Het nieuwe filmfestival

De filmolympiade

  • Datum 02-02-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Still uit SYMBIOPSYCHOTAXIPLASM (William Greaves) de uit 1968 daterende openingsfilm van het Shadow Festival

Sinds zeven jaar vindt in de schaduw van het IDFA het Shadow Festival plaats, maar zoiets als het Internationales Forum des jungen Films (naast het Filmfestival Berlijn) of de Quinzaine des réalisateurs (in Cannes) is het nog steeds niet. Bovendien: is deze manier van filmfestivals organiseren niet zo langzamerhand passé? Op naar een aristocratische filmdemocratie!

Als het aan Gertjan Zuilhof ligt, spelen we binnenkort op het Filmfestival Rotterdam alleen nog maar voetbal. Ok, ik overdrijf. Maar in zijn weblog ‘A programmer’s chronicles’ — te lezen op filmfestivalrotterdam.com — gedraagt de programmeur van het IFFR, die in het verleden verantwoordelijk was voor nieuwsgierige programma’s als Homefront USA, S.E.A eyes en White light, zich al enige tijd als een prettige luis in de tijgerpels. Zuilhof vraagt zich in zijn blog af hoe het filmfestival van de toekomst eruit moet zien.
Als provocerend alternatief presenteert hij de ‘futsal’-competitie. Futsal is de internationale variant van ons eigen zaalvoetbal (van het Spaans-Portugese ‘futbol de sala’) en wordt met name door een aantal hem bekende Maleisische filmmakers gespeeld als opmaat tot een vrijdags filmavondje, waarop makers met elkaar over film van gedachten wisselen, dvd’s ruilen, elkaars films (in wording) bekijken en becommentariëren. Als dat voetbal er niet bij zat, dan had Zuilhof de perfecte definitie gegeven van hoe in het klein filmclubs al sinds jaar en dag werken.
Maar ook grote filmfestivals doen dat, als ze niet zouden worstelen met hoe groot, hoe breed en hoe (commercieel) toegankelijk ze moeten zijn om de concurrentie aan te kunnen met allerlei andere evenementen. Met voetbal bijvoorbeeld.
Bij deze, Gertjan, kun je rekenen op een Filmkrant-team, als we daarvoor en daarna maar mee mogen discussiëren over het filmfestival van de toekomst. Hier alvast een voorzet.

Event
In de maanden oktober en november vonden in Nederland een stuk of twintig grote en kleinere filmfestivals plaats. Bovendien vaak tegelijkertijd. Allemaal prachtige initiatieven van mensen met het hart op de goede plaats voor Japanse, Argentijnse, Arabische, Joodse, animatie- en documentairefilms. Het past helemaal in het denken van deze tijd dat één Japanse film geen Japanse film is, twee Japanse film een halve en dat je met drie Japanse films pas mensen over de streep kunt trekken om een Japanse film te gaan bekijken. Alles wat niet van zichzelf een ‘event’ is (de nieuwe Verhoeven, de nieuwe Scorsese) wordt op die manier een event, en voor een event komen we ons bed wel uit. Probleempje: houden liefhebbers van Arabische films niet van Joodse films en houden animatieliefhebbers niet van documentaires? Nog een probleempje: waarom moeten er maar liefst twéé documentairefestivals op hetzelfde moment worden georganiseerd? Kunnen we niet kiezen of is de keuze te groot?
Laten we dat voorbeeld eens nader bekijken. Sinds zeven jaar vindt in de schaduw van het International Documentary (Film) Festival Amsterdam het Shadow Festival plaats, volgens zijn website shadowfestival.nl voor "all enthusiasts of the creative documentary". Wacht even: de creatieve documentaire, was dat niet jarenlang het stokpaardje van het IDFA (dat vorig jaar het woord ‘film’ uit zijn naam verwijderde en er dit jaar getuige de website idfa.nl weer in terugstopte)? En was datzelfde Shadow Festival nou niet precies opgericht uit onvrede met het selectiebeleid van IDFA? Ik citeer oprichter/directeur Stefan Majakovski uit de Filmkrant van november 1999: "Op het IDFA zijn vooral films te zien die op informatief-journalistieke wijze exotische onderwerpen uit de hele wereld behandelen […] Ik noem dat informatie-exotica. Het IDFA houdt het op creatieve documentaires, wat verwijst naar het auteursbegrip dat in de nouvelle vague is ontstaan en dat is overgeslagen naar de documentaire […] Niet langer moet de werkelijkheid het onderwerp zijn, maar de discussie over de representatie van de werkelijkheid."

