De beste films van 2016

De beste films van 2016 volgens de redactie. Toni Erdmann en Fuocoammare voeren de lijst aan, op een afstandje gevolgd door Neruda. 2016 in lijstjes.

Joost Broeren

1. Fuocoammare (Gianfranco Rosi)
Dit portret van de eindeloze vluchtelingenstroom die aanspoelt op Lampedusa laat onder het oppervlak vooral zien hoe wij met zijn allen wegkijken, en dwingt ons het alsnog onder ogen te zien.
2. Stop the Pounding Heart en The Other Side (Roberto Minervini)
Onmisbaar tweeluik in dit politieke jaar. Minervini portretteert Trumpland, en vooral de wanhoop en standvastigheid van haar inwoners. Niet veroordelend of met een bestraffend vingertje maar humanistisch en vol compassie.
3. Arrival (Denis Villeneuve)
Slimme science fiction houdt een pleidooi voor communicatie, en blijkt achteraf een nog slimmere puzzelfilm te zijn geweest, waarin de (spoiler!) twist aan het einde niet zozeer de plot maar vooral de emoties versterkt.
4. La tortue rouge (Michael Dudok de Wit)
Beeldschoon, klassiek en universeel, deze langverwachte eerste lange animatiefilm van Michael Dudok de Wit. Studio Ghibli via Londen en Parijs, en een heel klein beetje Nederland.
5. Tangerine (Sean Baker)
Onbegrijpelijk dat deze film in Nederland alleen op festivals draaide. Een hyperenergieke long night of the soul met twee transgender prostituees in de achterbuurten van L.A., die bovendien bewijst dat je met een simpele smartphone verbluffende beelden kunt filmen.
6. Neruda (Pablo Larraín) en Experimenter (Michael Almereyda)
Twee biografiën die weigeren simpele verhaaltjes te vertellen en in plaats daarvan de werkwijze van hun hoofdpersonen in de essentie van de film verweven. Geen biopics, maar een Nerudiaans filmgedicht en een Milgramesque filmexperiment.
7. Heart of a Dog (Laurie Anderson)
Een afscheidsbrief die op de prettigst denkbare manier meandert langs het leven, als een nieuwsgierige hond die in alle vrijheid snuffelt aan alles wat er op haar pad komt, maar die als puntje bij paaltje komt toch stevig aan de lijn blijkt te zitten.
8. Homo sapiens (Nikolaus Geyrhalter)
Een postapocalyptische documentaire waarin, de titel ten spijt, geen mens te zien is. In plaats daarvan richt Geyrhalter zich in schilderachtig gefilmde en hypnotiserend gemonteerde beelden op de restanten die we hebben achtergelaten — lege gebouwen, overwoekerde parkeerplaatsen.
9. Toni Erdmann (Maren Ade) en Waterboys (Robert Jan Westdijk)
Twee onhandige, kinderachtige vaders en hun twee kinderen die alles veel te serieus nemen: dat levert in beide gevallen films vol venijnige humor en intense emoties op.
10. Anomalisa (Charlie Kaufman & Duke Johnson)
Laat dat maar aan weirdo Charlie Kaufmann over: het inherent kunstmatige medium van de animatiefilm aanwenden om zijn meest realistische, gewone en pijnlijk-menselijke film tot nu toe te maken.


