Cannes 2008 (1)

LA MUJER SIN CABEZA
Op https://filmkrant.nl/av/org/filmkran/festival/cannes08/cannes08.html is nog de Cannes-blog te lezen en de dagelijkse festivalpodcast te beluisteren.
In het verborgene
Veel Cannes-films speelden een spel met zien en kijken. Wat speelt zich achter de ogen af?
De Franse kranten stonden tijdens het 61e Filmfestival van Cannes niet alleen bol van verhalen over films en filmmakers, maar ook over ‘Mei 1968’ — omdat het nu eenmaal ‘Mei 2008’ was, en De Revolutie van exact veertig jaar geleden moest worden herdacht. De opstanden onder arbeiders en studenten — roepend om meer democratie — legden in Parijs en omstreken het openbare leven lam. Ook het Filmfestival van Cannes werd vier decennia geleden getroffen door sluiting, omdat Truffaut en Godard met hippielange haren in de gordijnen waren geklommen — zo gaat althans het romantische verhaal.
De enige die ‘Mei 1968’ in Parijs meemaakte en met een nieuwe film (la frontière de l’aube) in competitie stond was Philippe Garrel, Frans chroniqueur van Fassbinderiaanse liefdesrelaties, in pakkend zwart-wit, op levend celluloid, met zijn eigen zoon Louis Garrel, geboren in 1968, in de hoofdrol van de jonge fotograaf op het glibberige pad van de liefde.
De fotograaf van Philippe Garrel werd in Cannes uitgelachen, evenals de fotograaf van Wim Wenders die — even banaal als arrogant — een soort variatie op of ode aan blow-up van Antonioni presenteerde. ‘For Ingmar and Michelangelo’, stond er na afloop van palermo shooting op het metersbrede doek. Hoe pijnlijk, maar ook hoe veelbetekenend, want met Antonioni’s blow-up — verschenen in 1967 — begon ook zo’n beetje de moderne, elliptische cinema waar veel hedendaagse regisseurs nog steeds op voortborduren, en het spel met ‘kijken’ en ‘zien’ dat als een rode draad door het festivalprogramma liep, van de gladde openingsfilm blinded van de Braziliaan Fernando Meirelles (waarin alle aardbewoners — op Julianne Moore na — worden getroffen door blindheid) tot het aandachtig geconstrueerde Turkse familieportret three monkeys van Nuri Bilge Ceylan, vernoemd naar de spreekwoordelijke drie apen die niet zien, horen en spreken.
Geestverschijning
David Lynch — wiens dochter Jennifer Lynch — jawel, geboren in 1968 — ook een film presenteerde in Cannes (surveillance) — maakte in opdracht van het festival de thematisch verwante foto voor het festivalaffiche: vanuit alle hoeken en gaten in Cannes konden we de beeltenis zien van een Marilyn Monroe-blonde vrouw met rode lippen en rode nagels en een zwarte balk voor haar ogen, als op een politiefoto. Met Brian De Palma — aan wie Quentin Tarantino tijdens zijn Leçon du Cinema opvallend vaak en met veel rondvliegend tuf refereerde als een van zijn belangrijkste leermeesters — beland je dan al snel bij redacted, censuur. Met David Lynch kom je al snel bij wat zich achter de ogen afspeelt, in het onderbewustzijn, in het verborgene.
Dan kom je bij façades en omheiningen, dan kom je achter de gevangenismuren met de Argentijn Pablo Trapero en zijn iets te spectaculaire vrouwengevangenisdrama leonera en dan zit je opeens achter de tralies met IRA-leider Bobby Sands en zie je zijn woede en ruik je zijn poep in hunger van de radicaal debuterende Britse beeldend kunstenaar Steve McQueen. Dan ga je mee in de auto en het hoofd van de Belg Bouli Lanners die met eldorado een goddelijk goede komedie maakte. Dan ga je kijken met de Argentijnse vrouw die in Lucrecia Martels fascinerende nieuwe film the headless woman na een auto-ongeluk niet meer helemaal zichzelf is, meer een geestverschijning in haar eigen leven. Martel liet in haar mooie debuut la ciénaga al zien hoe subtiel ze echte genrehorror in het dagelijkse leven kon integreren, en dat doet ze in de eerste scènes van the headless woman opnieuw, als de dood zichtbaar wordt achter het autoraam. Het is de meest gruwelijke en aangrijpende scène die ik zag. Het duurt geloof ik een paar seconden, en je moet wel heel goed ‘kijken’, anders ‘zie’ je het niet.
