Cannes 2025: Debuten

Verwondering ligt voor het grijpen

L’engloutie

De hoogtepunten in de selectie van debuutfilms roepen met eigenzinnige middelen bestaande maar onbekende werelden op en vertrouwen op de kijker om die zelf te ontdekken.

Deze Cannes-editie was een uitstekende om te kijken naar de oogst aan debuten, want daarvan waren er meer dan ooit. Bijna veertig procent van de films die dit jaar bij de selectiecommissie werden ingediend, kwamen van makers die voor het eerst een lange film regisseerden; ze maakten uiteindelijk een vijfde van de programmering uit, verdeeld over vier verschillende programmasecties.

Ook de Nederlandse vertegenwoordiging in het filmprogramma was een debuut: Sven Bressers Rietland. Daarin opent de vondst van het lichaam van een vermoord meisje een venster op een agrarische gemeenschap, waarvan de eenheid en continuïteit bedreigd worden door de geglobaliseerde economie. Met onheilszwanger geluidsontwerp, goed gedoseerde humor en soms iets te zwaar aangezette symboliek creëert Bresser een plek die zich tussen realiteit en fictie in bevindt, waar duistere geheimen zich van onder het oppervlak een weg naar buiten wurmen.

Vrieskou
Dat in Rietland de naden van het bouwwerk zichtbaar blijven, is voor een debuutfilm zonder meer vergeeflijk, maar des te meer bewonder ik de manier waarop het Franse debuut L’engloutie, geregisseerd door Louise Hémon, een afgelegen berggehucht vlak bij Italië en op de grens van de twintigste eeuw een ziel inblaast. In beelden, geluiden, ritme en woorden stort de film je van de ene indruk in de andere, laat je de koeien en de vrieskou ruiken en brengt je met pulserende volksmuziek bijna in een trance, terwijl je ongemerkt een dieper register in wordt getrokken. Net als Bresser gebruikt Hémon lokale folklore niet puur als decor, maar als plotelement om het verhaal een donkerder kant op te sturen.

Voor het maken van een film hoog in de bergen is een bovengemiddeld niveau van organisatie vereist, maar over het algemeen zijn geïsoleerde, op zichzelf aangewezen gemeenschappen voor debuterende regisseurs met een beperkt budget een uitkomst. Filmmaker Guillermo Galoe vond het onderwerp van zijn film op tien minuten van zijn huis, in een sloppenwijk net buiten Madrid die bevolkt wordt door verschillende gemeenschappen van Roma en migranten.

Cuidad sin sueño

Het fictieve, maar in de actuele werkelijkheid wortelende Cuidad sin sueño toont door de ogen van de vijftienjarige Toni de vreugde, vrijheid, zorgen en solidariteit in deze gemeenschap die door gedwongen uitzetting op het punt staat te versplinteren. Het perspectief van een jongen die niet naïef meer is, maar tegelijk zijn kinderblik nog niet helemaal heeft verloren, onderstreept de film in sequenties die zijn omgeving laten zien via de beelden van zijn telefooncamera, die hij met kleurfilters tot fantastische werelden omtovert. Met die slimme visuele truc had de film mij in drie tellen voor zich gewonnen, omdat het zo hartverscheurend voelbaar maakt hoe Toni niet alleen afscheid neemt van een plek, maar ook van de dromen van zijn kindertijd.

Nog een stap verder daarin gaat Amélie et la métaphysique des tubes, een onweerstaanbare animatie die de wereld laat zien door de ogen van een tweejarige, voor wie verwondering elk moment van de dag voor het grijpen ligt. Regisseurs Maïlys Vallade en Liane-Cho Han Jin Kuang brengen dat gevoel over in schitterende licht- en kleurovergangen en macroperspectieven: een zintuiglijke verbeelding van de wereld, die voor de verandering eens niet naar fantasie neigt, maar juist naar hyperrealisme.

The Chronology of Water

Intense trip
Dit zijn het soort eigenzinnige keuzes waarvoor ik naar dit festival ben gekomen. Maar verrassend genoeg zag ik ook veel debuutfilms die veiligheid zoeken in geijkte vormen en een voorspelbare plot, die bovendien soms van overbodige uitleg wordt voorzien.

Toch ga ik naar huis met de namen van meer dan een handvol makers die mijn aandacht hebben gewekt. Naast de bovengenoemde regisseurs zijn dat Yuiga Danzuka, die met Brand New Landscape een ingetogen parabel over gentrificatie en vervreemding aflevert; Zuzana Kirchnerová, die in Karavan een complex en gerijpt beeld van moederschap geeft; Eva Victor, die in Sorry, Baby de verwerking van seksueel trauma op een oorspronkelijke en waarachtige manier verbeeldt; en Kristen Stewart, die als regisseur debuteert met de boekverfilming The Chronology of Water: een intense trip door het leven van schrijver Lidia Yuknavitch waarin gefragmenteerde herinneringen op een krachtige manier de terugkerende pijn van een traumatische jeugd oproepen.

Hun sterke debuten maken me nieuwsgierig naar hun volgende projecten. Hou ze in het oog.