Jos van der Burg

1. Fuocoammare (Gianfranco Rosi)
Iedereen die iets wil zeggen over Europa en migranten moet eerst deze documentaire gaan zien. De gruwelijke climax op zee zou iedereen het schaamrood naar de kaken moeten jagen: dit dulden wij in Europa, dat zich zo graag op mensenrechten laat voorstaan.
2. Neruda (Pablo Larraín)
Regisseur Pablo Larraín krabt met flair en brille aan de mythe van Pablo Neruda, met als resultaat een overrompelend beeld van een romanticus, womanizer, saloncommunist, dichter en avonturier. De film neemt een loopje met de werkelijkheid en schetst toch een waarheidsgetrouwer beeld van Neruda dan alle heiligverklaringen over hem.
3. Frantz (François Ozon)
Schitterend historisch melodrama over de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Tegen het decor van de perfide overwinningssfeer in Frankrijk en de broeierige wraaksfeer in het vernederde Duitsland, proberen door de oorlog zwaar geteisterde mensen een nieuw leven op te bouwen. Kan dat zonder leugens?
4. Ma vie de courgette (Claude Barras)
Dat je met animatie serieuze, volwassen verhalen kunt vertellen, is geen nieuws, maar zelden zagen we het zo aangrijpend en liefdevol als in Ma vie de courgette. Het verhaal over een weeshuis brengt een hommage aan mensen die zich nu eens niet vergrijpen aan weerloze kinderen, maar zich met hart en ziel voor hen inzetten.
5. L’avenir  (Mia Hansen-Love) en Elle (Paul Verhoeven)
In stijl en gevoeligheid diametraal verschillende films, maar met een personage dat in beide films na een overdonderende klap zich niet van de kaart laat vegen. Geen slachtofferschap maar levenswil. Met Isabelle Huppert op het toppunt van haar acteerkunst.
6. A Quiet Passion (Terence Davies)
Portret van Emily Dickinson als een vrouw en dichteres die bekneld zit in het negentiende eeuwse patriarchale keurslijf. Het had een feministisch pamflet kunnen  opleveren, maar Terence Davies is godzijdank te subtiel voor anachronistische statements.
7. Una noche sin luna (Gérman Tejeira)
Drieluik over drie eenzame zielen op Nieuwjaarsavond in Uruguay. Geen spectaculaire cinema, zodat deze ontroerende, melancholieke portretten van mensen op zoek naar een beetje geluk veel te makkelijk over het hoofd worden gezien.
8. Les innocentes (Anne Fontaine)
Op feiten gebaseerd drama over de gevolgen van verkrachting door Russische soldaten in 1945 van nonnen in een Pools klooster. De imponerende, ingetogen film maakt aangrijpend de dubbele verkrachting — lichamelijke en spiritueel — voelbaar van de nonnen.
9. Francofonia (Alexander Sokoerov)
Speels en serieus speelfilmessay over het Louvre in de Tweede Wereldoorlog. Sokoerov neemt het op voor de kunst: de menselijke beschaving vergaat, maar waardevolle kunst trotseert de eeuwigheid. En passant wijst de regisseur op het verschil in de behandeling van Fransen en Russen door de nazi’s: de één een broedervolk, de ander een minderwaardig volk, dat meedogenloos werd afgeslacht. De Russische pijn over het Westen zit diep.
10. Les ogres (Léa Fehner)
Hommage aan een leven in vrijheid. De leden van een rondreizende theatergroep zoeken de grenzen op van hun persoonlijke vrijheid. Ja, dat levert egoïstisch gedrag en verdriet op, maar ook een rijke levenservaring.  Het hoeft toch niet altijd en overal huisje, boompje en beestje te zijn?


