Filmmaker in Focus: Masahiro Kobayashi
Stilstand is dodelijk
Hoog tijd om de Japanse filmmaker Masahiro Kobayashi in Nederland te introduceren, dacht het Filmfestival Rotterdam. Met zijn tiende film the rebirth als een wedergeboorte voor het cinefiele oog.
Na een karaokende Hou Hsiao-hsien een paar jaar geleden op het Filmfestival Rotterdam, zou het niemand verbazen als ook Masahiro Kobayashi dit jaar de microfoon ter hand neemt. Om een van zijn eigen nummers te zingen. Want behalve als filmmaker en acteur, is de Filmmaker in Focus in eigen land ook bekend als folkzanger. Masahiro Kobayashi mag dit jaar naast avantgarde godfather Robert Breer en Aleksander Sokoerov-assistente Svetlana Proskurina zijn oeuvre in Rotterdam voorstellen. Hij werd in 1954 in Tokio geboren en leverde met zijn meest recente regie the rebirth (ai no yokan) alweer zijn tiende film af. Hoewel zijn voorlaatste bashing in 2005 de competitie van het Filmfestival Cannes haalde, bleef hij in Nederland altijd wat in de schaduw van zijn luidruchtiger landgenoten. Hoog tijd dus voor een inhaalslag, besloot het IFFR, en het had daarvoor geen betere aanleiding kunnen kiezen dan het minutieuze psychogram van the rebirth, dat de schijnbaar onbeweeglijke zielenroerselen van zijn beide hoofdpersonen documenteert. De film voert de toeschouwer in alle rust en stilte tot aan de pijngrenzen van z’n kijkgewoonten en filmische verwachtingspatronen.
Het begint allemaal zo eenvoudig. Documentair bijna, met de getuigenissen van Noriko (Makiko Watanabe) wier dochter, zo vernemen we, een klasgenootje heeft gedood. Ook Junichi, de vader van het vermoorde meisje (een rol van de regisseur zelf) wordt ondervraagd. Vol van woede en verdriet weigert hij echter de moeder van het schuldige meisje te ontmoeten.
Bruusk en tegelijkertijd terloops toont de film dan hoe de wegen van beiden elkaar een jaar later in een kleine kustplaats op Hokkaido kruisen. Door de camera geconcentreerd en consequent op de kleinste details van hun dagelijkse routines en handelingen gericht te houden, wordt duidelijk hoe beiden proberen hun emoties te beheersen. Op het eeuwig met sneeuw bedekte noordelijkste van de Japanse eilanden hebben beiden zichzelf een vorm van eenzame opsluiting opgelegd. Maar er is slechts een klein zetje nodig om een zweempje van hoop binnen te laten.
Zoals wel vaker met de Engelse titels die Japanse films voor de internationale markt meekrijgen, moeten we ons daar niet door laten misleiden. Vertaald uit het Japans betekent ai no yokan zoiets als de voorboden, voortekenen van de liefde.
Nadat hij op het Filmfestival Locarno met een Gouden Luipaard was bekroond, was Kobayashi in Wenen tijdens de Viennale bereid tot een gesprek over zijn zo goed als dialoogloze film. De regisseur zit met gekruiste benen en over elkaar geslagen armen op de bank. Onafgebroken houdt hij oogcontact, terwijl hij tussen zijn gele en te lange vingernagels de ene sigaret met de andere aansteekt.
U heeft uw film zonder dialogen geconcipieerd en gerealiseerd. Hoe heeft dat in het scenario zijn beslag gekregen? Het scenario dateert al van twee jaar geleden. Het was destijds zeer beknopt, meer een synopsis eigenlijk. Dat heb ik met de acteurs besproken en op grond van die gesprekken heb ik er een jaar lang verder aan gewerkt. Aanvankelijk resulteerde dat in een reeks notities, nog steeds geen traditioneel script. Toen we eenmaal gingen draaien heeft dat ook meer tijd dan gewoonlijk in beslag genomen, omdat veel scènes pas daadwerkelijk op de set zijn ontstaan, alsof ik ze daar moest ‘vinden’. De echte draaiperiode duurde twee weken. Op dat moment stond de volgorde van de scènes zo goed als vast. Om het specifieke ritme van de film te bereiken hebben we hem toen in chronologische volgorde opgenomen, ook de voortdurende repetitieve momenten, zoals de scènes in de keuken en bij het avondmaal.
Heeft u alles op bestaande locaties gedraaid? Ja, het pension kende ik al van vroeger en het voelde simpel en vertrouwd om daar te draaien. Alleen voor de ijzergieterij waar Junichi werkt was het lastig om een draaivergunning te krijgen. Men vroeg zich af wat ik daar in hemelsnaam wilde doen.
Als u ook de vele herhalingen in de dagelijkse routine van de hoofdpersonen chronologisch heeft gefilmd, hoe zijn daarbij dan de kleine variaties in hun handelingen ontstaan en verzekerd? Dat werd naderhand pas spannend. Ik had weliswaar van tevoren gepland dat er langzamerhand kleine ontwikkelingen moesten plaatsvinden. Maar de concrete invulling daarvan heb ik aan de actrice overgelaten, want de man heb ik zelf gespeeld. Mijn eigen rol heb ik steeds de avond van tevoren voor mezelf uitgetekend. Wat ga ik veranderen? En vooral: hoe? Tijdens de draaiperiode logeerden we ook in hetzelfde pension. Zo had ik gedurende de twee weken dat we de film opnamen steeds de luxe om in de nabijheid van mijn personage te verblijven.
