Laurence Dunmore
Pornografische graaf

Laurence Dunmore (met pet) op de set van The libertine
Debutant Laurence Dunmore werkte voor The libertine samen met John Malkovich en Johnny Depp, die de liederlijke zeventiende-eeuwse schrijver James Wilmot speelt. Dunmore: "Veel kostuumfilms zien er opgepoetst en schoon geschrobd uit. Ik laat mensen zien met vettige haren en vuile nagels."
James Wilmot, de tweede graaf van Rochester (1647-1680) geldt als een van de meest markante en beruchte personages uit de Engelse literatuurgeschiedenis. Hij was gezegend met een groot literair talent, maar besteedde zijn tijd vooral aan het maken van pornografische verzen. Zijn liederlijke levensstijl vol uitspattingen en schandalen prikkelde de nieuwsgierigheid van schrijvers (waar onder Graham Greene) en historici. Nu is er ook een film over zijn leven: The libertine, geregisseerd door Engelsman Laurence Dunmore en met Johnny Depp in de hoofdrol.
"Rochester was een schrijver met geniale invallen, maar ook iemand met een sterke drang tot zelfvernietiging", vertelde Dunmore daags na de première van zijn film op het festival van Toronto. "Mensen hebben verplichtingen ten aanzien van hun talenten, maar Rochester verkwanselt dat talent en verraadt daarmee ook de mensen die in hem geloven. Hoe is het mogelijk dat iemand die met de spreekwoordelijke zilveren lepel in z’n mond geboren wordt en zo’n beetje alles kan doen wat hij maar wil, zo treurig aan z’n einde komt?"
Postpakket
Dunmore werd bij zijn regiedebuut in het zadel geholpen door John Malkovich die hij leerde kennen bij de opnamen van een commercial. Dunmore: "We zijn bevriend geraakt toen ik hem regisseerde in een reclamefilmpje voor Eurostar." Malkovich beloofde hem een paar scenario’s toe te sturen. Tot verbazing van Dunmore plofte er een paar dagen later inderdaad een postpakket op de mat. "Het allereerste scenario dat ik las, ging over Rochester en heette ‘The libertine’. Het was alsof het zo heeft moeten zijn."
Malkovich verklaarde zich bereid als coproducent op te treden en de rol van koning Charles II te spelen. Met zijn naam als visitekaartje kon de jacht op acteurs beginnen. Samantha Morton toonde zich onmiddellijk enthousiast voor de rol van Elizabeth Barry, de actrice die door toedoen van Rochester tot grote hoogten steeg op de Londense podia en die een kind van hem ter wereld bracht. Dunmore: "Terwijl Rochester z’n eigen talenten verkwanselde, realiseerde hij een deel van zijn ambities via haar. Elizabeth Barry is de belichaming van de dingen die Rochester zelf nalaat te doen."
Resteerde de hoofdrol. Daarvoor meldde zich ene Johnny Depp. Dunmore: "Het probleem was dat Pirates of the Caribbean op dat moment net een enorme hit was en Johnny van een filmster was veranderd in een superster. Hij werd overspoeld door aantrekkelijke aanbiedingen."
Nadat er met passen en meten een plekje gevonden was in de overvolle agenda van Depp, deed zich prompt een nieuw probleem voor. Een maand voor aanvang van de opnamen besloot de Britse regering abrupt een gunstige belastingmaatregel voor filmproducties in te trekken. "Daarmee waren we in één klap een groot deel van ons budget kwijt" De producenten wisten met veel kunst- en vliegwerk te voorkomen dat het project afgeblazen moest worden. Dunmore: "Maar veel andere producties zijn kopje onder gegaan. De regering heeft destijds een gloeiende pook in de ogen van de Britse filmindustrie gestoken."
Inktvlekken
Vond Dunmore het intimiderend om als debuterend regisseur met zo’n beroemdheid als Depp te werken? Hij schudt resoluut het hoofd. "Johnny gaf me de gelegenheid niet om me daar druk over te maken. Het was alsof ik met een oude vriend op de set stond." Hij prijst de toewijding waarmee Depp zich voorbereidde. "Johnny heeft zichzelf heel intens in Rochester verdiept en veel plekken bezocht waar Rochester geweest was. Toen hij op de eerste werkdag de set op kwam lopen wás hij Rochester."
In The libertine wordt veel aandacht besteed aan realistische details. De oplettende toeschouwer ziet bijvoorbeeld dat Johnny Depp voortdurend inktvlekken op zijn vingers heeft. Dunmore: "Veel kostuumfilms zien er opgepoetst en schoon geschrobd uit. Dat heb ik willen voorkomen. De mensen trokken hun kleren niet al te vaak uit en wasten zich zelden. Ik laat mensen zien met vettige haren en vuile nagels." Ook de straatscènes in The libertine hebben een groezelig aanzien. "Het was vies was op straat in de zeventiende eeuw. Zodra het regende veranderden de straten in een zee van modder. Ik wil dat de toeschouwer dat als het ware kan ruiken. Ik ben een groot liefhebber van de beeldende manier waarop Patrick Süskind geuren beschrijft in zijn roman Het parfum. Dat had ik voortdurend in m’n achterhoofd bij het maken van deze film. En daarom ruikt The libertine naar modder en stront."
Erik Spaans