Hugo Emmerzael

1. Poesía sin fin (Alejandro Jodorowsky)
De Nederlandse release is pas in 2017, toch kan ik niet anders dan deze film nu al op de hoogste plek zetten. Poesía sin fin kwam als een geschenk in mijn leven. Dankzij Jodorowsky leerde ik meer over mijn eigen leven. Als gevolg huilde ik van geluk en verdriet in de bioscoop.
2. O.J. Made in America (Ezra Edelmann)
Als Nederlandse jongeman kreeg ik weinig mee van de commotie rondom topsporter, superster en moordenaar O.J. Simpson. Edelmann’s uitgebreide analyse is voor mij een openbaring die me heeft doen helpen begrijpen hoe Simpsons huidskleur, rijkdom, bekendheid en misdrijf een verdeeld Amerika nog meer kon openscheuren. Netflix-documentaire 13th was hierbij een uitstekend metgezelstuk.
3. L’Avenir (Mia Hansen-Løve)
Ik ben verliefd op bijna alle mensen in de films van Mia Hansen-Løve. Ze gaan door ingewikkelde wendingen in hun leven, maar Hansen-Løve gunt ze (en ons) alsnog de gelegenheid om de stille momenten tussen die gebeurtenissen te laten zien. Isabelle Hupert’s standaard is het neerzetten van fenomenale rollen, maar zelden scheen ze mij zo menselijk, begrijpelijk, voelbaar en oprecht als in L’Avenir.
4. Elle (Paul Verhoeven)
En dan is er ook nog Elle. Wat een fascinerend complexe rol speelt Hupert in deze film! Wat is het ook heerlijk om Verhoeven weer los te zien gaan met wrange, schokkende en grappige momenten in een intrigerende thriller die zich in onwaarschijnlijke bochten durft te wringen.
5. I pugni in tasca (Marco Bellocchio)
Over wrange films gesproken: de restauratie van Bellocchio’s meesterlijke debuut uit 1965 heeft me dit jaar meerdere keren doen sidderen. Inspiratie puttend uit het neorealisme en de Franse nouvelle vague ging Bellocchio de strijd aan met de familie als instituut, in een verontrustende film die tegen horror durft aan te leunen. Met dank aan Lou Castel’s fascinerende lichamelijke spel.
6. Évolution (Lucile Hadzihalilovic)
Nog een bijzondere film over familie die tegen horror aanleunt. Hadzihalilovic’s Évolution speelt zich af in een fascinerend, verontrustend en oogstrelend microkosmos waar de relatie tussen moeder en zoon bizarre dimensies aanneemt.
7. The Neon Demon (Nicolas Windin Refn)
Met The Neon Demon voert Refn zijn hypergestileerde stijl uit het sterk onderschatte Only God Forgives nog meer op. In dit kannibalistische modebacchanaal bewijst hij vooral een uitstekende gevoeligheid te hebben voor het gebruik van textuur, kleur en geluid.
8. Sausage Party (Greg Tiernan, Conrad Vernon)
Voor een persiflage op Pixar-films van een stel stoners, biedt Sausage Party buitengewoon veel entertainment, humor en interessante observaties over onze (seksuele) relatie met eten. Sausage Party’s climax is een geweldig moment van ontlading in een jaar waarin mensen met cultuurverschillen steeds sterker uit elkaar lijken te drijven. Je moet het zien om te geloven.
9. The Assassin (Hou Hsiao-hsien)
Een afbeelding waarop de hele stamboom van dit verhaal wordt verbeeld was nodig om The Assassin beter te begrijpen, maar zelfs toen ik het merendeel van deze film niet begreep was het zo’n zeldzaam genot om naar te kijken. Met The Assassin heeft Hsiao-hsien een oogstrelende, poëtische en tragische film gemaakt.
10. Heart of a Dog (Laurie Anderson)
2016 was een hels jaar voor iedereen die ook maar een beetje emotionele verbondenheid voelt met populaire cultuur: Bowie, Prince, Vanity, Alexis Arquette, Phife Dawg. Zo kan ik nog lang doorgaan… Voor experimenteel performance artiest Laurie Anderson was 2016 niets vergeleken met het jaar daarvoor, toen ze niet alleen haar man Lou Reed, maar ook haar Terriër Lolabelle verloor. Deze innige audiovisuele meditatie over verlies, verandering en acceptatie is als een helende zalf voor de momenten waarop alles uit je vingers lijkt te glippen.


Sacha Gertsik

1. Lemonade (Kahlil Joseph, Beyoncé Knowles-Carter)
Tekenend voor 2016 als jaar dat in een film top tien de nummer 1 een visual album is. Maar deze film is dan ook precies wat we in 2016 nodig hebben: oprechtheid. Prachtig, hoopgevend en bijzonder rijk aan visuele inhoud. Én for the masses!!
2. NSU: German History X — The Perpetrators (Christian Schwochow)
En dan maar gelijk een aflevering van een Duitse mini-serie op nummer twee. Ooit een nazi willen zijn? Ik ook niet, maar toch was ik er even een. Confronterend in al zijn aanstekelijke energie.
3. Toni Erdmann (Maren Ade)
Een bizarre film over bizarre mensen met bizarre gevoelens. Oh nee toch over zo’n beetje iedereen. WHUT?! Ga maar gewoon kijken.
4. Full Contact (David Verbeek)
Aangrijpend in al zijn visueel ijskoude glorie. Een film over een hedendaags thema (drone piloten) die raakt aan diep menselijke en dus aloude gevoelens. Resoneert nog maanden na in je hoofd.
5. Ma Vie de Courgette (Claude Barras)
Een kinderfilm over grotemensenthema’s. Of andersom. Over wat nou precies familie en acceptatie is. Mooi en lief, zonder simpel te zijn.
6. The Revenant (Alejandro G. Iñárritu)
Misschien niet de sterkste film van Iñárritu, maar wel weer een ongelofelijke cinematografische prestatie (van meestercinematograaf Emmanuel Lubezki). Met beelden die soms zo prachtig zijn dat je bijna niet kunt geloven dat ze op locatie met alleen natuurlijk licht zijn gedraaid.
7. Waterboys (Robert Jan Westdijk)
Een lieve en mooie film van eigen bodem. Oprecht en grappig, een verhaal over liefde en familie dat je raakt. Met als bonus een aanstekelijke soundtrack. Welkom terug, Westdijk! We hebben je gemist.
8. Arrival (Denis Villeneuve)
Een verhaal over durven leven ook al weet je dat het moeilijk wordt, verteld via aliens en taalkundigen. De vertelling is misschien niet perfect, maar de tentakels van Arrival gaan uiteindelijk recht naar je hart en laten niet meer los.
9. Creed (Ryan Coogler)
Een nieuwe Rocky met Rocky maar dan niet over Rocky. En dat dat dan werkt en mooi is en ook nog met een geweldige Sly is. Met een belangrijke boodschap (‘soms is de letterlijke winst niet de echte winst’), die we misschien van tijd tot tijd weer even moeten horen.
10. Belgica (Felix van Groeningen)
Feestje van van Groeningen! Kijken met een biertje in de hand, om na afloop toch een beetje bedenkelijk naar dat biertje te kijken.
En er dan nog een te nemen.

