NFTA Lichting 2007
Kippen en katten
Drie documentaires, van drie jongedames, rond het thema ‘familie’ vallen op tussen het eindexamenwerk van de Filmacademie-lichting 2007. Geen softe meisjesfilms, maar pittige portretten die even confronterend als ontroerend zijn. "Ma, hou nou eens op met zeuren."
Het had weinig gescheeld of de eindexamenfilm van Marijn Frank (24) ging niet over haar relatie met haar stervende vader, maar over een vermiste kat. "Even iets luchtigs tussendoor", dacht ze toen het nog onduidelijk was of het bijna vijftig minuten durende ruwe montagemateriaal — bijna twee keer zo lang als toegestaan — over haar vader wel haar afstudeerproject mocht zijn. Dat bleek gelukkig geen probleem, want pappa is weg… en ik wilde nog wat vragen is de beste film van Lichting 2007 geworden. En het is niet de enige documentaire film die het thema ‘familie’ centraal stelt: ook Nadine Kuipers (30) maakte het zichzelf niet gemakkelijk en portretteerde haar relatie met haar verslaafde, verlamde moeder, die ze 23 jaar niet had gezien. Samen gingen ze per camper op bedevaart naar Lourdes. Kuipers: "De eerste week samen in de camper was heel zwaar: regisseren, de bus besturen en mijn moeder verzorgen. Ik had verwacht dat ze heel open en ad rem zou zijn, maar we vielen beiden stil." Ik dacht: "Ojee, daar gaat m’n film." Ook Frank ervoer de bijzondere omstandigheden die het filmen en interviewen van familieleden met zich meebrengt: "Je zit er als familielid én regisseur. Dat maakt je zakelijker in het gesprek. Bij een ongemakkelijk moment dat ik normaliter met geklets zou vullen, laat ik nu een stilte vallen. Dat is soms best lastig. Ook in de nazorg is er een verschil. Normaal bel je nog een paar keer, ga je nog eens koffie drinken, maar tegen m’n moeder was het: "ma, hou nou ‘ns op met zeuren." De derde documentaire over het belang en de betekenis van familie is gemaakt door Ane Ose (33), die in catch-22 de dertienjarige Remzi portretteert, die al negen jaar in een opvanghuis tussen geestelijk gehandicapten is ondergebracht, terwijl met zijn verstand niets mis is. Het liefst wil hij terug naar zijn vader en moeder, maar de papieren werkelijkheid die in vele dossiers is vastgelegd, laat zich niet meer tegenspreken. Ose leerde via haar bijbaantje in de zorg al eerder een jongen kennen die ten onrechte tussen de geestelijk gehandicapten zat. "Ik wilde iets over de jeugdzorg maken omdat daar zoveel dingen scheef zitten, terwijl iedereen in de veronderstelling verkeert dat een uithuisplaatsing alleen maar in het belang van het kind kan zijn. Het probleem is dat een voogd teveel kinderen onder zich heeft; vaak wel 25, met elk hun specifieke problemen die om aandacht vragen. Ze weten te weinig van de werkelijke situatie. Ik vond het zo zielig dat Remzi de kans niet krijgt om zich te ontwikkelen: hij heeft niks verkeerd gedaan." Ose’s betrokkenheid bij het verhaal van Remzi werd haar niet in dank afgenomen: ze verloor haar bijbaantje ("wegens een gebrek aan loyaliteit aan de instelling") en vond geen enkele betrokken instantie bereid aan de film mee te werken. Ze werd zelfs actief tegengewerkt. Ook voor dit interview moet ze voorzichtig formuleren omdat er al eerder iemand werd ontslagen die zich met de zaak bemoeide. Ose: "Ze dreigden me met een rechtszaak als ik ooit ook maar iets van beeldmateriaal over ze in de film zou verwerken. Na een interview kwamen we erachter dat de persoon in kwestie vooraf naar kantoor was geroepen om de officiële versie van het verhaal te verkondigen. Die persoon wilde later ook niet meer dat het voor de film werd gebruikt. Toen we Remzi’s school belden voor een afspraak was het eerst: ‘Oh leuk, doen we’, maar bij het tweede belletje opeens: "Bel ons nooit meer, we willen niets meer met u te maken hebben."