Als de enige vrouwelijke regisseur in de 22 films tellende competitie, maakte Martel verbluffend en gelaagd drama. Ook hier speelt het verborgene een voorname rol, en dan gaat het niet alleen over een vrouw die niet meer precies weet wat voor rol ze ook alweer in haar eigen leven speelde, of wat voor haarkleur ze ook alweer heeft, maar over het ongeluk dat geen lijk oplevert. Hiermee verwijst ze op subtiele en sublieme wijze terug naar de militaire dictatuur in Argentinië en de mensen die toen opeens verdwenen, de desaparacidos. Zonder lichaam geen misdaad. Bij Martel lopen de rillingen continu over je rug. Wat een schone manier om in beelden de gruwelen op te roepen — zonder ook maar te reppen van toen.
Wonder
De Franse regisseur Laurent Cantet verrichte het wonder op het allerlaatste moment, toen iedereen al moe was van ‘kijken’ en ‘zien’, en het gezelschapsspelletje dat met een dergelijke thematische benadering toch ook snel op de loer ligt. Op de allerlaatste festivaldag kwam entre les murs, de film die met recht de Gouden Palm won. Cantet (wie herinnert zich niet het leven in en rond de Normandische staalfabriek in ressources humaines en de Franse echtgenoot en vader die tegen zijn familie en vrienden jarenlang loog over zijn doen en laten l’emploi du temps) duikt achter de muren van een middelbare school in Parijs. Hij laat ons bijna de hele film verwijlen tussen de vier muren van een schoolklas waarin tieners van Chinese, Malinese en Franse komaf (en nog heel wat andere variaties) in discussie gaan met hun Franse leraar, gespeeld door François Begaudeau, de jonge schrijver van het boek waarop de sterk geïmproviseerde film gedeeltelijk werd gebaseerd (Entre les murs, 2006) en die hier dus optreedt als de leraar die hij was, en die hij speelt met echte leerlingen en leraren van een Parijse ‘probleemschool’ in het 20e arrondissement.
Soms vergeet je dat het fictie is, zo documentair is entre les murs gedraaid. Het is een film die stevig verankerd is in onze multiculturele wereld en die anders dan être et avoir (de veelbesproken documentairehit over het dorpsschooltje in de Auvergne) geen kleuters op het platteland portretteert, maar de dialoog aangaat met joelende, etterende, eigenwijze, slimme en buitengewoon grappige tieners middenin een probleemwijk in Parijs. De film gaat over immigratie, het onderwijssysteem, de werking van taal, eveneens — denk aan Martel — zonder alles expliciet te benoemen. "Filosofisch gezien is het enige soort onderwijs dat er echt toe doet, het onderwijs waarbij leraar en leerling elkaar als gelijken treffen", vertelde Mike Leigh naar aanleiding van happy-go-lucky in Berlijn — ook al zo’n prachtfilm over het onderwijs — en dan zijn we vanzelf terug bij 1968 — het mag ook 1967 zijn — en de discussie over democratie die met entre les murs ongetwijfeld opnieuw zal losbarsten.
Belinda van de Graaf
De ontdekkingen
De competitie van het 61e Filmfestival van Cannes liep na elf volle festivaldagen ten einde met de mooie wereldpremière van entre les murs van Laurent Cantet. Na vertoning van deze 22e en laatste Gouden Palm-kandidaat wilden een paar filmcritici uit verschillende delen van de wereld wel kort reflecteren op hun Ontdekking van Cannes 2008, of wat de Fransen noemen: ‘coup de coeur’. Welke film uit de competitie, Un certain regard of de parallelprogramma’s Quinzaine des réalisateurs en Semaine internationale de la critique stak er met kop en schouders bovenuit? Welke film zette zich vast in hoofd en hart? Een kleine steekproef.
Gouden Palmwinnaar entre les murs van Laurent Cantet
la frontière de l’aube & the headless woman
Vol bewondering kijken naar la frontière de l’aube van de Franse regisseur Philippe Garrel en the headless woman van de Argentijnse regisseuse Lucrecia Martel en dan aan het slot — als de films ten einde lopen — de slechte ontvangst aanhoren bij een groot deel van de aanwezige pers in Cannes. Ik realiseerde me dat ik misschien mijn baan maar eens moest opzeggen. Want andersom, de films die in Cannes het grootste applaus kregen, deden me het minst. Echt, er moet iets mis zijn met de manier waarop ik naar films kijk.
Diego Lerer
Clarín (Buenos Aires — Argentinië)
j.c.v.d.
Het geheime meesterwerk van Cannes werd niet in de officiële selectie vertoond, maar op de markt, de Marché. Jean Claude van Damme maakt een monumentale comeback in j.c.v.d. van Mabrouk El Mechri, waarin hij ‘zichzelf’ speelt in een intelligente, grappige en humanistische meditatie op sterrendom, eerlijkheid en de verzoening tussen het private en het publieke beeld in het mediatijdperk. Het begint met een fantastische actiescène, een ononderbroken take van vijf minuten, en het culmineert in een andere, zelfs nog langere, ongemonteerde scène: een ongelooflijk ontroerende monoloog waarin ‘Van Damme’ kond doet van zijn leven.
