EYE-Filmmuseum
Naar de Overkant
Het heeft even geduurd maar dan heb je ook wat. Het nieuwe EYE-Filmmuseum is een architectonisch spektakelstuk. Nu nog een succesvolle exploitatie.
Even leek het er in het afgelopen jaar op dat de overheid lukte, wat de Nederlandse filmwereld zelf nooit voor elkaar kreeg: gezamenlijk optreden. De buitensporige bezuinigingen op filmsubsidie — het Filmfonds krijgt een kwart minder — leidde zowaar tot een gevoel van eenheid. Maar Dick Maas bracht de traditionele zuurgraad in de Nederlandse filmwereld terug op het vertrouwde peil. In het Parool fulmineerde de filmmaker vorige maand tegen de nieuwbouw van EYE. Dick vindt het ‘een megalomaan project’. Die 27 miljoen — hou geheim voor Dick dat het 36 miljoen is — had naar de Nederlandse film moeten gaan. Dick lijkt te denken dat het nieuwe pand door het Filmfonds is betaald. Onthoud het nu eens een keer Dick: het gebouw is ontwikkeld door ING Real Estate, dat in vastgoed en niet in films investeert. ING Real Estate is investeerder en eigenaar van het gebouw, EYE-Filmmuseum de huurder.
Nieuwe realiteit
Hoeveel huur EYE-Filmmuseum betaalt voor het nieuwe pand is onbekend. Directeur Sandra den Hamer noemt het ‘een keurig cultureel tarief’. Meer zorgen zal het streefcijfer van jaarlijks 225 duizend bezoekers haar baren. Die schatting is gemaakt in de tijd dat er nogal overspannen groeiverwachtingen heersten in de culturele sector. Mensen kregen meer vrije tijd, werden hoger opgeleid, hadden meer geld te besteden enzovoort, enzovoorts. Je hoefde maar een deur open te zetten en de bezoekers zouden toestromen. Ook rekende men zich makkelijk rijk met aannames over cultuur als economisch pepmiddel. Culturele investeringen zouden zich altijd ruimschoots terugbetalen in de stedelijke economie. Hoe meer geld in cultuur, hoe beter voor de economie, was de boodschap aan politici. Inmiddels weten we dat dit vaak meer wensdenken was dan realiteit. Those were the days. Inmiddels is er een nieuwe realiteit van bezuinigingen en culturele krimp. Het is duidelijk dat deze nieuwe werkelijkheid EYE-Filmmuseum rauw op het dak valt. Dat Den Hamer spreekt van een ‘behoorlijke uitdaging’ klinkt als een eufemisme. EYE-Filmmuseum heeft een jas gekregen die op de groei is gekocht. Hoe groot de jas is, blijkt uit een vergelijking van EYE-Filmmuseum met het Parijse filmmuseum, de Cinemathèque Française. Het in het twaalf miljoen inwoners tellende Parijs gevestigde filmmuseum telt drie zalen met in totaal 676 stoelen. EYE-Filmmuseum, dat in een stad van nog geen 800 duizend inwoners is gevestigd, telt vier zalen, met in totaal 640 stoelen. Wie gaan die stoelen bezetten? Den Hamer noemt in interviews altijd vier doelgroepen: cinefielen, schoolklassen, inwoners van Amsterdam Noord en toeristen. Zij moeten zorgen voor de 225 duizend bezoekers — drie keer zoveel als het jaarlijkse aantal bezoekers in het Vondelparkpaviljoen.
Feestje
EYE-Filmmuseum ligt niet alleen in een veel kleinere stad dan de Parijse evenknie, maar moet zich ook handhaven in een ongunstiger cultureel klimaat. De Franse overheid neemt de Franse cultuur serieus. Het mag wat kosten. De Cinemathèque gaf in 2010 30 miljoen euro uit, waarvan 20 miljoen van de rijksoverheid kwam. EYE- Filmmuseum geeft jaarlijks 14 miljoen euro uit, waarvan de helft van de rijksoverheid komt. De Cinemathèque genereerde in 2010 vier miljoen euro aan eigen inkomsten — entreekaartjes, sponsoring enz. Dat was 14% van de totale inkomsten. EYE-Filmmuseum doet het beter: ongeveer 30% van de inkomsten komt uit entreekaartjes, sponsoring, crowdfunding enz.
Genoeg over cijfers en zorgen. Nu eerst een feestje, want met het nieuwe EYE-Filmmuseum heeft Nederland het spectaculairste filmmuseum ter wereld. Je hoeft niet chauvinistisch te zijn — goede ogen volstaan — om te zien dat er iets groots is verricht. Op naar de overkant!
Jos van der Burg
Cinemathèque Française 2010
Zalen: 3
Stoelen: 676
Bezoek: 383.000
Inkomsten: 30 miljoen euro
Subsidie rijksoverheid: 20 miljoen euro
Eigen inkomsten: 4 miljoen euro
EYE-Filmmuseum
Zalen: 4
Stoelen: 620
Bezoek: 225.000 (streefcijfer)
Inkomsten: 14 miljoen euro
Subsidie rijksoverheid: 7,5 miljoen euro
Eigen inkomsten: 4 miljoen euro