Filmtreffen
Het Shadow Festival moest een soort Internationales Forum des jungen Films (zoals naast het Filmfestival Berlijn) of de Quinzaine des réalisateurs (in Cannes) worden. En niemand sloot uit dat de twee in de toekomst geruisloos in elkaar konden overgaan. Inmiddels zijn we zeven jaar verder en kunnen mensen met een IDFA-accreditatie gratis naar de Shadow-vertoningen, maar zijn we nog geen stap verder gekomen met het beantwoorden van de vraag wat nu echt het bestaansrecht van beide festivals is en hoe ze zich tot elkaar verhouden.
Het IDFA dijde uit, werd als (cofinancierings)markt steeds belangrijker en kreeg in de internationale filmwereld het etiket ‘goede doelen-festival’ opgeplakt (punt voor Majakovski). Maar het IDFA heeft sinds een aantal jaar ook het Paradocs-programma, dat zich precies die vragen stelt die Majakovksi zeven jaar geleden opwierp (punt voor IDFA). Het Shadow Festival ontwikkelde zich tot een klein consistent ‘Filmtreffen’, met weinig films, veel regisseurs en nog meer discussie over de vraag hoe de filmmaker zich in zijn film (on)zichtbaar kan (of moet) maken. Een soort voortdurende the five obstructions, waarin Lars von Trier filmmaker Jørgen Leth opdroeg een van zijn films te hermaken volgens docu-Dogma-regels. Alleen draaide die film dan weer op het IDFA en niet op het Shadow Festival.

Verspugen
Volgens Gertjan Zuilhof loopt een filmfestival op twee benen: "Eén is de vertoning van films in een zaal. Twee is het samenbrengen van mensen die films maken of van films houden. In het festival van de toekomst gaat het er dus om wat je met dat samenbrengen van mensen doet als vertoningen [omdat steeds meer mensen films downloaden, via videotheken bekijken en door de snelle omlooptijd niet meer een jaar op de nieuwe zus-of-zo wachten, DL] niet meer relevant zijn." Zijn futsal-competitie is een van de meer ludieke manieren om filmliefhebbers toch in real life bij elkaar te brengen en over film te laten praten. In modern jargon: een community creëren.
Voor professionals niet eens de slechtste oplossing: een grotere videotheek, waar meer films op aanvraag beschikbaar zijn. Voor de gewone festivalbezoeker wat ingewikkelder: Die wil op een festival nog steeds het liefst met z’n allen in een zaal een film zien die niemand nog heeft gezien. Al zal hij best willen meevoetballen. Event! En dat is er dus de reden van dat die festivals maar blijven groeien.
Voor programmeurs dus een extra opgave: selecteer veel, selecteer breed, maar selecteer streng en beperk die zaalvertoningen en geef bij elke film een lijstje tips met verwante of tegengestelde films die (professionals én bezoekers) "on demand" elders op het festival kunnen bekijken. Voor of na een potje voetbal, armpjedrukken of verspugen. En eventueel met z"n tweeën, drieën of tienen.

Stopknop
Blijft de vraag, en wat mij betreft de belangrijkste, hoe je als argeloze bezoeker of zelfs filmprofessional die ook niet alles weet, wél de voor jou "beste" films te zien krijgt. Een van de redenen om een filmfestival te bezoeken is omdat je op de selectie van de programmeurs vertrouwt, dat is "the best of the best", zelfs als is het "the best of the fests". Maar nu al is het aanbod te groot, te diffuus en vaak te vaag omschreven om je keus te kunnen maken. Op een kleiner festival kun je met een beetje geluk "alles" zien en hopen dat de programmeurs voor jou de room van de melk hebben opgediend. Maar festivals als het IDFA en ook het IFFR zijn al jaren te groot om (veelvraten als cinefielen zijn) een beredeneerde keuze te kunnen maken. Deels verklaart dat de opkomst van al die minifestivalletjes en filmweken voor gelijkgestemden. Deels is dat te ondervangen door in de videotheek wat strenger met de stopknop om te gaan. Maar waar blijven dan de gezonde kijkdwang van de bioscoopzaal en de verrassing van die ene film die pas na twee uur alle puzzelstukjes op z"n plaats laat vallen? Wordt zo die "totale beeldversplintering" (Zuilhof) niet nog groter? Moeten we dan optimisten zijn die geloven dat kwaliteit vanzelf wel boven komt drijven? Of verdwijnt op deze manier ook ons onderscheidingsvermogen om kwaliteit te herkennen? En is dat erg? Ja, ik ben geneigd om dat erg te vinden, want in een wereld waarin alles mogelijk is, is niets meer onmogelijk, en waar blijft dan het vermogen van kunst, van filmkunst om het onmogelijke, het onzichtbare, het ongedachte voor ons oog tevoorschijn te toveren?

De bal
Ook de filmpers krijgt hier de bal toegespeeld. Op de stoel van de programmeur gaan zitten en zijn werk nog eens dunnetjes overdoen, is onmogelijk. Gelukkig gaan de meeste filmjournalisten ook zelf op reis en beschrijven ze niet alleen de films die hen door festivals en distributeurs worden aangeboden. Maar het moet meer worden. Door het zo onbevooroordeeld mogelijk en tegelijkertijd zeer precies via nieuwe filmkritische criteria beschrijven van het aanbod zullen we meer dan voorheen orde in de chaos moeten scheppen. Niet alleen reizigers zijn naar vreemde filmstreken, maar ook in de traditie van de eerste reizende wetenschappers nieuwe periodieke systemen van filmelementen formuleren om al die ontdekkingen te ordenen. Als een superieure zoekmachine. Op naar een aristocratische filmdemocratie!

Dana Linssen

Het Shadow Festival vindt plaats van 21 t/m 29 november. Voor meer informatie: shadowfestival.nl. Het IDFA begint twee dagen later van 23 november t/m 3 december. Zie: idfa.nl. Van 24 januari t/m 4 februari 2007 wordt het International Film Festival Rotterdam gehouden: filmfestivalrotterdam.com.