f*ck schoonheid
Schoonheid is een dubbelzijdig zwaard. Wat betekende dat voor monstres sacrés Marilyn Monroe en Simone Signoret, twee actrices die in gevecht gingen met de schoonheidsidealen die ze zelf waren geworden. Out, damned spot! Out, I say!
De een raakte in verval, de ander bevroren in de tijd. Deze zomer worden met twee retrospectieven twee op het eerste gezicht totaal verschillende actrices gevierd. Vijftig jaar na haar dood vertoont Filmhuis Den Haag een reeks films met Marilyn Monroe en EYE haalt Frankrijks eerste Oscarwinnares Simone Signoret op het podium. Actrices die beroemd werden om hun schoonheid maar die later allebei die schoonheid vervloekten.
Was Marilyn Monroe dat icoon gebleven als ze niet in 1962 aan een overdosis barbituraten was gestorven? Nee, dat is eigenlijk wel met zekerheid te zeggen. Monroe groeide uit tot die godin van de schoonheid omdát ze op jonge leeftijd stierf. Hoe wrang dat ook klinkt, haar uiterlijk is waardevoller dan de vrouw die erachter schuilging. Dat gold al voor Da Vinci’s Mona Lisa maar de vrouw die daar model voor stond, is altijd onzichtbaar en dus onaantastbaar gebleven. Monroe’s veroudering zou bij haar latere leven zijn vastgelegd in honderden, zo niet duizenden nieuwe beelden. Die zouden de beelden van haar jeugd door de jaren heen zijn gaan vervangen. Zoals de beelden van de jonge Madonna van Like a Virgin in het publieke bewustzijn ook vervangen zijn door de beelden van latere Madonna.
Hoeren
Schoonheid was aanvankelijk ook voor Signorets carrière belangrijk — in Casque d’Or uit 1952 had de toen nog beeldschone Signoret vanwege haar goudblonde haar de bijnaam Goudhelmpje — maar later begon ze haar uiterlijk te verwaarlozen. Of misschien deed ze dat niet eens bewust en kon het haar gewoon niks meer schelen. Door de drank zwol haar gezicht op en door het eten de rest van haar lijf. Afslanken verfoeide ze. De tragische rollen die ze koos bevestigden die verandering van koers want ze speelde vooral hoeren en andere tragische figuren. Haar stem verkreeg door alle whisky en sigaretten dat timbre de temps, die schorre, weerbarstige klank waarmee ze een compleet castratenkoor de stuipen op het lijf kon jagen. Dat protest tegen de schoonheid en in zekere zin tegen de tijd zelf verschafte haar een bijna onaantastbare status. Artistiek dan. Want de tijd haalde haar in zoals die bijna iedereen inhaalt, behalve dan Monroe. In 1985 stierf Signoret aan alvleesklierkanker.
De levens van Signoret en Monroe raakten elkaar zelfs even toen de Française met echtgenoot Yves Montand in de zomer van 1960 in het Beverly Hills Hotel in LA verbleef, naast het appartement van Monroe en schrijver Arthur Miller. Montand zou naast Monroe gaan spelen in George Cukors Let’s make Love. Maar het bleef niet bij fictie alleen. Over het hoe en wat precies is veel gespeculeerd maar vast staat dat Monroe en Montand in die tijd inderdaad een affaire hebben gehad. Montand wisselde de schoonheid van de ene actrice in voor die van de andere.
Golddigger
Monroe wilde ook van haar imago van seksbom en dom blondje af. Ook al was ze beroemd geworden door juist die schoonheid uit te buiten en bewust aan haar imago te werken. In 1949 poseerde ze voor het eerst naakt — de enige keer dat ze daarvoor betaald werd, is het verhaal — maar toen een foto uit die serie drie jaar later in een kalender opdook en voor een kleine rel zorgde, vertelde Monroe in een interview dat ze het had gedaan vanwege geldproblemen. Dat viel goed bij de Amerikanen. In de jaren daarna speelde ze rollen die haar imago voor altijd zouden bepalen. Zoals de femme fatale in Henry Hathaways Niagara en de blonde ‘golddigger’ Lorelei Lee in Howard Hawks’ Gentlemen Prefer Blondes. Monroe’s veronderstelde relatie met president John F. Kennedy bezegelde haar larger than life-status. Nu zou ze echt nooit meer iets anders zijn dan dat beeldschone object, die verzameling fysieke kenmerken. Op 5 augustus 1962 werd ze thuis dood gevonden. ‘Waarschijnlijk zelfmoord’ was de conclusie, maar speculaties zijn er altijd gebleven.
