IDFA 2019: It Still Hurts

De ballast van de Tweede Wereldoorlog

The Euphoria of Being

Het kan niemand ontgaan: in mei 2020 is het vijfenzeventig jaar geleden dat nazi-Duitsland werd verslagen. Dus vieren we het einde van de Tweede Wereldoorlog en een leven in vrijheid. Maar de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte ook een keten van na-oorlogse ellende. Het IDFA-programma It Still Hurts trekt de doos van Pandora open.

In mei 1945 eindigde met de overgave van nazi-Duitsland de Tweede Wereldoorlog in Europa. Dat het continent niet acuut veranderde in een vredelievend oord waar iedereen elkaar in de armen viel, begrijpt iedereen. Er was chaos, armoede, honger en onzekerheid, en volgens de Britse historicus Keith Lowe vooral een enorme zucht naar vergelding. In zijn boek Het woeste continent (2014) betoogt hij dat de oorlog officieel weliswaar beëindigd was, maar feitelijk nog een aantal jaren voortwoekerde.

Er waren burgeroorlogen, wraakacties, afrekeningen en vooral etnische zuiveringen. Honderdduizenden uit Oost-Europa naar Duitsland verdreven Duitsers stierven van ellende of door wraak. Alleen al de Tsjechen vermoordden een kwart miljoen Sudeten-Duitsers. In Duitsland zelf stierven in de eerste paar jaar na de oorlog meer dan twee miljoen mensen van honger en ellende. De geallieerden stonden erbij en keken ernaar. De haat zat diep. Pas met het uitbreken van de Koude Oorlog eind jaren veertig veranderde de houding van de geallieerden tegenover Duitsland. Niet om humanitaire redenen, maar omdat het land op de been moest worden geholpen om tegenwicht te bieden aan de in Oost-Europa oprukkende communistische regimes.

Rechtvaardige engel
Naast de wrede directe nasleep had de oorlog ook langetermijngevolgen. Het door IDFA-directeur Orwa Nyrabia samengestelde programma It Still Hurts zet er de schijnwerper op met drie installaties en vijftien films, gemaakt in de afgelopen drie decennia. Een begeleidend artikel van filmjournalist, programmeur en producent Pamela Cohn noemt de films ‘nauwkeurige kronieken van almaar groeiende vormen van neokolonialisme: systemen van maatschappelijke controle, die ver weg en in het geheim georkestreerd worden; genocides; burgeroorlogen; vernietiging van het milieu; dodelijk immigratiebeleid; bezettingen; en door bedrijven gefinancierd staatsgeweld’. De films zijn ‘de hedendaagse allegorieën voor de wond die Europa heeft gevormd’.

Alle vijftien films gaan over de gevolgen van de oorlog voor individuele mensen, maar ook over collectieve en geopolitieke nawerkingen. Drie films gaan over Duitsland. Terecht, want de gevolgen van de oorlog voor Duitsland zijn immens. Liberators Take Liberties (BeFreier und BeFreite, Helke Sander, 1992) doorbrak bijna dertig jaar geleden het stilzwijgen over de massale verkrachtingen van Duitse vrouwen in 1945 door Russische soldaten. Het zwijgen erover was decennialang een overlevingsstrategie, totdat de traumatische ervaringen zich niet meer lieten wegdrukken.

Over de destructieve gevolgen van de oorlog op de Duitse collectieve psyche gaat Black Box BRD (Andreas Veiel, 2001). De film koppelt de levens van twee ogenschijnlijk totaal verschillende mannen aan elkaar: bankdirecteur Alfred Herrhausen, die in 1989 een paar weken na de val van de Muur met een autobom door de linkse terreurgroep Rote Armee Fraktion werd vermoord, en RAF-lid Wolfgang Grams, die in 1993 in een vuurgevecht met de politie om het leven kwam. De film ziet beide mannen als het product van het onverwerkte naziverleden. Herrhausen was lid geweest van de Hitler Jugend en had gestudeerd op een nazi-eliteschool. Grams, wiens vader bij de Waffen-SS had gediend, zag zichzelf als een rechtvaardige engel die het naziverleden kwam wreken.

Heimat ist ein Raum aus Zeit

Boosaardig monster
In de geweldige documentaire Heimat Is a Space in Time (Heimat ist ein Raum aus Zeit, 2019) gaat het niet alleen over de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. In de bijna vier uur durende zwart-witfilm haalt documentairemaker Thomas Heise zijn familiegeschiedenis naar boven tegen de achtergrond van het Duitse verleden van bijna de hele twintigste eeuw. De film begint in 1912 als Heise’s opa veertien jaar oud is en op school een opstel schrijft over dat oorlog verschrikkelijk is, maar dat elke Duitser verandert in ‘een echte patriot’ als Duitsland van zijn ‘kostbare geboortegrond wordt beroofd’.

Het zet de toon voor de film, waarin het Duitse verleden een loodzwaar stempel drukt op de familie. Heise’s opa studeert en wordt docent, trouwt in 1924 met een Oostenrijkse Joodse vrouw, en krijgt met haar twee zonen. Het noodlot slaat toe als de nazi’s aan de macht komen: opa wordt om zijn huwelijk met een Joodse vrouw ontslagen en de Oostenrijkse familie van zijn vrouw wordt in de oorlog uitgemoord. Opa en zijn gezin overleven wel en wonen na de oorlog in Oost-Berlijn. De intellectuele familie gelooft in de communistische toekomst van het land, maar Wolfgang, een van opa’s twee zonen en vader van de in 1955 geboren Thomas, botst als filosofiedocent op kleingeestige communistische apparatsjiks. Een Stasi-rapport meldt verontrust dat Wolfgang bezoek krijgt van buitenlanders en dat zijn vrouw zich nogal ‘exclusief’ kleedt.

