F voor Filmkritiek I

Het einde van de expert

  • Datum 08-01-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Klopt de klacht dat dagbladen en tijdschriften steeds minder plek inruimen voor serieuze filmkritiek? Chefs Kunst en filmcritici geven hun antwoord.

In de huidige economische crisis, advertentiecrisis en crisis van papieren media blijft ook de filmkritiek niet buiten schot. Pagina’s verdwijnen, vaste filmmedewerkers wordt de wacht aangezegd en budgetten voor lange, specialistische verhalen worden schaars.
Een zeven pagina’s tellende special over Lars von Triers nieuwste film antichrist in NRC Handelsblad vormde tegelijk de uitzondering en aanleiding om deze ontwikkeling eens onder de loep te nemen. Eind oktober plaatste de redactie van het Cultureel Supplement artikelen van drie schrijvers — F. Starik, Saskia de Coster en Maria Barnas — die hun indruk van deze opmerkelijke film op papier zetten, naast een interview met de maker zelf door de vaste filmredacteur. Een opvallende keus: waarom werd deze opdracht niet door filmexperts uitgevoerd? Is er met het verdwijnen van bladen als Skrien en de inperking van filmredacties nog wel voldoende ruimte voor serieuze filmkritiek in het medialandschap?

Lullen als Brugman
Filmcriticus Jan Pieter Ekker werkte tien jaar lang voor de Volkskrant tot hij daar afgelopen maand zijn pen neerlegde — zijn eigen beslissing, zegt Ekker: "Ik wil weer iets anders, iets gecompliceerds gaan doen." Hij wil zelf een nieuwe, gespecialiseerde website over film starten, "met toegankelijke stukken over moeilijke films".
Een diep gevoelde teleurstelling in het vak is niet de reden van zijn vertrek, zegt hij, maar een aantal kanttekeningen bij de huidige ontwikkelingen in de filmjournalistiek wil hij wel plaatsen: "Ik ben bang dat het vak van filmcriticus uitsterft. Nederland is sowieso niet cinefiel, dat sluit aan bij het gehele filmklimaat." Daarbij is er de druk op kranten, waar lezers massaal weglopen.
"Ook het beeld van de hoofdredacteur van bijvoorbeeld de Volkskrant wordt bepaald door wat hij uit Cannes zag in RTL Boulevard. ‘Hadden wij dat niet moeten hebben?’ hoor je dan."
Ook Kees Driessen, criticus bij Vrij Nederland, signaleert een vervlakking: "De algemene indruk dat entertainment de serieuze filmkritiek verdringt, lijkt me duidelijk." Hij mailt verder: "In het hele scala van filmjournalistiek, van publiciteitsuitingen tot serieuze kritiek, is de elitaire, academische en cultuurfilosofische traditie kwijnende. Die zal nooit groot worden, dat hoeft ook niet — dat moet misschien zelfs voorkomen worden — maar hij is wel van groot belang."
Criticus Erik Spaans van HP/De Tijd lukt het soms door te "lullen als Brugman" om een stuk over een kleine artfilm over het voetlicht te krijgen. Maar in het algemeen is hij niet ontevreden, ook al is de beschikbare ruimte voor zijn recensie (van één film) een tijdje terug ingekort van 700 naar 500 woorden. "Natuurlijk is het wel jammer dat je soms groepsinterviews hebt waarbij het gesprek met de regisseur of scenarist vele malen interessanter is dan met de ster zelf — maar dat is moeilijk te verkopen aan een blad, de regels van vraag en aanbod eisen nu eenmaal dat je een ster aan het woord laat, daar kan niemand wat tegen doen."
Hoe dan ook vindt Spaans het jammer dat er niet meer te lezen valt over film. Hij schrijft dergelijke stukken daarom bijvoorbeeld op vrijwillige basis voor Schokkend Nieuws, het tijdschrift en de website voor horror-, sf- en cultfilmliefhebbers. "Jammer dat er niet meer van zulke podia bestaan."
Raymond van den Boogaard, chef Kunst van NRC Handelsblad, betwist dat de recensie een ondergeschoven kindje is: "Bij ons bestaat de filmpagina voor tachtig procent uit recensies, met daarnaast filmnieuws. De dvd-besprekingen hebben we er helaas uit moeten doen, dat was een ruimtekwestie waar de krant in brede zin mee worstelt." Hij merkt op dat er veel kunstuitingen voor kritiek en bespreking in aanmerking komen, waarbij film er "nog zeer genadig" van afkomt, zeker in het moeilijke vaarwater waarin kranten verkeren.
Waarvan akte in de behandeling van antichrist: "Vanwege de artistieke merites wilde ik die film groot behandelen, op een spannende manier. Dus heb ik literatoren gevraagd om hun licht erover te laten schijnen in plaats van specialisten. Ik was blij met het resultaat, maar ook wel verrast hoe dat uitpakte. Ik had wat meer analytische betogen verwacht in plaats van de emotionele beschrijvingen."

