Joost Rekvelds Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59

De ontdekking van de chaos

Kunstenaar, filmmaker en curator Joost Rekveld verzamelde de afgelopen jaren een grote hoeveelheid analoge computers, oscilloscopen en andere apparaten die vaak van militaire afkomst bleken. Hij gebruikte ze voor Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59, een abstracte sciencefictionfilm, en tegelijkertijd zijn meest narratieve werk tot nu toe.

Op zijn Instagram-account omschrijft filmmaker en curator Joost Rekveld zichzelf als een ‘kunstenaar die van machines probeert te leren’. Niet zo gek dus dat hij in de eindcredits van zijn nieuwe film Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59 niet alleen de filmtitels noemt waarvan we geluidsfragmenten hebben gehoord op de soundtrack, maar ook de typenummers van de apparaten waarmee hij de beelden heeft gegenereerd.

Die filmtitels zullen vaak wel een belletje doen rinkenen: War of the Satellites, The Day the Sky Exploded, Plan 9 from Outer Space. Klassieke science fictionfilms uit de late jaren vijftig. De apparaten zullen de meeste mensen minder bekend in de oren klinken: een EAI TR-48 analoge computer uit 1963 bijvoorbeeld, of een HP5245L elektronische teller, of Tektronix 5113/D13 oscilloscopen, die normaliter worden gebruikt om de signalen in radio of radar te bekijken. Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59 bestaat uit beelden die met die analoge radio- of radarsignalen zijn gemaakt.

Visuele muziek
Rekveld is een van de meest consistent aan zijn eigen cinematische wereld bouwende filmmakers die we in Nederland hebben. Hij nummert zijn films alsof het wetenschappelijke experimenten zijn. Hij werkt met licht en geluid, vaak vanuit een theoretische achtergrond, maar vaker nog door zelf apparaten en machines te bouwen die beelden kunnen voortbrengen die we nog nooit eerder hebben gezien.

Zijn films zijn abstract – of beter gezegd, de beelden die hij genereert zijn abstract – maar als ervaring zijn ze heel concreet. Ze zijn stevig geworteld in de traditie van de experimentele cinema met hun lichtflitsen, nabeelden, uiteenwaaierende fractalachtige vormen, snelgroeiende kristallen, golven, lussen en loops. Ooit noemde hij ze ‘visuele muziek voor het oog’.

Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59 begint met een korte proloog, ‘Ueda’s Shattered Egg’. Daarin maken we kennis met de Japanse computerwetenschapper Yoshisuke Ueda, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog een van de grondleggers van de chaostheorie (min of meer gelijk met Edward Lorenz, bekend van het vlindereffect). Ondertussen tekent een pen eerst cirkels en dan steeds grilliger vormen op grafiekpapier. We zien een XY-recorder die is aangesloten op een analoge computer die een systeem van chaotische vergelijkingen oplost.

Rekveld zelf citeert in voice-over uit Ueda’s geschriften. Over hoe hij niet in abstracties, maar in concrete fenomenen is geïnteresseerd. En dat hij verbaasd is dat mensen chaos een nieuw fenomeen noemen, wat het natuurlijk niet is: “Er is altijd chaos om ons heen geweest, alleen niemand heeft het gezien.” Door minieme verschillen in de data van de berekeningen worden de uitkomsten (en dus de figuren) steeds anders. Steeds wilder. Lijken dat nou dronken vlinders?

Als in een volwaardige suspensefilm volgt dan de tekst ‘drie maanden later’ en als je de logica volgt van die ‘pentekeningen’ naar wat we dan zien – ja dan krijg je een goede indruk van hoe snel het ging met de ontwikkeling van computers in de jaren zestig.

Rennende schaapjes
Eerst maar even wat we zien. Want #59 heeft een hoop ideeën, maar ook een hoop te zien. Stralen, strepen, rasters. Een breiwerk van waterdruppels. Een uit elkaar getrokken spinnenweb. Radartjes en spiralen. Golven. Lichtstralen die eigenlijk deeltjes zijn en eruitzien alsof ze op de bodem van een zwembad zijn gevallen. Felgroen wat nog iets groener wordt. Iets wat op rennende schaapjes lijkt. Of olifantjes die van de zijkant van het beeld naar het midden banjeren. De sporen van schaatsenrijdertjes die op de rivier de hoek om dansen. De chaotische vergelijkingen die door de computers worden uitgerekend leveren onverwachte bochten en kronkels op.

Ik weet trouwens niet zeker of ik dit allemaal heb gezien, want ik durfde niet te knipperen tijdens het kijken en veel van Rekvelds vormen en kleurenflitsen leveren nabeelden op die zo snel gaan dat je ze niet van echt kunt onderscheiden, en die zich misschien wel gerieflijk op het volgende beeld projecteren.

Misschien begon ik wel te hallucineren?

Feitelijk kijken we nu echt naar geluid, maar soms zien al die wijkende en verwijderende golven eruit alsof je naar beelden zit te kijken die door een zwart gat worden getrokken. Of naar een verstoord televisiebeeld. Misschien is er toch wel iets figuratiefs, alleen zie we het niet. Is er ruis op de lijn?

Op de soundtrack heeft Rekveld een collage gemaakt van fragmenten uit die al eerdergenoemde paranoia-scfi, films waarin aliens het ‘Rode Gevaar’ vertegenwoordigden en er – pakweg een decennium na de Amerikaanse atoomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki – heel veel engs met straling en mutaties uit de ruimte kwam. Het was de tijd waarin de meeste van de door Rekveld gebruikte computertechnologie werd ontwikkeld, met militaire doeleinden overigens. “Veel van wat we in onze broekzak hebben zitten is ooit door het leger ontworpen”, zei Rekveld bij een try-out van zijn film op het Anifilm animatiefestival in het Tsjechische Liberec.

Zelflerend
Door zijn experimenten in te bedden in een dramaturgische structuur, met proloog en verhaalrestanten, is #59 niet alleen Rekvelds meest narratieve maar ook zijn meest politieke film. Alleen al door de link die vanouds bestaat tussen filmische media en het militaire- en surveillance-apparaat – volgens sommige opvattingen in de media-archeologie is een avondje naar de bios een bijproduct van de wapenwedloop.

Dat is niet alleen van belang met een blik op het verleden, maar juist ook nu we het hebben over het (zelf)lerend vermogen van machines zoals artificiële intelligenties. AI en chaostheorie zijn sowieso twee interessante danspartners.

Door de standaard denkwijze om te draaien en te vragen wat wij van machines kunnen leren, hebben we ook de kans om een hoop over onszelf te leren.


Mechanisms Common to Disparate Phenomena #59 is te zien tijdens Eye on Art (Eye Filmmuseum, 23 mei) en tijdens het Conflux Festival (Rotterdam, 18 juni).