Het geheim van de threequel

PIRATES 3
Drie fabelachtig succesvolle filmseries lieten hun derde delen los op de wereld: spider-man, pirates of the caribbean en shrek. Tijd om de balans op te maken. Een drama in twee delen: over film en economie. Inclusief verklarende woordenlijst.
Akte 1: de films
Op 2230 miljoen staat de teller bij het ter perse gaan van dit nummer, ‘and still counting’. De afgelopen twee maanden stonden popcornkauwers overal ter wereld in de rij voor dezelfde films: drie ’threequels’ die met veel marketinggeraas tienduizenden bioscopen veroverden. En betalen deden we: het gerinkel van de kassa’s was oorverdovend.
Gezamenlijk vormen deze franchises het beste en meest succesvolle dat Hollywood de laatste jaren aan spektakel te bieden had. Films die hun eigen agenda volgden en die nieuw land verkenden, far, far away. Eindelijk popcornfilms die niet alleen oog hadden voor special effects maar ook voor een ouderwets goed verteld verhaal. Maar, die als het op technische brille en actie aankwam, wel een nieuwe norm stelden. matrix-posters werden in tal van jongenskamers van de muur gerukt en maakten plaats voor nieuwe filmhelden: Spidey de nerdy superheld, Jack Sparrow de anarchistische antiheld en anti-schattige held Shrek plus zijn hartveroverende sidekicks Puss en Donkey. En dan hadden we natuurlijk nog ocean’s thirteen. Maar daarover later meer.
Samen met de lord of the rings-trilogie en de harry potter-franchise behoren spider-man, pirates en shrek tot de meest succesvolle filmseries aller tijden. Alleen al in de bioscopen brachten deze drie series het duizelingwekkende bedrag op van 4,7 miljard dollar (3,6 miljard euro. Alle overige bedragen zijn in dollars: zo werkt de box office). pirates 2 was pas de derde film die meer dan een miljard dollar bij elkaar harkte en van de shrek-dvd’s gingen er zo’n 100 miljoen over de toonbank.
Afgelopen maanden werden we dus getrakteerd op de onvermijdelijke vervolgen. En: het viel niet mee. Geen één overtrof het succes van zijn voorgangers, en ook het publiek reageerde minder enthousiast. Er werd niet druk nagepraat in cafés en rond de koffieautomaat. De reacties in de pers klonken net zo voorspelbaar als deze derde episodes van de eens zo oorspronkelijke series: te veel van het goede, fletse herhalingsoefeningen. Weg was de sprankeling.
Hoe kan het dat deze drie gegarandeerde hits toch tegenvielen? En: wat maakte die eerste afleveringen dan zo goed?
Spider-man 3
De spinnenman was de eerste van de drie. In Sam Raimi’s stripverfilming verlost nerd Peter Parker in rood spinnenpak New York van een aantal karakteristieke boeven, onderwijl worstelend met de liefde, een schattige oma en sluimerende onzekerheid. De combinatie van psychologie, humor, memorabele boeven en overdonderend georkestreerde actiescènes maakte spider-man de koploper van alle stripverfilmingen en special-effectfilms.
Deel 3 heeft alles, en meer — veel meer. Te veel bad guys, en te veel melodrama. Er zijn wel drie mannelijke hoofdpersonen en allemaal moeten ze constant huilen.
Maar er valt gelukkig genoeg te genieten. Er is op het moment niemand in Hollywood die actiescènes zo glashelder en messcherp in beeld kan brengen als Sam Raimi. En hij weet genoeg gevoel in zijn films te stoppen om zijn popcorn gewicht te geven.
En, fijn voor de fan: Raimi kan het niet laten wat cinefiele grapjes in zijn film te stoppen. Zoals hij in deel 2 de operatie op Doc Ock filmde in klassieke horrorstijl, inclusief schaduwen op de muur, krijsende vrouwen en een vette evil dead-quote, zo zit er in deel 3 een mooie seventies scène. Als boef Sandman zijn eerste schreden op straat zet is het beeld wankel en groezelig handheld; een prachtige verbeelding van het schichtige perspectief van het tragische zandmonster. Cinefiele filmliefde: kom daar maar eens om in een blockbuster.