Eervolle vermeldingen:
Young Wrestlers (Mete Gümürhan)
Fantastic Beasts and Where To Find Them (David Yates)
Black (Adil El Arbi & Bilall Fallah)


Mariska Graveland

1. Évolution (Lucile Hadzihalilovic)
In dit sinistere Franse drama zit horror niet aan de buitenkant maar diep van binnen. Hadzihalilovic filmde Évolution als de schemering: het mysterieuze, vulkanische kustdorpje is een tussenplek waar andere, vreemde regels gelden. De film speelt knap in op de angst om opgeslokt te worden (door de peilloze zee, door de moeder). Zelden zo’n angstaanjagende zee gezien in een film.
2. Arrival (Denis Villeneuve)
3. L’avenir (Mia Hansen-Løve)
4. Cemetery of Splendour (Apichatpong Weerasethakul)
5. Toni Erdmann (Maren Ade)
6. A Quiet Passion (Terence Davies)
7. Elle (Paul Verhoeven)
8. High-Rise (Ben Wheatley)
9. El boton de nacar (Patricio Guzmán)
10. De kinderen van juf Kiet (Petra Lataster-Czisch en Peter Lataster)


Dana Linssen

1. Shadow World (Johan Grimonprez)
Wapenhandel is de motor achter ons huidige economische systeem. Corruptie is geen bijverschijnsel, maar de modus operandi. Maar we hoeven ons de oorlog niet te laten verkopen. Er zijn andere manieren mogelijk om over mens en samenleven te denken, een “politics of love” bijvoorbeeld, of inzien dat alles in de natuur op samenwerking is gericht, dus waarom laat de mens zich tegen elkaar (en zichzelf) opzetten?
2. Cemetery of Splendour (Apichatpong Weerasethakul)
Slow cinema science fiction. Waarschijnlijk lijden we allemaal aan een mysterieuze slaapziekte en hebben we de lichttherapie van Apichatpong Weerasethakul nodig om daarvan te genezen.
3. Ma vie de Courgette (Claude Barras) & Sausage Party (Greg Tiernan & Conrad Vernon)
Eindelijk weer eens een kinderfilm die kinderen serieus neemt, omdat hij niet vergeten is hoe absoluut en bedreigend de wereld voor kinderen over kan komen, en hoe beangstigend en wonderschoon hun fantasieën en gevoelens kunnen zijn. En eindelijk weer eens een animatiefilm die een worstdikke middelvinger opsteekt naar kinderen. Sausage Party is voor het supermarktwezen wat The Matrix was voor de rest van de mensheid. Een subversieve mix van datingkomedie en revolutionair epos.
4. I, Daniel Blake (Ken Loach)
Een moderne J’accuse: tegen het neoliberalisme dat van mensen die om een of andere reden niet kunnen “meedoen” verdachten maakt. Maar met een hart zo warm en menselijk als het armeluis-waxinekacheltje dat de hoofdpersoon maakt. Een film om anderen uit te nodigen zich samen met jou aan te warmen.
5. Toni Erdmann (Maren Ade)
De wanhoop van de practical joke. Die vader met dat fopgebit. Hoe komen we nog tot elkaar in deze tragikomische en absurdistische onttakeling van moderne familierelaties, die perverse parallellen vertonen met de consultancy- en businesscultuur van het nieuwe Europa.
6. Fuocoammare (Gianfranco Rosi)
Fuocoammare begint als de cameraploegen verdwenen zijn. Op het Italiaanse rotseiland Lampedusa, baken en grafsteen in zee voor honderdduizenden vluchtelingen. Of zoals een van de personen in de film zegt: “Het is de plicht van ieder mens om te helpen. Je kunt niet kíjken en níet helpen.”
7. Francofonia (Aleksandr Sokourov)
Kunst tussen massa en macht. Geestig, prikkelend en speculatief detective-essay over de geschiedenis van het Louvre en de vraag van wie kunst is.
8. Neruda (Pablo Larraín)
Biopic van de Chileense dichter als een personage in zijn eigen werk. Wie anders dan een van de interessantste filmmakers van dit moment kan van een biografische film fictie maken en zo iets vertellen over de manier waarop de de geschiedenis verzinnen?
9. Full Contact (David Verbeek) & Waterboys (Robert-Jan Westdijk)
Sowieso een heel goed jaar voor de Nederlandse film, Layla M. Van Mijke de Jong en De kinderen van juf Kiet van Petra Lataster-Czisch en Peter Lataster horen ook tot mijn favorieten. Maar  de mentale roadmovie van David Verbeek heeft zich in mijn hoofd genesteld, en die van Robert-Jan Westdijk in mijn hart.
10. High-Rise (Ben Wheatley)
Rem Koolhaas-city gone wrong. J.G. Ballards upstairs/downstairs dystopie laat zich ondanks dat de film bij release al een jaar oud was bekijken als profetie over de chaos en desillusie na het Brexit-referendum.
11. The Neon Demon (Nicolas Winding Refn)
Op 11, het gekkengetal, zet ik toch The Neon Demon, een extravagante ongemakkelijke film zonder inhoud, omdat hij zijn inhoud op zijn ontvelde lichaam, draagt, als de vleesjurk van Lady Gaga.