Christoph Huber
Die Presse (Wenen — Oostenrijk)
waltz with bashir & che (+ vicky cristina barcelona)
Dit jaar heb ik me op de competitie geconcentreerd, en omdat ik uit Zuid-Korea kom, op Koreaanse films, zoals het buiten competitie vertoonde the good, the bad, the weird, een maffe Koreaanse variatie op Sergio Leone’s spaghettiwestern. Hoewel ik ook bar slechte films in competitie heb gezien — ik kon niet ophouden met lachen bij het serieus bedoelde palermo shooting van Wim Wenders — was waltz with bashir van de Israëlische regisseur Ari Folman wel een kleine ontdekking. Ik weet niet zo veel van het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar na het zien van de film realiseerde ik me hoe angst voor de oorlog de individualiteit kan vernietigen. Het is ook niet zo’n clichématige anti-oorlogsfilm, en dat komt vooral door de vorm, de animatie, die blijkt heel effectief te zijn om het onderbewustzijn van jonge soldaten mee uit te drukken. Een andere ontdekking was het vierenhalf durende che waarmee Steven Soderbergh zijn coole technische stijl heeft ingezet voor een origineel heldenepos. In de film zitten weinig scènes waarin Che Guevara — krachtig en naturel gespeeld door Benicio del Toro — alleen te zien is, hij is altijd omgeven door anderen. Verrassend is ook dat Soderbergh de figuur van Che als hét icoon van de revolutie nooit over-interpreteert. Dankzij deze film heb ik een beeld van Che gekregen als een groot leider én een heel gewoon mens. Bij Soderbergh gaat het niet om Che als ster of om de revolutie als spektakel. Zijn benadering is opvallend humaan. Ten slotte — om het niet alleen over oorlog en geweld te hebben: ik heb Woody Allen herontdekt. vicky cristina barcelona was voor mij de grappigste film van het festival. Woody Allen is nog steeds een goede verhalenverteller, via de komedie komt hij bij de tragedie.
Janis Hong
Movieweek (Seoul — Zuid-Korea)
gomorra
Een echte ontdekking kun je gomorra van de Italiaanse regisseur Matteo Garrone niet noemen. De film zat in competitie, en is aangekocht voor Nederlandse distributie, maar het was dit jaar wel het beste wat ik in Cannes heb gezien. Garrone moet beseft hebben dat de georganiseerde misdaad zo’n complex probleem is in (Zuid-)Italië, dat een enkele verhaallijn niet volstaat. En dus vlecht hij vijf geschiedenissen door elkaar, verhalen van maffiabazen, maar ook van loopjongens, en natuurlijk hun slachtoffers. En hoewel hij zorgvuldig de beeldtaal van de gangsterfilm vermijdt, is dit meeslepende en vooral ook aangrijpende cinema.
Mark van den Tempel
Preview (Amsterdam — Nederland)
entre les murs
Geen ontdekking. Laurent Cantet is al bekend sinds zijn debuut ressources humaines uit 1999, maar entre les murs is wel een verrassende film, Cantets beste, ontwikkeld met studenten en leraren van een Parijse middelbare school gedurende de periode van een jaar. Het is geen documentaire, maar een goed geconstrueerde (en geacteerde) microkosmos van de Franse maatschappij met zijn ‘culture clash’, en zijn spiegel van hedendaagse jongeren die zweven tussen maatschappelijk verzet en aanpassing.
Klaus Eder
General secretary Fipresci (München — Duitsland)
entre les murs
Ik kende Laurent Cantets schitterende werk al van ressources humaines en vers le sud, maar ik denk dat deze film iets belangrijks toevoegt, namelijk een nieuwe manier van omgaan met de realiteit: fictiefilms maken met een documentaire inhoud (of documentaires met heel veel fictie), en de werkelijkheid reconstrueren alsof het de werkelijkheid zelf is. Net zoals Claire Simon deed in les bureaux de dieu (eveneens een prachtfilm die te zien was in de Semaine de la critique). Het is uiteraard een erg gevaarlijk spel dat alleen goed gespeeld kan worden door filmmakers die de cinema heel goed kennen, die precies weten waar ze de camera moeten plaatsen, hoe ze het materiaal moeten monteren, en hoe ze emotie overbrengen. Want er zit ook een echte ethiek in de film, een relatie met de mensen die worden gefilmd en die hun waardigheid beschermt. Een tegenvoorbeeld zou zijn johnny mad dog van Jean-Stéphane Sauvaire, een film die te zien was in Un certain regard, en waarin we voyeurs van de realiteit worden. Het mag misschien om ware gebeurtenissen gaan, maar de kijker wordt in een positie gemanoeuvreerd waarin hij alleen de show ziet, en dan ook nog een hele ambigue show, gebaseerd op negatieve prikkels rond geweld en dood.
Olivier Barlet
Africultures (Parijs — Frankrijk).
Samenstelling Belinda van de Graaf