Cannes 2008 (3)

Tokyo Sonata
Japan in CannesRadertje in het grote mechanismeWaar waren de Japanse films in Cannes? Het leek aanvankelijk een vruchtbare editie te gaan worden, maar uiteindelijk bleken de grote namen te ontbreken. Gelukkig was er het onheilspellende meesterwerk tokyo sonata.
Naomi Kawase, vorig jaar nog goed voor de Grand Prix du Jury met the mourning forest, en Hirokazu Kore-eda, wiens nobody knows drie jaar geleden de prijs voor de beste acteur ontving, hadden allebei hun nieuwste films netjes op tijd gereed. Inmiddels moet hun imago als lievelingetjes van directeur Thierry Frémaux echter bijgesteld worden, want geen van beiden haalde de eindstreep. Zou het futloze samoeraidrama hana Kore-eda dan toch meer kwaad dan goed hebben gedaan? Zou de aangekondigde koerswijziging van Kawase het Franse selectiecomité in het verkeerde keelgat zijn geschoten? Het blijft gissen. Ondertussen lachen Locarno en Venetië (de nieuwe Kitano is deze zomer klaar) in hun vuistje.
Anders is het voor een festivalfavoriet van enige jaren her, Ryosuke Hashiguchi. De regisseur van het prachtige hush! (Quinzaine des réalisateurs, 2001) en like grains of sand levert met all around us opnieuw een ijzersterke tragikomedie af, over een koppel (hetero voor de verandering) dat zijn pasgeboren kind verliest. Ook Hashiguchi zag zich desondanks genegeerd door het festival, dat het dit jaar zocht in coproducties, zoals de openingsfilm blindness van Fernando Meirelles, deels met Japans geld gefinancierd en met sterkoppel Yusuke Iseya en Yoshino Kimura (eerder samen te zien in Takashi Miike’s sukiyaki western django) in voorname rollen. Deze kosmopolitisch film doet met zijn Latijns-Amerikaanse regisseur, post-apocalyptische setting en de centrale aanwezigheid van Julianne Moore meer dan eens denken aan Alfonso Cuaróns children of men. De reacties waren echter niet meer dan gematigd.
Pizzakoerier
Spannender was de Un certain regard-selectie tokyo!, een omnibusfilm waarin drie buitenlandse regisseurs ter plekke hun visie op de metropool mochten tonen. Meest ‘crowd pleasing’ daarvan was shaking tokyo van de Koreaan Bong Joon-Ho, een verhaal over een man die tien jaar vrijwillige opsluiting in eigen huis (een groeiend fenomeen in de Japanse samenleving) afbreekt om een lieftallige pizzakoerier het hof te maken. Michel Gondry belicht met het typisch speelse en aandoenlijke interior design het anonieme leven in de grote stad. Gebaseerd op een stripverhaal dat zich oorspronkelijk in New York afspeelt is het de minste polemische van de drie. Die titel gaat naar merde, de grote terugkeer van Léos Carax, waarin Denis Lavant als roodharige Quasimodo uit het riool klimt en de straten van Tokio onveilig maakt met handgranaten uit de Tweede Wereldoorlog. Carax geeft de Japanners er flink van langs met referenties naar onder andere xenofobie, sluimerend extremisme en het nog altijd niet verwerkte oorlogsverleden, maar weet tegelijkertijd een universelere snaar te raken: met de huidige politieke tendensen had de film zich evengoed in New York of Parijs kunnen afspelen.
Hoeksteen
Hoewel eveneens vol met opgekropte woede zoekt Kiyoshi Kurosawa’s tokyo sonata het in een iets subtielere benadering. Het is een meesterlijk en ontluisterend portret van het hedendaagse Japanse gezinsleven, waarin vader het verlies van zijn baan — en daarmee zijn eigenwaarde — niet kan verkroppen. Sluimerende spanningen en frustraties komen boven en de hoeksteen blijkt minder solide dan gedacht. Dit gegeven mag op zich weinig verrassend klinken, het resultaat is het werk van een groot filmmaker die van de meest banale, alledaagse handelingen een onheilspellende dreiging weet doen uitgaan. Kurosawa staat bekend om zijn horrorfilms, maar in tokyo sonata laat hij al het bovennatuurlijke achterwege om zich puur te richten op iets wat werkelijk angst aanjaagt: het moment dat je je realiseert dat je je menselijkheid hebt opgeofferd om een radertje in het grote mechanisme te mogen zijn. tokyo sonata werd verdiend bekroond door de Un certain regard-jury, maar geen enkele Nederlandse distributeur heeft zijn vingers tot nog toe aan het meesterwerk willen branden.
Tom Mes