenis en ja, de ‘geesten’ van Lanzmanns monumentale, negen uur durende Holocaust-documentaire Shoah (1985) op deze manier te gelde wordt gemaakt. Benzine, in een interview met Sight & Sound, wist het beter te rationaliseren: hij wilde de NFT-boom gebruiken om de Holocaust weer onder de aandacht van jonge generaties te brengen, daarbij meeliftend op het feit dat HBO en de Oscars de film ook al een bepaalde ‘toegevoegde waarde’ hadden gegeven. En als hij zo nog wat geld zou kunnen binnenslepen om de crew van zijn nieuwe film te betalen was dat ook mooi meegenomen.

Beter, hoewel als retorische overgang niet minder ongepast, is om je voor te stellen wat er gebeurt als immens populaire mainstreamfilms als bijvoorbeeld de Marvel-serie op deze manier ‘te koop’ worden aangeboden. Een ‘originele’ Black Widow? Een shot of gif uit Infinity War? Op een scherm aan je muur of als screensaver, maar dan met een echtheidscertificaat? Dat is niet zo anders dan de digitale variant van voetbalplaatjes, of die animatiefilmframes die al sinds jaar en dag te koop worden aangeboden en verzameld. Merchandise. De mogelijkheden zijn eindeloos.

Er is nog een andere toepassing. Niet aan het einde van het proces, als de film al af en verhandelbaar is. Maar aan het begin, bij de financiering. Ook daarvoor kunnen we een bestaande praktijk als voorbeeld nemen, en dan heb ik het natuurlijk over crowdfunding, hoewel ook grote producenten of studio’s dit zouden kunnen toepassen. In plaats van, of bovenop een symbolische plek op de aftiteling, een setbezoek of een gratis premièrekaartje zou je je potentiële investeerders ook een deel van de film kunnen aanbieden. Je kunt in het ‘smart contract’ (dat in ‘onbreekbare’ codetaal op de blockchain staat) vastleggen hoe en in hoeverre dat gedeelde eigendom weer verhandelbaar is.

Stroomversnelling
Als het om een enkel (eventueel in serie aangeboden) cryptokunstwerk gaat, dan gaat de handel in echtheidscertificaten nog steeds volgens de principes van de kunstmarkt, of er nu veilinghuizen tussen zitten, en of het nu om NFT’s of om fysieke artefacten gaat. Het is handel in een ander domein. Maar de grenzen tussen de fysieke en de virtuele wereld zijn sowieso al aan het schuiven (een proces dat tijdens de pandemie in een stroomversnelling is geraakt).

Waar de vraag van copyright en intellectueel eigendom z’n intrede doet bij de handel in NFT’s wordt het zowel interessanter als ingewikkelder. Er schuilt iets hoogst romantisch aan een begrip als intellectueel eigendom. Het gaat om het idee van de kunstenaar of de filmmaker als bron van en schepper van een origineel idee, dat onvervreemdbaar aan haar creatieve geest behoort. Zonder nu de hele auteurstheorie erbij te halen (en ik wil die zeker niet zomaar overboord gooien) gaat het over de schrijver die in een boek een universum ontvouwt dat je eerbiedig mag betreden, net zoals je respectvol naar een schilderij of film (hoewel een gesamtkunstwerk) mag opkijken. Maar van wie is een kunstwerk? Is het van de maker? Of is het van het publiek? Of van de kunstgeschiedenis? En is dat soort ‘eigendom’ ook altijd per se verhandelbaar?

Er zijn voldoende filmmakers die keer op keer beklemtonen dat hun werk pas ‘af’ is als het door de toeschouwer wordt bekeken. Er is dus óók een stukje zwevend eigenaarschap. Is dat verhandelbaar te maken? Te kapitaliseren? Anders dan via de ‘bruikleen’ of de ‘toegang’ die je via je bioscoopkaartje, streamingabonnement, dvd of digitaal bestand verwerft? Een filmmarkt die dit soort vragen—beslist geen filosofische spielerei—niet adresseert, gaat sowieso de strijd verliezen. De huidige NFT-boom mag dan een hype zijn of lijken, de achterliggende principes razen voort zo lang de wereld verder digitaliseert. En voor het eerst gaat het om vragen waar wij als toeschouwers ook een rol in spelen. Niet alleen financieel, doordat we eigendom te gelde kunnen maken. Maar ook moreel.

Natuurlijke hulpbronnen
En dan gaat het niet alleen om economische ethiek. Maar vooral om onze verantwoordelijkheid voor onze natuurlijke leefomgeving. Digitaal geld heeft namelijk wel een fysieke prijs. Het is niet voor alle vormen van cryptogeld hetzelfde, maar bijvoorbeeld de blockchaintechnologie van bitcoin slurpt enorme hoeveelheden energie. Lees: natuurlijke hulpbronnen. Voor het ‘delven’ (minen) van digitale valuta zijn soms wel duizenden computers nodig. Alles tegen de prijs van fossiele brandstoffen, en zoals we weten omvat die prijs niet alleen de dollars voor een vat olie, maar ook de onherstelbare schade die we aan het milieu toebrengen.

Doordat tijdens corona meer mensen in cryptovaluta gingen handelen, zijn deze vragen weer terug op de agenda. (Voor sommige cryptokunstenaars, zoals de Turkse Memo Akten, die het manifest ‘Towards a New Ecology of Crypto Art’ publiceerde en op zijn website cryptoart.wtf bijhoudt hoeveel CO2 een gemiddeld digitaal aangeboden kunstwerk uitstoot, werd het zelfs de inzet van zijn werk). En die algehele digitalisering van de afgelopen vijftien maanden heeft met al dat zoomen en dat streamen en al die data-opslag ook een prijs betaald die we nog niet kunnen overzien. Het nadenken over alternatieve financieringsmodellen, of nieuwe vormen van copyright, brengen vragen mee die we eerst moeten oplossen, willen we niet de problemen van de fysieke wereld meenemen of zelfs verplaatsen naar de
digitale.