IFFR Really? Really.
Het surrealisme is terug

Belluscone — Una storia Siciliana
Een zelfgebouwde martelgevangenis in Berlijn? Siciliaanse liedjes die kitcho galore Berlusconi en de maffia bezingen? Het is allemaal te zien in het Really? Really.-programma van curator Olaf Möller op het IFFR. Het surrealisme is terug, zegt Möller, en het brengt een esthetiek van de woede.
Door Ronald Rovers
"Surrealisme was na de Kultur Kampf van de jaren vijftig een van de losers van de filmgeschiedenis", zegt de Duitse filmcriticus/curator Olaf Möller die voor het Filmfestival Rotterdam het programma Really? Really. samenstelde. "De winnaars waren de modernisten, van Antonioni tot Jonas Mekas, met hun koele, afstandelijke blik op het moderne leven. En nog steeds is het onder critici geen onderwerp van gesprek. Terwijl surrealisme, als je erop gaat letten, surrealisme in nogal wat films te vinden is. Waarom zegt niemand dat Ulrich Seidl een surrealistische filmmaker is?"
In september in Venetië viel zogezegd het kwartje, toen Möller zekere surrealistische tendensen herkende in een paar van de beste films van het festival. Om er zeker van te zijn dat hij niet droomde, stapte hij eerst naar een vriend die beeldend kunstenaar is. Had het surrealisme ook in de andere visuele kunsten een rentree gemaakt? Dat had het, zei de kunstenaar. Möller droomde niet.
"Misschien dat veel mensen bij surrealisme nog steeds denken aan de schilderijen van Salvador Dali, maar dat is te beperkt. Want waar kwam het vandaan? Het surrealisme werd geboren op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog, waarna kunstenaars het wrede collectieve onderbewuste van de wereld wilden ontmaskeren. Zo wilden ze het bizarre van de werkelijkheid laten zien. En dat kan op veel manieren."
Bizar is die werkelijkheid nog steeds. Ooit gehoord van neomelodische zangers? Ze zijn een fenomeen op Sicilië. In Belluscone — Una storia Siciliana gaat de maker op zoek naar de Siciliaanse machtsbasis van het imperium van Silvio Berlusconi. Niet in de vorm van de standaard journalistieke reportage maar gefilterd door de cultuur rond die neomelodische artiesten, die in liedjes zowel de maffia als Berlusconi bezingen. Net als in de surrealistische komedie L’âge d’or van Buñuel uit 1930 blijken alle lagen van de cultuur gecorrumpeerd. Moreel en financieel. Dat wordt gepersonifieerd door de belangrijkste manager van de zangers, een man die zo glibberig is dat hij zelfs woorden en namen verkeerd uitspreekt omdat hij nergens op gepakt wil worden. Tegelijk illustreert hij daarmee een soort bizarre disconnectie met de werkelijkheid.
Guantanamootje spelen
De Duitsers zijn dan weer op typisch Teutoonse wijze surreëel. Der Besuch is een van de korte films die Jan Soldat maakte van een zelfgebouwde gevangenis in Berlijn, waar mannen zich vrijwillig laten opsluiten om Guantanamootje te spelen en in sm-stijl gemarteld te worden. Het bezoek uit de titel is van de grootmoeder van de oprichter van de gevangenis, die langskomt om te zien waar haar kleinzoon zich mee bezighoudt.
"Afgelopen voorjaar werd ik gevraagd te adviseren bij de tentoonstelling ‘Bewusste Halluzinationen. Der filmische Surrealismus’ van het Deutsches Filmmuseum in Frankfurt. Zo begon het eigenlijk. Omdat dat alleen over films uit de jaren twintig en dertig ging ben ik sindsdien gaan nadenken over meer recente surrealistische films. Het viel me op dat veel films waartoe ik me de afgelopen jaren aangetrokken voelde, iets surreëels hebben. Alleen noemen we ze niet zo. Alsof we de kunst om dat te herkennen, verloren zijn.
"Tegelijk voelen veel mensen zich ongemakkelijk bij surrealistische films omdat ze zo echt en intens politiek zijn. Dat is misschien wel de belangrijkste invalshoek bij de films in mijn programma in Rotterdam, die politieke ondertoon. De overheersende stroming van het realisme daarentegen vraagt niet om veranderingen, die contempleert vooral over de werkelijkheid. Ik vind dat nogal conservatief en esthetisch bevindt het realisme zich op een doodlopende weg. Het surrealisme contempleert niet, het communiceert. Het vraagt wel om verandering. Het accepteert de wereld niet zoals die is. Dat het surrealisme terug is, ook al is het nooit helemaal weggeweest, is een politieke ontwikkeling. En die komt op het juiste moment. We hebben zo’n esthetiek van de woede hard nodig."
Ook buiten Möllers Really? Really.-programma duikt in Rotterdam het surrealisme op. Soms duidelijk herkenbaar, zoals in het Koreaanse A Matter of Interpretation, waarin personages in elkaars dromen verschijnen. Of in de Franse sf-film Cosmodrama waarin een groep astronauten in een retro-sixties ruimteschip over het bestaan en het universum filosofeert. Soms meer verhuld, zoals in de rode objecten die de drie verhalen van het Chinese Erdos Rider verbinden. Het is er, voor wie het zien wil. En is het toeval dat de Portugese documentairemaakster Catarina Mourão, waarvan The Wolf’s Lair in Rotterdam te zien is, aan de Universiteit van Edinburgh gaat promoveren op het verwerken van dromen in documentaires? Olaf Möller denkt van niet.