Grace Jones
Genderbender voor het woord bestond

Grace Jones: Bloodlight and Bami
Grace Jones is de vrouw van de zomer. De nieuwe documentaire Grace Jones: Bloodlight and Bami laat haar zien als stijlicoon en privépersoon, als zangeres natuurlijk, maar vooral ook als rolmodel voor wie genderrollen net zo fluïde zijn als haar vele talenten.
Van sommige vrouwelijke artiesten die hun hoogtijdagen hadden in je eigen jeugd constateer je nu pas hoe bijzonder ze waren. Joan Jett: woesteling met gitaar. Annie Lennox van Eurythmics: grappig, oranje haar. Grace Jones: hemel, waar haalde ze het vandaan?
Alledrie waren het genderbenders voordat de term bestond en op plooibare meisjes oefenden ze een geheimzinnige aantrekkingskracht uit – hokjesloos, vrij van specifieke seksualiteit of modieuze ‘stijl’. Het vergde een verkleedfeestje om op ze te lijken, maar juist in die berekenende overdrijving waren ze achteraf gezien baanbrekend.
Grace Beverly Jones (1948, al circuleren er meerdere geboortejaren) werd als derde in een rij van zeven kinderen geboren in Spanish Town, Jamaica. Tot haar dertiende werd ze opgevoed door haar oma en diens echtgenoot, ‘Master P.’, een diepreligieuze bruut die zwoer bij de Bijbel en de kinderen sloeg. Naar eigen zeggen dankt Jones zowel haar latere rebellie als haar discipline aan dit slechte begin. Nooit meer zou ze zich laten kleineren.
Herenigd met haar ouders in Syracuse, New York, waar haar vader preekte in de Apostolische Kerk, ontstond tijdens haar studie Spaans de wens om actrice te worden – meer dan een diepe duik in het hedonisme van de jaren zestig leverde het niet op, maar Jones is nog altijd positief over haar drugsgebruik: verrijkend, zolang het niet dodelijk is. Ze bleef altijd een nachtvlinder.
Supermodel
Met haar lange, atletische gestalte en geometrisch uitgehouwen jukbeenderen was Jones te mooi en te onverschrokken ambitieus om ongezien te blijven: begin jaren zeventig had ze een paar succesvolle jaren als supermodel in Parijs. Maar ze wilde meer.
In 1974 tekende ze bij Island Records, en begon een muziekcarrière die disco, new wave en reggae zou bestrijken; voor Jones’ vier octaven reikende stem is weinig te gek. Ze kan grommen als een man en uithalen als een operazangeres. Cruciaal voor haar doorbraak buiten het clubpubliek was de Franse stilist Jean-Paul Goude, met wie ze jaren een relatie had en een zoon kreeg, Paulo. Goude wist in foto’s, videoclips en podiumoptredens haar duistere, ambigue kwaliteiten om te buigen tot een beeld van een krachtig man/vrouw-wezen, een heerseres die zich durfde te tooien in brede mannenpakken, met langs een liniaal gemillimeterd haar. Hoogtepunt van hun samenwerking was de clip van Slave to the Rhythm (1985), waarin ook volop met raciale stereotypen gespeeld wordt.
Pak slaag
Haar acceptatie door de mainstream verliep niet vlekkeloos. Talkshowoptredens waren een avontuur: het pak slaag dat ze de Britse snob Russel Harty in 1981 live op tv verkocht is legendarisch. Wie het fragment nu terugziet geeft haar gelijk: Harty bejegent haar als een zeldzame diersoort.
Ook voor een filmcarrière bleek haar persoonlijkheid na een veelbelovende start te groot. Haar rol als exotische vechtmachine May Day in de James Bond-film A View to a Kill (1985) leidde niet tot veel substantiëlers, hoewel ze zichzelf in Eddie Murphy’s Boomerang (1992) uitstekend bleek te kunnen parodiëren. Probleem was dat ze alleen angstaanjagend mocht zijn, alien – voor haar menselijkheid was de wereld nog niet rijp.
Space Capsule
En nu? Studio 54 en MTV behoren tot het verleden en Grace Jones is deze maand zeventig geworden (hoewel ze tijd ziet als een ‘space capsule’). Haar nog altijd prachtige gezicht is iets vleziger, zachter; in talkshows gedraagt ze zich geestig en koket, met een zangeriger accent dan vroeger. Op het cd-hoesje van het ijzersterke bijna-comebackalbum Hurricane (2008) staat ze aan de lopende band van een chocoladefabriek en boetseert ze mallen van haar eigen hoofd: kritisch keurend, maar niet bang.
Interessant is haar kritiek op de jonge generatie vrouwelijke popartiesten, ook als die haar openlijk bewonderen (Lady Gaga): ze vindt hun stemmen te vlak klinken, hun acts te opgelegd ‘sexy’. En al heeft haar eigen carrière volop #MeToo-momenten gekend, ze ziet het ‘holbewonersgedrag’ van sommige mannen als een niet uit te roeien kwaad. Er is maar één oplossing: terugvechten. Eis je rechten op, volg je eigen agenda. Toen een filmproducent haar aan het begin van haar loopbaan zijn slaapkamer in lokte, vertelde ze CNN vorig jaar, smeet ze de champagne die hij aanbood in zijn gezicht en liep weg. De volgende dag stuurde hij bloemen.
“De performer neemt een risico”, zegt ze in Bloodlight and Bami (2018), de documentaire waarvoor Sophie Fiennes haar jarenlang mocht volgen.” Het is een eenzame plek. Maar wel een fascinerende.”