Aangeschoten
Marijn Frank merkte pas achteraf hoe groot de confronterende kracht van het medium film voor betrokkenen kan zijn, toen niet iedereen blij bleek te zijn met het idee dat het resultaat zou worden uitgezonden. "Ik heb van te voren verteld waar ze aan begonnen, maar had niet voorzien dat het zo heftig uit zou pakken. Mijn familie is geen happy family die gezamenlijk kerst viert. Sommigen vonden de situatie niet goed weergegeven, maar het is mijn visie op de zaak. Gelukkig draait hij hier nu met toestemming op het Eindexamenfestival en over het vervolg zijn we nog in gesprek." En als Frank moet kiezen tussen film of familie? Frank: "Zo simpel ligt het niet. Daarvoor zijn ze allebei te belangrijk."
Nadine Kuipers stond voor die keuze toen haar moeder onderweg met spasmes te kampen kreeg. "Eenmaal in het ziekenhuis wilde ik liever dat ze geholpen werd dan dat ik riskeerde dat we werden weggestuurd omdat we daar stonden te filmen." In haar film, luisterend naar de titel moeders mooiste, zingt Kuipers’ moeder in een aangeschoten bui: "Ach lief klein kippetje, het is niet jouw schuld…" Kuipers gebruikte bovendien een shot van een moederkloek met drie kuikentjes die voorbij struinde op een camping onderweg: "Met twee van die kleine gele kuikentjes en één zwarte: één zwart schaap: ik of mijn moeder."
Marijn Frank: "Ik ga nu voor de katten. Via die katten wil ik weer portretten maken van mensen: van verschillend geloof, arm of rijk, lekker klein, mooi en universeel. Voorlopig geen zelfonderzoek meer."
De hoogzwangere Ane Ose: "Ik verdiep me nu juist wel in mezelf, over wat het moederschap met je doet. Veel vrouwen worden gek als ze moeder worden, hoe ze ongebreideld kletsen over hun kids: ongelooflijk. Een Noors gezegde luidt: "Waarom meisjes moeder worden, en jongens jongens blijven." Dat wordt de ondertitel.
Karin Wolfs
Hart en hoofd
Het niveau van de nieuwe lichting Filmacademiefilms is hoog dit jaar. Traditiegetrouw springen vooral de documentaires eruit, maar gelukkig weet een Oostenrijkse logicus de werkelijkheid ook te verdraaien.
things last
De eindexamenfilms van de Filmacademie schreeuwen dit jaar geen moord en brand, maar kijken rond in de Trendhopper en de supermarkt. Ze gaan op bezoek bij hun eigen moeder en beuken hooguit met hun eigen hoofd tegen de muur. Toch zijn deze eindexamenfilms geëngageerder dan menig politiek pamflet of maatschappijkritisch drama. Vooral twee egodocumenten springen eruit: pappa is weg… en ik wilde nog wat vragen en moeders mooiste. Niet voor niets hebben deze twee films de eigen vader of moeder in de titel. De vader uit de ene documentaire komt uit een excentrieke, getraumatiseerde familie, en de moeder uit de andere film koos voor de heroïne in plaats van haar dochter. Groot leed, klein gefilmd. De egodocumentaire had lange tijd een slechte naam vanwege het navelstaarderige karakter, maar tegenwoordig kan het weer, mits filmmakers hun persoonlijke geschiedenis universeel weten te maken.
Marijn Frank is dat gelukt. In pappa is weg… en ik wilde nog wat vragen komt de regisseuse er tergend langzaam achter wat haar familie uit elkaar heeft gedreven. Haar oom woont in Ruigoord en heeft er zichtbaar moeite mee om over het verleden te praten. Het enige wat haar tante wil loslaten is dat haar ouders soms heel boos werden en daarna langdurig zwegen. Marijn Frank laat subtiel zien hoe die verstikkende stilte wordt doorgegeven aan de nieuwe generatie.
