IFFR 2024: Focus Scud

Tien films als één queer totaalkunstwerk

Amphetamine

Met het Focus-programma rond de queer cinema van Scud toont IFFR het volledige, inmiddels afgeronde oeuvre van de Hongkongse filmmaker. Zijn tien films vormen een gevoelvolle en verbeeldingsrijke verkenning van liefde en leven.

In Utopia van de Hongkongse filmmaker Scud krijgt een vrouwelijke student de vraag: “Wat zou je vervelender vinden: dat je vriend met een jongen seks heeft of met een ander meisje?” Het aan Scud gewijde Focus-programma laat zien dat zijn werk onmiddellijk herkenbaar is als gay cinema, maar met een heel eigen perspectief.

Je kan Scud, pseudoniem van Danny Cheng Wan-Cheung, een late, maar wel in het oog springende ontdekking van IFFR noemen. Zijn debuut maakte hij in 2008 met City Without Baseball en hij profileerde zich al snel als een opvallende vertegenwoordiger van de queer cinema van Hongkong. Zijn tweede film Permanent Residence (2008) was in Nederland te zien op het Cinemasia Festival, maar pas vorig jaar dook Scud in Rotterdam op met zijn voorlaatste, Bodyshop. Nu gaat zijn afscheidsfilm Naked Nations – Tribe Hong Kong hier in wereldpremière, naast de vertoning van al zijn eerdere werk.

Vrijheid
Er valt veel voor te zeggen om Scuds tien films als één totaalkunstwerk op te vatten. Weliswaar tien zelfstandige verhalen, maar met veel terugkerende thema’s en acteurs en soms terloopse onderlinge verwijzingen. Niet te missen is het regelmatig opduikende, onbevangen gefilmde naakt van overwegend, maar niet uitsluitend, jonge mannen. Soms overvloeiend in seks, maar zeker niet altijd. Je kan er vooral de viering van vrijheid in zien.

Maar we doen Scud tekort door hem op dat bloot vast te pinnen. Even opvallend is dat zijn films de homo-erotiek ruimschoots overstijgen met gevoelvolle verkenningen van liefde en leven, eenzaamheid en verbondenheid; met plezier, tragiek en kwetsbaarheid.

Zijn roeping vond Scud (1967) langs een omweg. Geboren in China, opgegroeid in Hongkong, zo’n twintig jaar in de informatietechnologie, tot hij in 2001 naar Australië verhuisde om zich te bezinnen op zijn ambities. Vier jaar later keerde hij terug naar Hongkong, richtte het productiebedrijf Artwalker op en werd filmmaker.

Fictie en realiteit
Bij vrijwel al zijn werk tekent hij voor regie, scenario en productie. Alleen zijn eerste, City Without Baseball, over het enige honkbalteam van Hongkong, regisseert hij samen met Lawrence Ah-Mon. In theorie een sportfilm, maar meer een coming-of-age over rivaliteit, vriendschap en de voorzichtige ontdekking van de eigen seksualiteit. Met echte sporters als acteurs lopen fictie en realiteit door elkaar. Net als in het autobiografisch getinte Permanent Residence (2009), wat Scud als zijn echte debuut beschouwt.

Daarin een jonge homoseksuele ICT’er met een traumatische jeugd, die op de sportschool een vriend vindt met wie hij alles delen kan, behalve seks. Als hij de oceaan ziet, moet hij denken aan de dood: we spoelen aan op de kust, leven ons leven en keren terug naar dat universum.

Dat laatste is al een aanzet tot filosofisch getinte bespiegelingen die steeds vaker in Scuds werk zullen opduiken, evenals geesten, fantasiebeelden en spiritualiteit. We zien zijn verbeeldingskracht groeien. In Utopians (2015) raken een jonge, zoekende student en zijn meer conservatieve vriendin in de ban van een uitdagende, Griekse filosofen citerende docent en diens vrouwelijke assistent. Glorieuze beelden van vier panseksueel verstrengelde lichamen, maar ook discussies over zonde en een liefdesduet van Beethoven.

Pijn en plezier
In diezelfde film een theaterscène waarin iemand stelt dat pijn bij het leven hoort. “Hoe meer pijn, hoe wijzer we worden.” Utopians opent met een droom die aan een kruisiging doet denken. Nachtmerries, zelfmoordgedachten en verlies van naasten zijn in Scuds films naast alle plezier ook regelmatig terugkerende elementen. Hij droeg Utopians op aan Yukio Mishima, Rainer Werner Fassbinder en Derek Jarman.

Ook Peter Greenaway is een kunstenaar die Scud inspireert. Zie bijvoorbeeld het kannibalistische subplot van het fantasierijke Bodyshop (2022), met een clandestien bedrijfje dat lichaamsdelen van overledenen serveert aan de vrienden en familie. Niet uit wraak, maar eerder als extreem gebaar van liefde. Het hoofdverhaal is overigens even curieus. Een onder wrede omstandigheden gestorven jonge homoseksuele man zwerft als nieuwsgierige blote geest de wereld rond en stookt onrust bij liefdeskoppels.

Naked Nations – Tribe Hong Kong

Afscheid
Scud overweegt dan al enige tijd om een punt achter zijn filmcarrière te zetten. In Naked Nations – Tribe Hong Kong geeft hij zelf goedgeluimd acte de présence – bescheidener en minder vrijpostig dan je zou vermoeden. Hij vertelt daarbij ook iets over zijn beweegredenen om te stoppen. Dat heeft onder meer te maken met de verslechterde politieke situatie, censuur en de moeite die het kost publiek te bereiken.

De film is een breed mozaïek waarin fictie en documentaire weer eens samengaan. Scud heeft vrolijke en serieuze gesprekken met medewerkers en een priester, er is nuchter gefilmde masturbatie, een boottrip en zwemplezier, maar er wordt ook verwezen naar de rigoureuze maatregelen tijdens de pandemie. Tegelijk zien we hoe Scud een echte filmfamilie om zich heen heeft verzameld, wat dit afscheid ontroerend maakt.