Lichting 2022: Filmacademie

Een reis naar binnen

Swans Reflecting Elephants

Het is tijd voor bezinning. Misschien is dat een resultaat van de coronapandemie waarin men veelal op zichzelf aangewezen was, misschien een reflectie van een maatschappij die op allerlei manieren aan het wakker worden is. In ieder geval zijn de eindexamenfilms van Filmacademie-lichting 2022 reflecterende films waarin de hoofdpersonages tot een pijnlijk inzicht komen.

In een maatschappij waar schijnbaar iedereen – van links tot rechts, van woke tot wakker – aan het ontwaken is, verrast het niet dat bezinning het overkoepelende thema voor een nieuwe generatie makers blijkt te zijn. De acht fictiefilms en vijf documentaires in lichting 2022 van de Filmacademie gaan bijna allemaal over momenten van inzicht. Ze portretteren het verlies van onschuld, het laten varen van een droom of het afschudden van opgelegde normen.

In A capella in D mineur (Malu Janssen), bijvoorbeeld, moet een viertal ouders onder ogen komen dat hun kinderen seksuele wezens zijn geworden. “De tijd van knuffelen is voorbij”, zo vat een van hen het nuchter samen. In een gesprek in de tuin op een warme zomeravond – de kleinste opzet van deze lichting – komen vooroordelen en geheimen boven tafel. Janssen weet veel voor elkaar te krijgen in een gesprek tussen vier ouders, maar vat dat in een wat teleurstellende vorm.

Entertain Me

Ook Entertain Me (Beek Groot) gaat over het loslaten van een beeld. In dit geval leidt een veranderd beeld van de wereld tot een ander toekomstperspectief. Bingoleider Revi ziet tijdens een nacht in Amsterdam onder ogen dat zijn droom om acteur te worden niet realistisch is in een harde, neoliberale wereld. Entertain Me begrijpt het medium van de kortfilm – als een van de weinige films voelt het als een afgerond geheel, en niet als een voorproefje van iets dat eigenlijk een langer werk had moeten zijn. Dat wil niet zeggen dat het de meest geslaagde film is van dit jaar: de kritiek op het neoliberalisme in de dialoog komt soms wat geforceerd over.

De documentaire De hemelse bloem (Tessa van der Riet) praat een aantal vrouwen voor het eerst over vrouwelijk genot. Een film met een veelbelovend thema, die struikelt over een wat verwarde insteek: de film wil de complexe relatie van vrouwen met seks onderzoeken én wil beargumenteren dat vulva’s niet inherent seksueel zijn. Die twee dingen kunnen best samengaan, maar voor een kortfilm is De hemelse bloem net niet gefocust genoeg. Dat komt ook naar voren in de visueel strelende, maar uiteindelijk lege vorm: een combinatie van integer klinkende interviews, expressieve dans en een poëtische voice-over die we kennen uit grote reclamecampagnes van de afgelopen jaren. Toch is het bewonderenswaardig dat Van der Riet kiest voor een minder letterlijke invulling van het thema in de vorm van dansscènes die het orgasme moeten verbeelden.

Verbeeldingskracht
De verbeeldingskracht en de bijbehorende neiging naar het fantastische van de afstuderende makers valt sowieso op dit jaar. Hun films maken vaak, al dan niet noodgedwongen, een reis naar binnen. Daar komt fantasie bij kijken. Die impuls heeft misschien iets te maken met het feit dat deze jonge makers een groot deel van hun studie genoten tijdens de coronapandemie en lockdowns. Een tijd waar buiten minder gaande was en men dus op zichzelf aangewezen was. Dat leidt, vooral in de fictiefilms, tot reflecterende films die inzicht bieden in de binnenwereld van de hoofdpersonenen. En bij de documentaires tot persoonlijke biechtfilms waarin de makers de confrontatie met zichzelf aangaan.