In het eveneens beklemmende moeders mooiste gaat filmmaker Nadine Kuijpers direct de confrontatie aan met haar moeder, die ze 23 jaar niet heeft gezien. Haar verslaafde, welbespraakte moeder zit nu in een rolstoel en vertrekt samen met haar dochter in een camper naar Lourdes om de pijn te verlichten. Over de pijn van haar dochter komen we alleen mondjesmaat iets te weten. Ook al is de camera close-up op moeder gericht, wat er werkelijk in haar omgaat blijft verborgen, en laat dat nou precies het goede zijn aan de documentaire. Moeder kan nog steeds niet uitleggen wat haar dreef toen ze voor de drugs koos in plaats van voor haar dochter. Zij schakelde Nadine zelfs in als medeplichtige bij de winkeldiefstallen die in haar onderhoud moesten voorzien. Haar verklaring is een vaak gehoorde onder verslaafden: ze was verlamd door schuldgevoel en bleef juist daardoor gebruiken. IJzingwekkend is hoe moeder de hele tijd breeduit blijft grijnzen. De nekslag komt aan het eind, als ze haar dochter wil troosten: "Je moet maar denken, je bent toch opgegroeid, ondanks alles." De confrontatie brengt de uitstekende documentaire communekind in herinnering, waarin een dochter haar moeder ter verantwoording roept over haar keuzes uit het verleden.
Terreur-drieling
Ook vier andere eindexamenproducties draaien om familiebanden of juist het gebrek daaraan. In de documentaire vrij zijn van Mirko Dreiling wordt een ex-gedetineerde gevolgd vanaf het moment dat hij de poorten van de Bijlmerbajes verlaat. Hij koopt een strippenkaart, stapt op de metro en dan? Wat doet hij met zijn vrijheid? Zijn zus weigert hem binnen te laten, want zoals bij veel ex-gevangenen wil de familie niets meer met hem te maken hebben. Hij komt onder toezicht van de reclassering, zodat hij elke uitgave en elke stap buiten de deur moet verantwoorden. De hand van justitie reikt ver.
In de documentaire catch-22 van Ane C. Ose wordt een 13-jarige jongen van tehuis naar pleeggezin en weer terug geslingerd, en woont ondertussen al jaren tussen verstandelijk gehandicapte kinderen, terwijl er met zijn verstand niets mis is. Als jong kind werd hij verwaarloosd en ook hij heeft zijn moeder lang moeten missen. Net als de drie zusjes uit de matige documentaire de wereld volgens wagner, die alle banden met hun moeder hebben verbroken. De terreur-drieling worden ze genoemd, omdat ze op school ruzie zouden zoeken, maar zij hebben zo hun eigen versie van de werkelijkheid. De film toont vooral hun naïviteit en verzandt in aapjes kijken.
Boterham
In de fictiefilm basilicum & brandnetels van Eva van Pelt komt een jonge vrouw haar verdwenen vader na lange tijd weer tegen. Hij blijkt een actievoerder die het kappen van een bos probeert tegen te houden, zij is kokkin in het idyllische restaurant van haar even idyllische moeder. Hun geforceerde ontmoeting sneeuwt onder in de overdreven aandacht voor de art direction. Dat laatste is ook het euvel van schemeren van Jenneke Boeijink, die te veel drama in de film wil proppen, terwijl de droogkomische scènes in de Trendhopper en de supermarkt voldoende waren geweest.
Twee eindexamenproducties zijn echte hoogvliegers, omdat ze iets anders uitproberen dan een televisievriendelijk verhaaltje. Opvallend is de korte sciencefictionfilm things last van Constant van Hoeven, die laat zien dat ook in een ultramoderne wereld de verveling kan toeslaan. Helaas is Van Hoeven niet ontsnapt aan de genreclichés. gödel van Igor Kramer speelt een intelligent spel met het dagelijkse leven van de logicus Kurt Gödel, die worstelt met de filosofische vraag wat echt is en wat niet, en hoe dik hij zijn boterham met paté moet smeren. gödel is zo een inventieve Gordiaanse knoop geworden die bijdraagt aan het hoge niveau van lichting 2007, waarbij hart en hoofd genoeg geprikkeld worden.
Mariska Graveland