IFFR: Regained

Verweesde beelden

  • Datum 24-01-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

All This Can Happen

Het IFFR zet zich al jaren in om ook de filmgeschiedenis aan bod te laten komen, nu onder de noemer Regained. Vijf types filmgeschiedschrijving op een rij.

Door André Waardenburg

Films en documentaires die terugblikken op ruim 115 jaar filmgeschiedenis komen in soorten en maten. Ze vormen een eigen genre, maar in de filmwetenschap is nog geen poging ondernomen dit genre in zijn breed uitwaaierende verschijningsvorm te typeren. Hierbij een voorzichtige poging tot een typologie, oplopend van traditioneel tot experimenteel. Uitgangspunt is de Regained-selectie van 2013, die als vanouds is samengesteld door programmeur Edwin Carels.

Traditioneel
Terugblikkende documentaires over regisseurs, films of belangrijke filmpersonen worden het meest gemaakt. Iedereen kent het format: clips uit films worden afgewisseld met interviews met acteurs en crewleden die nog met de regisseur of persoon in kwestie hebben gewerkt.
Celluloid Man past in deze traditie. Het is een portret van P.K Nair, in 1964 de oprichter van het Nationale Filmarchief van India. Hij praat over zijn leven en obsessie voor film, maar ook anderen komen aan het woord over het belang van Nair voor het conserveren van het Indiase filmerfgoed.
Carels selecteerde ook enkele ietsje minder traditioneel gemaakte portretten, zoals de documentaire Cinexpérimentaux Stephen Dwoskin, over de vorig jaar overleden experimentele filmmaker Stephen Dwoskin, vaste gast van het IFFR.
L’entrefilm bevat setopnames en bespiegelende interviews met de in september 2012 gestorven Franse regisseur Marcel Hanoun, en wordt als double bill met diens zwanenzang Cello vertoond.

Restauraties
Het Filmfestival Cannes heeft sinds enkele jaren een apart programma met meer of minder bekende gerestaureerde films: Cannes Classics. Hierin draaien recente restauraties door toonaangevende en regionale filmarchieven of de filmstudio’s zelf, zoals Lawrence of Arabia (in 4K) en een nog langere versie van Once Upon a Time in America. Vrijwel elk filmfestival doet dit op kleine schaal na.
Het IFFR verkiest het om de wat obscuurdere opgelapte films te vertonen. Vergeten pareltjes, zoals dit jaar Paula Gladstones Dancing Soul of the Walking People, een op super8-film gedraaide, sfeervolle impressie van het leven under the boardwalk van Coney Island. Pas onlangs was het technisch mogelijk Gladstones uit 1980 stammende film te restaureren.

Found footage
De found footage-film is samengesteld uit archiefmateriaal en vertelt daarmee een nieuw verhaal. Denk aan de Film ist-reeks van Gustav Deutsch of Decasia (in 2002 op IFFR) van Bill Morrison, wiens recentste found footage-film Just Ancient Loops op het IFFR draait. Afgaande op het Regained-aanbod van de afgelopen jaren is dit dé trend — het belangrijkste subgenre.
Found footage is eigenlijk een rare term, want het materiaal is niet zomaar ergens gevonden. Meestal is er actief en systematisch naar gezocht in filmarchieven. Formeel gesproken is het materiaal ‘verweesd’ — er zijn geen rechthebbenden die aanspraak maken op copyright, of het copyright is juridisch gezien verlopen. Archivisten spreken dan ook over de orphan film.
Het met (fraai bewerkt) archiefmateriaal uit de begintijd van de cinema gemaakte All This Can Happen is een prachtige illustratie van het korte verhaal Der Spaziergang (1917) van de Zwitserse modernist Robert Walser.
De ultieme found footage-film is Final Cut: Ladies and Gentlemen van György Pálfi. Pálfi recycelde fragmenten uit zo’n 500 films van anderen, van Avatar tot The Wizard of Oz. Hij noemt hem zelf "de ultieme film over de ultieme man en vrouw". Filmquiz en filmanalyse ineen.
En het kan nog experimenteler. De Amerikaanse filmer James Benning bewerkte John Cassavetes’ film Faces (1968) zodanig dat er alleen nog maar close-ups van de acteurs uit die film te zien zijn, soms extreem vertraagd. Zijn radicale, dialoogloze remake van Faces wordt zo een boeiende studie naar gezichtsexpressie en geeft vrij spel aan de menselijke fascinatie met gezichten.

Metafilm
Benning heeft nog een film op het IFFR draaien. In Easy Rider bezoekt hij de locaties waar de klassieke road movie van Dennis Hopper uit 1969 werd opgenomen. In zijn karakteristieke lange takes (even lang als de oorspronkelijke scènes) laat hij bijvoorbeeld een oplichtend vacancy-bord zien, terwijl we op de geluidsband de frase uit Easy Rider horen "You’ve got a room?" Een beeld dat Benning vijf keer lang laat terugkeren is dat van een kampvuur, zodat de toeschouwer terug kan denken aan de scène uit Easy Rider bij een vuurtje waarin Jack Nicholson een van de thema’s verwoordt als hij tegen Billy (Dennis Hopper) zegt: "What you represent to them is freedom".
Het is een goed voorbeeld van een metafilm: een film die over het medium film zelf gaat. Soms moet de toeschouwer actief op zoek naar de bedoelingen van de maker en zijn associaties duiden. Als dat lukt, ontstaat er een betoog tussen de film zelf, de film(s) waarnaar verwezen wordt, maker en kijker.
The Pervert’s Guide to Ideology van Sophie Fiennes is ook een metafilm, maar dan eentje die duidelijker is in zijn bedoeling. Met begrippen uit de psychoanalyse analyseert de Sloveense filosoof Slavoj Zizek hierin op geheel eigen wijze filmscènes op hun (verborgen) ideologische lading. De kijker beseft na afloop wellicht dat ook Zizek zelf waarschijnlijk een ideologische bedoeling heeft. Niets is meer neutraal na het zien van deze film.

Experimenteel/kunst/installatie
De laatste categorie is die van de experimentele film die onderdelen van de filmgeschiedenis zodanig deconstrueert en bewerkt dat het soms een uitdaging wordt de bedoelingen van de maker te achterhalen. De uitleg is soms leuker dan de film zelf, zoals bij veel conceptuele kunst. To Become, Shift, Transfer, Copy and Erase JANET LEIGH van kunstenaar Jeroen Offerman en Stephen Connolly’s Zabriskie Point (Redacted) zijn er een goed voorbeeld van.