To Break a Butterfly

In To Break a Butterfly (Kate Hummel), een jeugdfilm in primaire kleuren, zien we hoe de dertienjarige Joy overal bloed ziet. Haar oudere broer heeft iemand neergestoken en dat verbrijzelt haar wereldbeeld. De titel lijkt te verwijzen naar het album To Pimp a Butterfly van rapper Kendrick Lamarr, die op zijn beurt verwijst naar Harper Lee’s roman To Kill a Mockingbird. De boodschap is in ieder geval duidelijk: kinderen kunnen breken door het geweld in hun omgeving. To Break a Butterfly is zo’n kortfilm die voelt als een opzetje voor iets groters. Hummel weet het conflict visueel goed op te bouwen, maar heeft niet genoeg tijd om dat tot een bevredigende conclusie te brengen.

Ook This Is Your Captain Speaking (Idriss Nabil), eveneens een jeugdfilm, neemt de kijker mee in de fantasiewereld van zijn hoofdpersoon. De tienjarige Asare droomt ervan piloot te worden. In het openingsshot zien we hem in een denkbeeldig vliegtuig over zijn geboorteland Ghana vliegen. Diezelfde verbeeldingskracht gebruikt hij wanneer hij hoort dat zijn muziekdocent het land wordt uitgezet: met zijn twee vrienden wil hij zijn volwassen docent adopteren om hem van deportatie te behoeden. This Is Your Captain Speaking laat Asare langzaam wakker worden uit die naïeve droom. Daarbij maakt de film ook een visueel contrast: de eerste helft is speels, de tweede grauw.

Joan’s Theme (Kiefer Eijckelhof) neemt de kijker ook mee in de binnenwereld van zijn hoofdpersoon. De film verbeeldt de angst rondom de ziekte van een moeder als een klotsende, onstuimige zee. Daarbij trekt Joan’s Theme een parallel tussen het ziekenhuis en een auditie voor een muziekschool aan de hand van terugkerende visuele motieven. Om aangenomen te worden bij de muziekschool moet Joan haar gevoelens rondom de ziekte van haar moeder onder ogen komen. Maar Joan gaat alles liever uit de weg. Ze is als een kleuter die haar vingers in haar oren stopt en heel hard zingt om zo de wereld buiten te sluiten. Joan’s Theme maakt haar probleem helder zonder het in dialoog te benoemen. Toch kan de film niet subtiel genoemd worden: Eijckelhof dikt alles net teveel aan.

Over een pastoor op regenlaarzen

De meest vernieuwende fictiefilm is Over een pastoor op regenlaarzen (Wessel van Wanrooij), die een bijzondere ontmoeting creëert tussen twee tegengestelde mensen: een dementerende man met een doodswens en een jonge vrouw die net iemand heeft vermoord. Dit lichtelijk absurde uitgangspunt leidt naar reflecties over de dood, verantwoordelijkheid, geloof en communicatie. Dit alles zonder voorkauwende dialogen. Het fijne aan Over een pastoor op regenlaarzen is dan ook dat de film de kijker vertrouwt en ambiguïteit niet schuwt.

Over het ontbreken van voorkauwende dialoog gesproken: het neofuturistische Eos (Razan Hassan) vertelt een mythisch verhaal over rebellie volledig zonder dialoog. Met vijf minuten is Eos met afstand de kortste film van deze lichting (de meeste films zijn tussen de twintig en dertig minuten), maar toch weet de film veel gedaan te krijgen door volledig op beeldtaal te vertrouwen. Dat lukt goed, misschien juist omdat het verhaal zelf niet zo vernieuwend is.

It Will Rain (Amir Zaza) heeft ook een zeldzaam grootste opzet. De film gaat over twee broers die Syrië niet willen ontvluchten en in een Syrische gevangenis terechtkomen. It Will Rain verbeeldt hoop in barre omstandigheden door middel van fantasie: de twee broers eten bijvoorbeeld een denkbeeldige vrucht. Uiteindelijk moeten ze onder ogen zien dat er geen toekomst is in Syrië. De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en “voelt als mijn verhaal”, vertelde Zaza, die zelf in Syrië vreesde voor zijn leven. Toch krijgen we weinig inzicht in het hoofdpersonage, misschien wegens die ambitieuze opzet, waardoor de film soms een samenvatting lijkt van gebeurtenissen.

