Joost Rekveld
'Ik ben geen celluloid fundamentalist'

Portret Geert Snoeijer
Een selectie uit de experimentele celluloidfilms van Joost Rekveld zijn door EYE geconserveerd en gedigitaliseerd. Het IFFR presenteert Rekvelds oude werk naast nieuw materiaal.
Door Hugo Emmerzael
#61
Dat onze relatie met film als fysiek medium verandert, is nergens zo goed voelbaar als in de experimentele cinema. Veel experimentele filmmakers die daar opereren zijn gewend om te werken op acht, zestien of vijfendertig millimeter celluloid, maar dat materiaal is steeds lastiger te vertonen omdat theaters in hoog tempo digitale projectoren installeren.
Dit jaar presenteert kunstenaar Joost Rekveld oude en nieuwe experimentele films op het Rotterdams filmfestival. Onlangs is een deel van zijn celluloidwerk door EYE geconserveerd en gedigitaliseerd met alle paradoxale gevolgen van dien: de celluloidmanipulaties van Rekveld zijn veiliggesteld voor toekomstige vertoningen, maar zullen wel vaker in digitale vorm in plaats van op celluloid bekeken moeten worden. Enen en nullen dus, in plaats van tastbaar filmmateriaal. Ook ter voorbereiding van dit artikel waren alleen digitale versies van zijn werk beschikbaar.
"Ik ben daar niet op tegen", zegt Rekveld. "Ik ben geen fundamentalist. Digitale projectie is nou eenmaal de realiteit. In veel gevallen biedt het ook beter beeld dan 16mm. Maar ik geloof niet dat alles in het digitale tijdperk alleen maar beter gaat worden. Het wordt gewoon anders."
Al in het begin van de jaren negentig was Rekveld bezig met de combinatie van computertechnologie en celluloid door software te schrijven waarmee hij film kon manipuleren. Logisch dat hij geen strikte scheiding ziet tussen digitaal en analoog. "Voor mij is de overgang van analoog naar digitaal geen lineair proces. Waar ik wel over nadenk is de specificiteit van de verschillende media. Film heeft een bepaalde eigenschap, context en vertoningscultuur. Ik ben films gaan maken in de context van bioscopen en dat vind ik nog steeds een prachtige vertoningsvorm. Er heerst concentratie in de zaal, het is stil en donker. Op het witte doek na. Dat is een soort podium of lijst om een schilderij, een vorm met eigen regels."
#67
Sterrenkaart
Drie nieuwe werken worden dit jaar op het filmfestival van Rotterdam vertoond. Naast installatie #61 presenteert Rekveld ook de twintig minuten durende film #67, gemaakt voor het in Amsterdam gesitueerde mediakunstplatform LIMA, en voorziet hij de muzikale performance Ursae Minoris van Claudio Baroni van live beelden.
Baroni putte inspiratie uit de reizen van Cyriacus van Ancona, een archeologische reiziger uit de veertiende eeuw die zich liet leiden door het sterrenbeeld van de Kleine Beer. "Baroni is een interessante componist", licht Rekveld de samenwerking toe. "Hij heeft een sterrenkaart vrij letterlijk vertaald naar muzikaal materiaal. Ursae Minoris is een compositie die voor een deel vaststaat, maar ook ruimte biedt voor improvisatie. Het idee was om een beeldende begeleiding te maken waarin dat ook het geval is."
Het is deze performancevorm waarin de technologische interesses van Rekveld duidelijk naar voren komen. "Ik heb een softwaresysteem ontwikkeld waarmee ik natuurfenomenen als regenbogen, mist en twinkelende sterren kan simuleren. Vervolgens zoek ik uit wat er met dit systeem kan. Wat zijn de consequenties van mijn input? Welke beelden kan ik uit de software halen? Uiteindelijk stippel ik een route uit naar een interessante compositie. We hebben Ursae Minoris nu al een paar keer opgevoerd en we merken dat we steeds beter op elkaar ingespeeld raken."
Ursae Minoris
Relatie tussen mens en machine
Voor de film #67 navigeerde Rekveld door andere zelfgebouwde software, maar hier kiest hij een definitieve route die hij vervolgens "bevriest". #67 is een hommage aan Telc en Reminiscence, werk uit 1974 van experimentele filmkunstenaars Steina en Woody Vasulka. "Ik heb vrij direct een deel van hun technieken overgenomen, omdat die aansluiten bij mijn interesse voor analoge elektronica. Daaraan fscineert me vooral het fysieke aspect van de apparaten. Bij een computer is het allemaal zo verstopt. Analoge elektronica nodigt uit tot een andere manier van nadenken over beeld. Daar is het beeld een signaal. Dat heeft hele andere consequenties dan wanneer je het beeld ziet als een geheugenbuffer."
In #67 combineert Rekveld gemanipuleerde straatbeelden van Amsterdam met de uitslag van elektromagnetische metingen die hij met een antenne deed. Het resultaat is een abstract beeld dat de ervaring van door de stad lopen op een nieuwe manier voelbaar maakt. "Wat je in de film ziet, is niet alleen dat vreemde perspectief als hommage aan de Vasulka’s, maar ook een visualisatie van stralingen die zich om ons heen bevinden. Ik denk steeds meer na over deze relatie tussen mens en technologie en die gedachten worden steeds meer onderdeel van mijn werk. Eigenlijk voel ik me daardoor steeds minder een filmmaker."
#61 opent donderdag 26 januari tussen 17:00 en 18:30 in Het Atelier | #67 gaat 28 januari om 14:00 in première in Pathé 2 | Ursae Minoris wordt gepresenteerd tijdens de Sound + Vision avond van het IFFR in WORM op zaterdag 28 januari om 22:00.