Pirates of the Caribbean: At world’s end
Wat een frisse wind in formuleland was deze schelmenfilm. Ontregelend op het anarchistische af, lichtvoetig en overdonderend tegelijk. En vol visuele en verbale grappen: een feest voor oog en oor. Met als aanvoerder natuurlijk Johnny Depps weergaloze creatie Jack Sparrow, die aanvankelijk heel wat executives deed gruwen: Disney gaat toch geen film maken over een nichterige zatlap?
at world’s end heeft net als zijn voorgangers een aantal oogverblindende scènes: Jack’s piratenschip dat op de kop naar het eind van de wereld vaart, met kiel naar boven en mast richting bodem. Een ondode Kapitein Jack, gestrand in een schitterend witte zoutwoestijn, waar alleen zijn eigen klonen hem gezelschap houden. Uiteindelijk zijn het miljoenen krabben die zijn schip naar zee, en naar het rijk der levenden terugdragen. Zoveel surrealisme is schaars in Hollywood. De verbeelding van regisseur Gore Verbinski en zijn schrijversduo Ted Elliott en Terry Rossio (shrek) is werkelijk fantastisch.
Maar de verrassing en de sprankeling van de eerste twee delen missen. En dat komt vooral door de overkill van de makers, die zich volledig te buiten zijn gegaan aan hun eigen mythologie. In plaats van romantiek, actie, waanzin en ongein lekker losjes af te wisselen, zoals in de eerste delen, willen ze nu alles en alles tegelijk, en proberen ook nog eens alles losse eindjes aan elkaar te knopen. Dat maakt van pirates een razendknap en met veel flair gemaakte hoofdpijnmachine.
Shrek the Third
shrek moest het nooit hebben van actie en spektakel. De virtuoze CGI van DreamWorks Animation was altijd dienend aan de venijnige, geestige scripts. Als ze daar wilden laten zien hoe goed ze haren kunnen tekenen — iets waar Pixar zo verzot op is — dan was het alleen maar omdat ze de Droomprins in slowmotion met zijn blonde Andrelonlokken wilden laten zwieren. shrek was een heerlijk antisprookje, onvoorspelbaar en oneerbiedig. En met een geweldige stemmencast, aangevoerd door Eddie Murphy als de lichtgeraakte, babbelzieke Donkey en Antonio Banderas als de dweperige, in zwarte laarsjes getooide Puss.
De onweerstaanbare gelaarsde kat werd geïntroduceerd in shrek de tweede. de derde geeft ons niet meer dan een kleur- en humorloze Koning Arthur. En dat Prince Charming opnieuw de slechterik is, is wel een heel groot zwaktebod.
Gelukkig zijn er de oude vertrouwde sidekicks, zoals Pinokkio, die steeds verstrikt raakt in zijn marionettendraden, en de werkelijke sterren van de show: ezel en poes. Als deze door een foutje van tovenaar Merlijn — als zweverige new age therapeut, erg flauw — van lichaam zijn veranderd, voel je een grap al aan komen: Donkey die met zijn o-zo-schattige waterogen in de lens kijkt, zoals Puss gewoon was te doen om vijanden op het verkeerde been te zetten. Al is de verrassing verdwenen, de grappen zijn nog steeds raak.
Slot
Kan het dan gewoon niet, een echt heel goed derde deel maken? Jawel hoor. Kijk naar ocean’s 13, Soderberghs derde coole-bankovervallers-komedie. 13 is haast nog wel beter dan 11: de pakken en het tempo nog strakker gesneden. Een twee uur durende in goud vergulde glimlach van een film. Maar vluchtig als champagnebubbels.
Wat de vergelijking natuurlijk oneerlijk maakt is dat de andere threequels een superieur tweede deel hadden te overtreffen, terwijl ocean’s 12 de zwakste broeder was. Zowel financieel als artistiek zijn de tweede rondes van Jack, Shrek en Spidey de maatstaf waar Hollywood zich de komende jaren aan moet meten.
Akte 2: de feiten
Franchise
Wat is het verschil tussen een sequel, trilogie of serie? Het maakt de studio’s weinig uit: die willen allemaal hetzelfde, namelijk een franchise. De franchise is de heilige graal van Hollywood: een concept dat je zo lang mogelijk en over zoveel omgelijk platforms kan uitbuiten. In vervolgfilms natuurlijk, en merchandise (op de aftiteling van shrek heeft de marketingafdeling een van de langste namenlijsten), maar ook spin-offs, zoals een film over Wolverine (uit x-men) en Shreks Puss. Een bekende naam + concept scheelt namelijk een boel marketingdollars.