Weggefloten
De filmjournalistiek wordt schraler, de focus vernauwt, is de veel gehoorde klacht. Het AD recenseert überhaupt niet meer — terwijl Jan Pieter Ekker wijst op De Telegraaf, die wel degelijk zo nu en dan een artfilm "meepikt". Hij merkt dat recensenten persvoorstellingen vooraf selecteren, zodat het nogal eens voorkomt dat Ekker in een lege zaal een film zit te kijken. "Ik vind dat je als filmjournalist alle films moet zien, dan pas krijg je een goed beeld van de industrie. Je hoeft niet overal over te schrijven, maar wie weet komt het later nog van pas in een trendverhaal. Ik vraag me soms af of mensen het nog wel leuk vinden om films te kijken. Het is essentieel, verrijkend, en het kost je als journalist niks."
In Cannes knapte hij af omdat in veel zalen films werden weggefloten. "Volgens mij komt dat door een gebrek aan kennis, de toeschouwers begrepen die films gewoon niet — schokkend. Als je alleen blockbusters ziet dan weet je blijkbaar niet meer wat je kunt verwachten."
André Waardenburg, oud-hoofdredacteur van Skrien en filmmedewerker van NRC Handelsblad, maakt zich zorgen over de toenemende druk van pr-bedrijven die steeds vaker voorwaarden stellen over lengte of plaatsing van artikelen over film en de generatiewisseling van filmjournalisten: "Fans vervangen serieuze critici, dat is een gevaarlijke zaak. Kritiekloosheid dreigt en de kunstzinnige film wordt nog marginaler dan hij al is. Soms denk ik bij NRC Handelsblad ook wel eens achteraf: dat stuk over die artfilm had best prominenter in de krant gemogen."

Keuzes
Sinds een jaar bespreekt NRC Handelsblad lang niet meer alle films: "Alleen de films die ‘ertoe doen’", zegt kunstchef Van den Boogaard. Welke dat zijn? "Tsja, het is geen geheim recept, maar dat beslissen onze twee filmredacteuren en twee medewerkers in overleg."
Ook Trouw werkt met vier (momenteel tijdelijk drie) vaste filmjournalisten. "Op film is tot nu toe helemaal niet bezuinigd", zegt voormalig chef van de filmpagina Hans Masselink. Wel probeert Trouw steeds vaker achtergrondstukken te maken of interviews met makers te plaatsen. "We maken hele duidelijke keuzes, horrorfilms of gewelddadige films doen we niet."
Het Parool heeft sinds twee jaar een nieuwe filmbijlage en staat onder druk om alle films te bespreken, in verband met de levering van die recensies aan de GPD-bladen. "De stukken zijn dus wel korter geworden, simpelweg omdat er veel meer films uitkomen", zegt filmredacteur Mark Moorman. "Bespraken we vroeger vier tot zes films, nu kunnen dat er wekelijks wel tien zijn."
Vier filmmedewerkers is ruwweg de gemiddelde bezetting bij de dagbladen — bij NRC is dat aantal van recente datum: "Inderdaad, we hebben het aantal filmmedewerkers wat ingekrompen", verklaart kunstchef Van den Boogaard. "Door de komst van nrc.next was er een grote hoeveelheid nieuwe kunstmedewerkers bijgekomen. Het waren te veel namen, terwijl ik het juist belangrijk vind om duidelijk herkenbare auteurs aan de pagina te verbinden. Toen ik chef werd, waren er zeventig medewerkers verbonden aan de redactie. Diverse freelancers hebben ook diverse stijlen en smaken. Dat is rommelig en ondermijnt het gezag van bijvoorbeeld de filmkritiek."

Experts
Een van die gelukkige blijvers is criticus André Waardenburg. Hij heeft zijn hoop gevestigd op de eventuele oprichting van een filmblad onder de paraplu van het nieuwe Filmsectorinstituut. "Ik wil niet blijven hangen in negatieve constateringen", zegt Waardenburg, "vroeger was heus niet alles beter. Internet dwingt ons om puntiger te schrijven, dat is helemaal niet erg — dat scheelt een hoop ellenlange plotbeschrijvingen en filosofietjes."
Erik Spaans van HP/De Tijd relativeert: "Ach, alle gedrukte media worden kleiner en dunner, onder druk van internet en de afnemende advertentiemarkt, dat is een algemene trend. Pak de krant van tien jaar geleden er maar bij, in de weekendbijlage stonden toen enorme lappen tekst. Overigens schrijf ik naast film ook over kunst en oude meesters — voor dat onderwerp is de interesse nog meer tanende."
Kunstchef Hanneke de Klerck van de Volkskrant houdt het kort: "Bezuinigen op film? Ben je gek! We hebben net een nieuwe bijlage. Verder is er een filmspecialist bij ons in vaste dienst, maar de filmpagina’s moeten ook een service blijven voor de lezer." Haar NRC-collega Van den Boogaard onderschrijft dat idee: "Ik ben er niet echt van overtuigd dat we experts nodig hebben, ik vind dat mainstreamredacteuren ook films moeten kunnen bespreken. Anders wordt je kopij te voorspelbaar en te specialistisch, dat moet je niet willen in een dagblad. Een krant moet levendigheid uitstralen, het is geen wetenschappelijk instituut." Uiteraard kan niet iedereen filmredacteur worden, beaamt Van den Boogaard, net zo goed dat niet iedereen geschikt is als sportverslaggever. "Specialismes hebben voor- en nadelen; de knowhow is prettig, maar leesbaarheid en presentatie spelen voor de krant ook een grote rol."
Waardenburg betreurt de afweging dat een dagblad ’toegankelijke’ informatie voor de lezer moet brengen: "Daar doe je de krant mee tekort. Wie is die lezer dan? Kijk naar een specialistische website als NRCboeken, dat is een succesvol portal. Zoiets zou voor film ook kunnen, ik heb wel eens vernomen dat de filmsite van nrc.nl bij de best bezochte pagina’s hoort."
Van den Boogaard: "Tsja, je kunt wel een fraaie academische redenering ophangen, het moet wel bij de mensen blijven. We zijn heus niet van de straat, we zijn ook geen consumentengids, en zwichten al helemaal niet voor entertainment. Wel wilden we laatst Linda de Mol interviewen, maar haar pr-machine vond onze krant niet opportuun genoeg."

Olga van Ditzhuijzen

Op het debatprogramma F voor Filmkritiek zal worden gediscussieerd over de stand van zaken in de filmkritiek, inclusief filmvertoningen, van 10 tot en met 13 december in Filmhuis Den Haag.