Filmacademie zoekt nieuwe koers (en directeur)
De Nederlandse Film en Televisie Academie (NFTA) nam deze zomer al na anderhalf jaar afscheid van directeur Sytze van der Laan. Wat ging er mis? En waar moet het heen.
Op 1 januari 2010 trad producent Syzte van der Laan aan als directeur van de Nederlandse Film en Televisie Academie (NFTA). Hij moest op zoek naar een nieuwe koers om de Filmacademie beter in te laten spelen op de vele en snelle ontwikkelingen in de filmsector. Maar tegelijkertijd moest er bezuinigd worden. Dat leverde spanningen op, waarna een aantal studieleiders eerder dit jaar het vertrouwen in hem opzegden. Deze zomer stapte Van der Laan op. De Filmacademie wordt sindsdien geleid door interim-directeur Renate Litjens.
Van der Laan, die sinds eind oktober is ingehuurd als producent voor NL Film van Alain de Levita, zegt geen behoefte te hebben om nog op zijn tijd bij de Filmacademie te reflecteren. Eén ding wil hij wel kwijt: "De Filmacademie is zich ervan bewust dat belangrijk is om na te denken over hoe zich aan te passen aan de snelle ontwikkelingen in de mediasector. Wat men nu doet, is mijn beleidsplan tegen het licht houden en kijken in welke mate en tempo dat alsnog kan worden doorgevoerd."
Drie clusters
Van der Laan wil de kern van zijn beleidsplan ook nog wel toelichten: "De Filmacademie heeft een structuur die dateert uit de jaren zeventig, die met zes studierichtingen het productieproces nabootst, met als middelpunt een regisseur die bepaalt wat er gebeurt. Maar in het huidige tijdsgewricht is dat allang niet meer zo: producent en schrijver hebben minstens zo veel inbreng. Ik wilde de opleiding meer individualiseren: breed beginnen met algemene ontwikkeling en dan steeds meer specialiseren op vakkennis. Nu moeten studenten al bij binnenkomst weten wat ze willen en mogen ze niet meer overstappen; dat is veel te rigide. Ik wilde daarom drie clusters instellen waarbinnen studenten zich later specialiseren: een groep creatieve verhalenmakers (scenario, productie, regie), een beeldgroep (production design, visual effects, camera) en een nabewerkingsgroep (geluid, montage, muziek)." Daarnaast wilde ik een onderzoekslab waarin studenten kunnen experimenteren met fundamenteel nieuwe vormen van filmmaken: eenmansproducties voor individuele consumptie op een mobieltje bijvoorbeeld, als tegenhanger van het traditionele teamwork voor gemeenschappelijke beleving in de bioscoop. Ook moet televisie serieuzer worden genomen als medium. Zie de vele kwaliteits-dramaseries die de laatste tijd zijn gemaakt, van In therapie tot A’DAM — E.V.A." Dat laatste onderschrijft Joost de Wolf, hoofd drama bij de VPRO, die ‘een relatieve veronachtzaming van de tv-serie’ signaleert: "Er wordt bij de academie in gebaande paden gedacht. Ze mogen meer op de praktijk aansluiten."
Rumoerig jaar
"Wildwest was het", zegt scheidend studieleider regie Jelle van Doornik over de tijd onder ex-directeur Sytze van der Laan. "We hebben een ongelooflijk hectisch en rumoerig jaar gehad door de stroom ondoordachte hap-snap-voorstellen die de directie op ons afvuurde." Studieleider camera Dirk Teenstra: "’Bezuinigen’ en ‘vernieuwen’ waren de twee terugkerende kreten, zonder dat duidelijk werd wat die inhoudelijk betekenden."
De dit jaar afgestudeerde regisseur Sjoerd Oostrik, die in de medezeggenschapsraad zat, vertelt: "Een stokpaardje van Van der Laan was het ontwerpen van een digitale leeromgeving. Maar op een kleine school als de Filmacademie is juist het directe contact met de leraren heel belangrijk, en alles wat we doen ís al digitaal. Toch werd daar een flink bedrag aan besteed, in een tijd dat er geld te kort is voor wezenlijker dingen." Sytze van der Laan reageert: "Ik had een half miljoen extra losgeklopt bij de AHK uit een potje voor digitalisering; dat kwam niet uit de lopende begroting van de NFTA."
Ongeduldige man
Renate Litjens, de interim-directeur van adviesbureau Boer & Croon die sinds Van der Laan’s vertrek de directietaken waarneemt, deelde na haar aanstelling nog een tijdje een werkkamer met Van der Laan. Haar analyse: "Sytze is een hele capabele man uit de wereld van de producers, die goed grote projecten kan draaien onder druk van de markt. Maar dat is wat anders dan een school runnen. Als producent moet je snel beslissingen nemen. In het onderwijs kan dat niet. Daar moet je goed kijken naar wat je niet goed vindt, wat je kunt veranderen en hoe dat moet. Hij is van nature een wat ongeduldige man, die snel wil handelen, terwijl je soms rust moet inbouwen om te komen waar je wilt zijn."
Litjens wil rond de jaarwisseling de contouren helder hebben van een plan. In de eerste helft van 2012 moet de uitwerking met bijbehorende begroting rond komen. Met ingang van studiejaar 2012/2013 zou dan het curriculum-nieuwe-stijl van start kunnen, hopelijk met een nieuwe directeur. Litjens: "We onderzoeken hoe we het curriculum flexibeler kunnen maken ten opzichte van de ontwikkelingen van de markt zonder dat we de verworvenheden van de afgelopen jaren opgeven." Concreter dan dat wil ze nu niet worden, omdat de interne discussie nog niet is afgerond. "Er zit altijd spanning op omdat het werkveld mensen wil die à la minute inzetbaar zijn. Maar wat de filmwereld op langere termijn nodig heeft, zijn mensen die het gezicht van de filmwereld bepalen."
Zakken of slagen
Volgens producent San Fu Maltha mag de NFTA zich juist wel wat minder op televisie richten. "Nu wordt er gedaan alsof je voor het maken van een speelfilm alleen een omroep nodig hebt. Je zou een eindexamenproject ook bij distributeurs moeten pitchen." Maltha vindt dat er op de academie "gezien de mensen die er afkomen, nog heel veel moet gebeuren: met name op schrijfniveau, maar ook in het contact met het buitenland en de branche. Er zouden uitwisselingsprogramma’s moeten komen en waarom geen avondopleiding? Het kan een opleidingsinstituut worden voor mensen uit de branche, zodat er op hoger niveau geproduceerd kan worden." Net als Oostrik is hij van mening dat studenten meer films moeten maken, maar Maltha vindt ook dat ze daarop harder moeten worden beoordeeld, want: "Voor een opleiding waarvoor je niet kunt zakken, kun je ook niet slagen."
Van Doornik over het soort kapitein dat straks de nieuwe koers moet gaan varen: "We hebben iemand nodig die hartstochtelijk van zijn vak houdt, dan volgt daar bijna logischerwijs een visie uit. En hij of zij moet goed kunnen luisteren."
Teenstra: "Ik heb Jan Blokker eens horen zeggen: de beste cultuurminister die we ooit hebben gehad is Brinkman, want die had eigenlijk geen verstand van zaken. Met een visie wordt ’t al snel een dictator in de dop."
Karin Wolfs