Openingweekend + second week
Het meest zichtbare succes van een film wordt bepaald door het openingsweekend, in Amerika een wekelijks nieuwsitem. Belangrijker nog voor de eindopbrengst is een andere statistiek: de ‘second week decline’. Met hoeveel procent daalt de opbrengst na dat eerste weekend? Heeft een film de ‘legs’ om echt succesvol te worden? Kijk naar het verschil tussen shrek 2 en shrek 3. Deel 2 had in de tweede maar 33% minder bezoekers, terwijl deel 3 maar liefst 56% daalde. ‘Disturbing’, heet dat in jargon.
Hit of flop?
Omdat (het uitbrengen van) grote films steeds duurder wordt, is het begrip flop meegegroeid. Een film als the last samurai, die wereldwijd een slordige half miljard dollar vergaarde, komt tegenwoordig nog amper uit de kosten, zo becijferde vakblad Variety. Want naast het enorme budget zit er ook nog eens een superster in die niet alleen een gage van 20 miljoen pakt, maar ook nog eens de eerste 10 of 20% van de opbrengst. En dat is nadat de bioscopen hun aandeel van 50% in hun zak hebben gestoken.
Budget, productie en marketing
De besproken threequels brengen allemaal minder op dan hun voorgangers, terwijl ze veel meer kosten: shrek 160 miljoen dollar, pirates 200 miljoen en spider-man maar liefst 250 miljoen. En tel daar nog maar eens 50 tot 100 miljoen voor de marketing bij op. Wie hoopt dat het systeem zich hiermee zelf om zeep helpt — en welke fan van klassieke Amerikaanse studiofilms droomt dat soms niet — komt bedrogen uit. Want de studiobazen zijn net generaals die de vorige oorlog vechten: ze kunnen alleen bedenken wat ze al kennen. Wat bedachten ze voor de blockbuster? De blockbuster XXL! Oftewel, de ’tentpole picture’. Deze tentpalen zijn de basis geworden van de hele programmering, en uitgegroeid tot monsterachtige proporties. Met zulke afzichtelijke investeringen volgt automatisch risicomijdend gedrag: speel op zeker! Vandaar al die vervolgen, remakes, en andere herhaal- en invuloefeningen.
Records?
Maar het gaat toch uitstekend met Hollywood? Het regent toch records? Inderdaad: de laatste pirates had de ‘largest global opening in box office history’: een dikke 400 miljoen dollar in een week. En spider-man 3 had het record voor grootste openingweekend: 151 miljoen. Van de 10 meest succesvolle films is er slechts 1 ouder dan 10 jaar: het gaat dus UITSTEKEND.
Wat de juichende persberichten niet vermelden, is dat een deel van de groei virtueel is, of op zijn minst vertekend. Zo worden er steeds meer bioscoopdoeken volgeplempt met dezelfde film. pirates 3 draaide op 29.000 schermen wereldwijd, en menig multiplex ruimde er drie zalen voor in, zoals de Pathé Arena in Amsterdam. Veel belangrijker nog: tegenover elk succes staan meerdere flops. Zoals poseidon, die vorig jaar 100 miljoen in het rood eindigde.
Inflatie
Maar het grootste geheim van Hollywood heet inflatie. gone with the wind heeft 200 miljoen opgebracht: aardig wat geld zou je zeggen, maar voor huidige begrippen een middenmoter. Maar als je je bedenkt dat in 1939 een bioscoopkaartje slechts 23 dollarcent kostte, wordt dat bedrag een stuk indrukwekkender. Reken je het aantal tickets om naar de huidige (Amerikaanse) bioscoopprijs dan kom je opeens uit op 1,3 miljard: verreweg de meest succesvolle film in de VS ooit. gone with the wind verkocht 200 miljoen kaarten, tegenover een miezerige 65 miljoen stuks voor pirates 2 — die dan opeens naar de 44e plek zakt van best bezochte Amerikaanse films. Een beetje bescheidenheid zou ze wel sieren, daar in Tinselown.
Rik Herder
Cijferfetisjisten kunnen terecht op boxofficeguru.com, voor wekelijkse analyses, of op boxofficemojo.com, met lekker veel lijstjes.