Hoe is het idee voor deze geschiedenis ontstaan? Jaren geleden las ik een krantenartikel waarin een dergelijk geval werd beschreven. Dat heb ik al die tijd bewaard en het liet me als basisidee voor een film niet meer los. Of alles zich daadwerkelijk precies zo heeft afgespeeld weet ik niet, want ik heb geen verdere research gedaan. Ik heb dit artikel als uitgangspunt genomen en me vervolgens afgevraagd hoe ik dat als film zou willen vertellen. Ik wilde een film maken over hoe onze alledaagse routine een gevoel van zekerheid geeft, maar dat er steeds een moment is, ook in die herhaling, dat ons een stap verder brengt in onze persoonlijke ontwikkeling.
Dat vrezen we natuurlijk allemaal, we willen allemaal zekerheid hebben in het leven. Maar zonder deze breuken ontwikkelen we ons niet verder. Daarom heb ik me afgevraagd hoe ver je de weigering om te veranderen op de lange baan kunt schuiven. Mijn beide hoofdpersonen verstoppen zich letterlijk in deze kleine industriestad en brengen een jaar lang door in ogenschijnlijke afzondering. Maar dat ze elkaar uitgerekend daar ontmoeten, waardoor wordt zoiets in beweging gezet? Je voelt als het ware de opluchting bij beiden. Het hoeft in het leven niet altijd tot een gedachtewisseling te komen, maar op z’n minst wel tot een besef. Dan ontwikkelt men zich verder. Stilstand is dodelijk, net zoals zelfbedrog. En vaak is dat hetzelfde.
In hoeverre heeft u zich tijdens het draaien, dat vaak zeer geïmproviseerd was, beziggehouden met de latere montage? Tijdens de montage heb ik me voor het eerst helemaal met de volledige lengte van de takes beziggehouden. Daardoor was de eerste versie tweeëneenhalf uur lang. Dat was natuurlijk te lang, wie kijkt daarnaar? Bovendien paste een dergelijke lengte niet bij het sobere verhaal dat ik vertellen wilde. Dus toen ben ik weer achter de montagetafel gekropen. In principe bestond de montage uit het aan elkaar rijgen van de scènes, dus ik moest steeds kijken wat ik weg kon laten. En zo is stapje voor stapje het ritme van de film ontstaan. Het was zeer verheugend om te ontdekken dat er in het materiaal een heel eigen tempo zat. Voordat de film door Locarno werd geselecteerd heb ik de lange versie aan een aantal festivals laten zien en de reacties daarop maakten mij zeer onzeker. In een versie had ik het materiaal tot maar 70 minuten teruggebracht. Maar dat was ook weer te weinig van het goede. Zo ben ik uiteindelijk op deze versie van 102 minuten gekomen. En zo werkt hij. Ik kan het punt bereiken waarop ik kan laten zien wat ik wil en ik stel het geduld van het publiek niet te veel op de proef.
Waarom heeft u de rol van de vader zelf op u genomen? Aanvankelijk had ik een andere acteur in gedachten — nee, ik zeg niet wie — maar dat pakte niet goed uit. Bovendien was ik als regisseur misschien ook wel te laf om in een film zo zonder enige dialoog precies aan mijn spelers uit te moeten leggen waarom de dingen gebeuren zoals ze gebeuren en hoe ze dat moesten spelen.
En hoe komt het dat de moeder in de film in deze winterse temperaturen zulke dunne kleren draagt? Dat komt door iets wat Akira Kurosawa eens gezegd heeft. Dat je de beste winterscènes in de zomer draait. Daarom heb ik haar zo’n kort jasje laten dragen, zodat ze het werkelijk koud had. Het is namelijk heel moeilijk om kou, of wat voor weersomstandigheden dan ook, goed in een film te laten zien.
U bent in uw films onverminderd in deze ‘donkere’ thema’s geïnteresseerd. Mijn films zijn altijd zeer persoonlijk. Ze hebben veel met mijzelf te maken. Maar ik probeer steeds thema’s te vinden die ook voor een publiek interessant zijn. Ik ging eenvoudigweg door deze donkere periode, waarin ik me in mijn werk als muzikant en filmmaker door de wereld buitengesloten voelde, in het bijzonder voelde ik me niet geaccepteerd door het publiek. Na bashing, die in Cannes in competitie heeft gedraaid, ging het me beter en kreeg ik twee aanbiedingen uit Tokio. Die films heb ik ook daadwerkelijk gemaakt en die liggen nu nog ergens in Tokio op de plank (waarvan één, een pinku-film, door de regisseur uit zijn oeuvre is teruggetrokken, red.). Dus toen raakte ik weer in een van mijn donkere periodes. Maar nu na de erkenning in Locarno zal dat hopelijk veranderen. Ik wil gewoon films maken die dan ook echt in de bioscoop terechtkomen.
Zou u, als muzikant, niet eens een musical willen maken? Oh ja, dat zou zeker heel erg leuk zijn, maar bepaald niet eenvoudig te realiseren. Maar wat zou ik daar een plezier in hebben. Maar misschien zou ik nog wel liever een opera verfilmen, met heel veel muziek en nog meer dialogen!
Claudia Siefen
Van Filmmaker in Focus Masahiro Kobayashi worden op het Filmfestival Rotterdam zeven films vertoond.
the rebirth
Filmografie
closing time (1996)
bootleg film (1999)
film noir (2000)
man walking on snow (2001)
the hairdresser aka perfect education 5: amazing story (2003)
flic (2004)
bashing (2005)
Happiness (2006)
Onbekende titel, pinku-film (2006)
the rebirth (2007)