En dan vond een aantal van de spannendste cinematische gebeurtenissen en andere rêverieën van de gemedialiseerde wereld nog plaats buiten de muren van de zwarte dozen en pluche paleizen die we ooit bioscopen en filmtheaters hebben genoemd:

1. Fever Room
Apichatpong Weerasethakuls cine-theater performance die van de toeschouwers projectieschermen maakte en waarin je Plato’s schaduwen in de verte kon horen lachen (Kunstenfestivaldesarts, Brussel);
2. The Night Of Episode 2 “Subtle Beast” (R: Steven Zaillian/C: Igor Martinovi?)
Het begin van een eindeloze zoektocht door shallow depths of field als de morele myopie van onze tijd (HBO);
3. HyperNormalisation (Adam Curtis) — “Productive paranoia” (BBCi);
4. Into the Inferno — als de wereld niet zou bestaan dan zou Werner Herzog hem moeten uitvinden (Netflix);
5. Atomic (Mark Cousins & Mogwai) — It did get loud! (Holland Festival, Amsterdam);
6. Master of Light — Robby Müller Exhibiton — de tentoonstellingsruimte veranderde in een gigantische video-installatie (EYE, Amsterdam);
7. Een experiment voorgesteld door Kaya Erdinç! Challenge accepted. Hit 2 Pass, 88:88 en I Want a Best Friend achter elkaar kijken alsof het 1 film is. Het werkte;
8. Pokémon GO!


Ronald Rovers

1. Hypernormalisation (Adam Curtis)
Een BBC-documentaire met idiote terzijdes over LSD en de loop van de geschiedenis maar met één extreem intrigerende en beangstigende stelling: dat sinds de jaren zeventig fictieve verhalen worden ingezet om geopolitieke doelen te bereiken. Leugens, grove leugens en politiek.
2. The Assassin (Hou Hsiao Hsien)
Ze doodt, ze verandert de koers van de geschiedenis, ze is als de wind. Ze is het lot, deus ex machina, de loop van de geschiedenis. Ongrijpbaar. Snel. Dodelijk.
3. Toni Erdmann (Maren Ade)
Wie past de vaderrol perfect? Of die van dochter? De vader die z’n eenzame dochter in het buitenland opzoekt om haar te helpen merkt dat de rol niet meer past. Of z’n tekst vergeten is.
4. Fuocoammare (Gianfranco Rossi)
Wat anderen zeggen.
5. Elle (Paul Verhoeven)
6. La La Land (Damien Chazelle)

Ik kom niet vaak zingend uit de bioscoop. Moet je dit meteen een ode noemen? Vooruit dan, een ode aan oude Hollywood musicals. Over hoe dingen lopen. Zonder de perfectie van Astaire en Rogers. Ryan Gosling mag juist laten zien dat ie niet kan dansen. Briljante laatste minuten.
7. L’avenir (Mia Hansen-Løve) en Quand on a 17 ans (André Téchiné)
8. The Forbidden Room (Guy Maddin)

9. The Treasure (Corneliu Porumboiu) en Graduation (Cristian Mungiu)
Want allebei door Roemenen gemaakt.
10. The Neon Demon (Nicolas Winding Refn)