Blik naar binnen
Inzicht in de binnenwereld van de hoofdpersoon wordt wel bereikt in de documentaires, die, nog meer dan voorgaande jaren al het geval was, veelal een persoonlijke insteek hebben. Daarmee weerspiegelen de films de persoonlijke tendens in cinema van de afgelopen jaren: films die ofwel over de filmmaker zelf gaan ofwel dichtbij de maker liggen.

LOUDER! SO I CAN HEAR YOU!

Drie van de vijf documentaires zijn egodocumenten: Swans Reflecting Elephants, LOUDER! SO I CAN HEAR YOU! en Filho gaan alle drie over de ervaringen van de maker. In Swans Reflecting Elephants en Filho verschijnt die maker ook zelf op beeld. Door hun eigen ervaringen te onderzoeken, weten ze een unieke draai te geven aan een breder thema.

In een vrije vorm waarin fantasie en realiteit mengen, onderzoekt Niek Silvan in Swans Reflecting Elephants zijn Body Dysmorphic Disorder. Silvan op zoek naar Jesse, die ook aan Body Dysmorphic Disorder lijdt en die hij ooit als kind op tv heeft gezien. Misschien heeft hij de antwoorden waar Silvan, in therapie en bij de plastisch chirurg, naar zoekt. Knap is hoe Silvan een complex thema van verschillende kanten belicht en tot een bevredigende conclusie weet te brengen. Daarbij moet hij onder ogen komen dat hij waarschijnlijk nooit van zijn lage zelfbeeld af zal komen en komt hij erachter waar zijn afkeer van zijn uiterlijk vandaan komt.

In het poëtische LOUDER! SO I CAN HEAR YOU! gaat Laura Bokhoven op zoek naar de schimmen van haar overleden vader, die ze nooit gekend heeft. De film begint als ze op een verhaal stuit over haar vader. Ze maakt gebruik van zijn gedichten, brieven en foto’s om dichterbij hem te komen en maakt een roadtrip om de leegte op te vullen die hij heeft achtergelaten. LOUDER! SO I CAN HEAR YOU! is een wanhopige zoektocht naar iemand die er niet meer is en een afrekening met het feit dat hij nooit meer terug zal komen. Rouwverwerking op film.

Filho

Het open en rauwe Filho (Tomas Ponsteen) gaat over de realisatie dat adoptieorganisaties kunnen liegen over het adoptieproces en dat adoptiekinderen uit Brazilië soms van hun biologische ouders zijn gestolen. Door gesprekken te voeren met zijn ouders, een adoptieagent en een moeder waarvan haar kind is gestolen gaat Tomas Pontsteen de confrontatie aan met de schaamte en het schuldgevoel die hij voelt over zijn beslissing om niet op zoek te gaan naar zijn biologische moeder. Een bijzondere invalshoek, want we horen meestal over kinderen die wel op zoek willen naar hun biologische ouders.

Jongen van hout (Eva Oosterveld) biedt ook inzicht in een breder sociaal thema via een portret van een jongen, al is dit niet de maker zelf. De documentaire gaat over iemand die in de volksmond een ‘probleemjongere’ wordt genoemd, maar die we leren kennen als iemand met een laag zelfbeeld die is vastgelopen in zijn leven. De film is vooral goed in de selectie van beeldmateriaal en weet een indringend portret neer te zetten in korte, krachtige scènes. Jongen van hout heeft een duidelijke verhaallijn: de hoofdpersoon wil een kapstok maken om aan zijn vervreemde moeder te geven. Aan het eind van de film, als hij de kapstok aan haar heeft gegeven, zien we hem op de grond liggen en naar de lucht staren. Voor het eerst zien we hem alleen op beeld. Het moment van bezinning begint bij hem pas dan.


Keep an Eye Filmacademie Festival | 5 t/m 9 oktober | Eye Filmmuseum, Amsterdam

Alle afstudeerfilms zijn van 7 t/m 12 oktober ook te zien via Picl. Op 22 oktober vanaf 22.45 worden de documentaires uitgezonden op NPO3; op 29 oktober vanaf 22:55 uur volgen de fictiefilms.