Die beknopte biografische feiten doen geen recht aan Heimat Is a Space in Time, waarin de Grote Geschiedenis voortdurend als een boosaardig monster op de deur van de familie beukt. De film eindigt met een reflectie op de gevolgen van de val van de Muur. Het einde van communistisch Oost-Duitsland bracht vrijheid, maar ook werkloosheid en het gevoel bij Oost-Duiters dat zij tweederangsburgers zijn. Heise noemt 1989 ‘een ramp’ en constateert dat bij veel Oost-Duitsers ‘de littekens schreeuwen om wonden’. Hun woede richten zij op de zwakkeren in de samenleving, zoals asielzoekers en arme buitenlanders. De gedachte die na de film blijft hangen, is dat wat Heise de ‘vertraagde causaliteit’ van de Duitse geschiedenis noemt nog lang niet ten einde is.

Collectieve trauma’s
De oorlog had niet alleen voor Duitsland ingrijpende gevolgen, maar leidde wereldwijd tot schokkende veranderingen. De dekolonisatie zou zonder de oorlog nooit zo snel hebben plaatsgevonden. De nazi’s waren verslagen in naam van de vrijheid, dus konden westerse landen moeilijk nog volhouden dat koloniale volkeren geen recht op vrijheid hadden. Bovendien waren Engeland en Frankrijk geen grootmachten meer, zodat zij hun kolonies moeilijker in de greep konden houden.

Dat wil niet zeggen dat de dekolonisatie soepel verliep. Integendeel: dat er een nieuwe tijd was aangebroken, drong maar langzaam door tot de kolonisators, waaronder Nederland in Indonesië. Het leidde tot wrede koloniale oorlogen, zoals in Algerije, waar de Franse bezetter gruwelijk huishield. In In Mansourah, You Seperated Us (À Mansourah, tu nous as séparés, Dorothée-Myriam Kellou, 2019) vertellen Algerijnen over hoe zij in de bevrijdingsoorlog (1954-1962) uit hun dorpen werden gedeporteerd naar herhuisvestingskampen. Dat lot trof ruim twee miljoen Algerijnen. De Franse bezetter hoopte op deze manier controle over de bevolking uit te oefenen, zodat zij geen steun kon geven aan de bevrijdingsbeweging. In Mansourah, You Seperated Us toont de individuele, maar ook collectieve trauma’s die dat heeft veroorzaakt. Zo verklaart een man die het geweld van de bevrijdingsoorlog meemaakte het enorme gebrek aan onderling vertrouwen van Algerijnen met deze gruwelperiode.

Het herdenken van oorlogen is geen neutrale activiteit, maar hangt af van hoe je deze hebt meegemaakt. Nog weer anders is het als je erna bent geboren. In 2 minuten stilte a.u.b. (1998) onderzoekt Heddy Honigmann wat de jaarlijkse twee minuten stilte tijdens de dodenherdenking op 4 mei voor mensen betekenen. Het is een open deur, maar een scholier ervaart de stilte anders dan een overlevende van een vernietigingskamp. Over de Jodenvernietiging, en de trauma’s van de weinige overlevenden, gaat het in The Euphoria of Being (A létezés eufóriája, Réka Szabó, 2019). De film portretteert een negentigjarige Hongaarse overlevende van Auschwitz van wie alle 49 familieleden werden vermoord. Hoe leeft deze vrouw met deze gedachte en herinneringen verder?

Of Land and Bread

Vernederingen en pesterijen
Een gevolg van de Tweede Wereldoorlog is ook de oprichting van de staat Israël in 1948. Voor veel Joden een glorieuze gebeurtenis, voor Palestijnen een ramp. Hoe Orwa Nyrabia er tegenaan kijkt, wordt duidelijk uit de drie films over het Israëlisch-Palestijnse conflict die hij selecteerde voor It Still Hurts. Objector (Molly Stuart, 2019) gaat over een jonge Israëlische vrouw die weigert in militaire dienst te gaan, met als reden de slechte en vernederende behandeling van Palestijnen. In Ma’loul Celebrates Its Destruction (Ma’loul tahtafilu bi damariha, Michel Khleifi, 1985) herdenken vroegere Palestijnse inwoners van een in 1948 door de Israëliërs vernietigd dorpje met hun kinderen de verdrijving uit hun woonplaats. En Of Land and Bread (Ehab Tarabieh, 2019) toont vernederingen en pesterijen van Palestijnen door Israëlische soldaten en kolonisten. Soldaten vallen zonder verklaring ’s avonds laat een huis binnen, een kolonist zegt tegen een Palestijnse boer dat als de Messias komt ‘jullie’ onze slaven zullen zijn, en stenengooiende agressieve Israëlische jongeren putten zich uit in religieuze beledigingen.

Met de keuze voor deze drie films maakt Nyrabia duidelijk dat hij niets positiefs in Israël kan ontdekken. Dat is zijn goed recht. Wel bedenkelijk, en misschien meer dan dat, is de vergelijking die Pamela Cohn in haar artikel naar aanleiding van Of Land and Bread maakt tussen nazi’s en Israëliërs: ‘Het is onmogelijk te negeren dat we hier angstwekkend genoeg een haast exacte herhaling zien van de genadeloze wijze waarop de Duitsers omgingen met de Joden die het, ontdaan van elk mensenrecht en elk bezit, in hun eigen land verboden werd te bestaan.’

Er is veel mis in Israël, maar lees de passage een paar keer en vraag je vervolgens af waar de gaskamers zijn in Israël.