Mass produced image
Zou Monroe haar imago ooit van zich af hebben kunnen schudden als ze niet zo jong was gestorven? Actrices ‘van een bepaalde leeftijd’ klagen vaak dat er te weinig rollen voor hen worden geschreven. Ze zijn er wel, maar veel te weinig. Wie had Monroe ooit een kans gegeven als ze ouder was geworden? Waarschijnlijk niemand, want om Monroe zelf ging het al lang niet meer. Vorig jaar — vijftig jaar na haar dood — betaalde het Canadese marketingbedrijf Authentic Brands Group twintig tot dertig miljoen dollar — zo gaan de geruchten — voor de rechten op de beelden van Monroe. Nu mogen ze tot in lengte van dagen voor reclamecampagnes worden ingezet. Dat was nooit gebeurd als ze ouder was geworden. Nu zijn haar schoonheid, haar gezicht en haar poses op bizarre wijze losgezongen van haar echte lichaam. Dat jonge, erotiserende maar toch nog maagdelijke beeld heeft niks meer met Monroe’s lichaam te maken, een idee dat Warhol al bevestigde met zijn beroemd geworden ‘mass-produced image’ van de actrice. Die groteske twintig tot dertig miljoen bevestigen dat opnieuw. De echte Monroe ligt in de grond, vergaan, maar haar beeld gaat heen en weer over de wereld, lucratief, als eeuwige momentopname.
Poupoupidou
Het is de verbeelding van verleiding, sterrendom en eeuwige jeugd die door de Canadezen is gekocht en die nu steeds opnieuw verkocht zal worden. Een bezwering van de angst voor ouderdom, voor de fade out en voor de dood. Een tijdloze weerstand tegen de tijd. Fenomenen waar na Monroe een miljardenindustrie op is gebouwd en waarvoor de actrice zonder dat ze het wist de fundamenten legde.
Signoret moest niets hebben van die onzin. Monroe probeerde ook weerstand te bieden maar Hollywood is wat dat betreft vijandiger dan Frankrijk. In Hollywood mag film nooit iets anders zijn dan verleiding. In Frankrijk mag het ook confrontatie zijn. Dat verschil in esprit de corps verklaart waarom Signoret kon verrijzen als een nieuwe ster met een ander aura en Monroe tragisch ten onder ging. Zij moest koste wat kost de vervoering van de bewegende vorm blijven, poupoupidou in het hamsterwiel, luchtzoenen blazend naar voorbijgangers. Onaantastbaar achter glas, zoals de Mona Lisa in het Louvre.
Monroe en Signoret zijn niet alleen door Montands kortstondige flirt met elkaar verbonden. Je zou ze allebei als personificaties kunnen zien van een verzet tegen de tijd en tegen de ondergang. Monroe ongewild doordat ze stierf en haar beeltenis voor altijd hetzelfde bleef, Signoret doelbewust doordat ze zichzelf vernietigde en zo onverschillig verklaarde tegenover het onherroepelijke verval.
Veel wijzer natuurlijk wat Signoret deed. Want wat moeten we dan? Allemaal op het hoogtepunt een overdosis barbituraten slikken? Om in de herinneringen van anderen voor altijd die uitvergrote instagramopname te blijven van toen we dertig waren? Of juist een stempelkaart bij de plastisch chirurg halen en onze lichamen alleen van binnen laten vervallen? Nee, bedankt. Wat heb je aan iets dat voor altijd hetzelfde blijft? Gelukkig kleefde de tijd Signoret aan. En ons ook nog steeds. Monroe had dat geluk niet.
Het gevecht is van alle tijden. Out, damned spot! Out, I say!, schreeuwt Lady Macbeth ijlend en hallucinerend tegen de vlek op haar hand. Ze kan het proberen. Maar verdwijnen doet hij niet.
Ronald Rovers