100 jaar animatie in Amersfoort en 30ste verjaardag HAFF

Asjemenou!

  • Datum 25-02-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Freeze, installatie van Job, Joris & Marieke

In Amersfoort is honderd jaar animatiekunst te zien, maar dan moet je de slordigheden wel voor lief nemen. Want waren er echt geen frag­menten van Loeki de Leeuw te vinden zonder tijdcodes in beeld?

Door Kees Driessen | André Waardenburg

Zelfs de simpelste animatie speelt in op de behoefte van de mens om overal een verhaal in te zien, betrokken te raken en mee te leven — ook al zijn het maar eenvoudige, abstracte vormen, zoals in een klassieke studie uit 1944. Hierin kregen studenten een animatie te zien van een bewegende driehoek en cirkel, met links in beeld een stilstaande rechthoek. Slechts één iemand rapporteerde geometrische patronen op een scherm te hebben gezien, de rest van de 34 ondervraagde studenten gaf er meteen een antropomorfische draai aan. Ze maakten er automatisch een verhaal bij over ‘ongeruste’ cirkels en ‘jonge onschuldige’ driehoeken, die bedreigd werden door de ‘boze en gefrustreerde’ grotere rechthoeken. De essentie van wat animatie vermag, zit in deze studie besloten: een projectie van de wereld op bewegende vormen, die leidt tot niet van echt te onderscheiden emoties.
Dat is ook terug te vinden op de tentoonstelling Move On…! over honderd jaar animatiekunst, in de Amersfoortse Kunsthal Kade. Een eeuw animatie, gevangen in vijftig titels die worden vertoond op beeldschermen, soms compleet, soms als fragment. Met een telefoonhoorn kun je het (te zachte) geluid beluisteren.

Gebalsemde kevers
De oudste films imponeren het meest, zoals Gertie the Dinosaur (1914) van cartoonist Winsor McCay en de ongelooflijk soepel bewegende insecten in Ladislas Starevitch’ The Cameraman’s Revenge uit 1912, een stopmotion animatiefilm over overspel, met gebalsemde kevers in de hoofdrol. Een eeuw later is animatie nog even arbeidsintensief, zoals af te zien is aan Oh Willy… (2012), een fraaie Belgische poppenanimatie met figuren van wol en textiel — moeilijke materialen om soepel te animeren.
Op de tentoonstelling, die zich vooral richt op karakteranimatie, is een staalkaart aan technieken te zien: traditionele celanimatie, stopmotion, poppen of kleianimatie, silhouetten, pixilation, anime en computeranimatie. Het levert evenzovele vormen op, van de simpele maar doeltreffende lijntekeningen van La linea tot de abstracte 3D-animatie Chase van Nederlander Adriaan Lokman. Lokman werkt met driehoekjes en bewijst dat de studie uit 1944 nog altijd opgaat: de meeste mensen projecteren een verhaal op zijn botsende, veranderende en wervelende blokjes. De keuze voor Lokman verraadt nog een andere invalshoek van de samenstellers: het selecteren van bovenmatig veel Nederlandse animatie.

Oh Willy…

Willekeurig
Voor een tentoonstelling die honderd jaar animatie in vijftig films vat, is het niet vreemd dat de selectie soms wat willekeurig overkomt: waarom bijvoorbeeld niet Lotte Reinigers klassieke silhouettenfilm Die Abenteuer des Prinzen Achmed (1926) gekozen, de oudste bewaard gebleven animatie op speelfilmlengte, in plaats van haar Kalif Storch uit 1954? Door een veel latere film te nemen, blijft haar pioniersrol volledig onderbelicht.
De summiere toelichting bij de tentoonstelling, met slechts een paar algemene teksten, is problematischer. Wie het belang van Reiniger, Švankmajer en Trnka niet al kent, komt het hier niet te weten. Dat een fragment wordt vertoond uit Osamu Tezuka’s nog wat knullige Astro Boy, een Japanse televisiereeks uit 1963, is op zich terecht: Astro Boy werd immens populair, betekende de internationale doorbraak van Japanse animatie en effende het pad voor de huidige status van Japan als tweede animatieland ter wereld, na de Verenigde Staten. Maar die latere Japanse anime is niet in Amersfoort te zien en omdat er ook bij Astro Boy geen uitleg gegeven wordt, leert de argeloze bezoeker alleen dat die Japanners in 1964 kennelijk een paar decennia achterlagen bij het animatieniveau van Amerika.
Ook de technische uitvoering van de tentoonstelling is deels ondermaats, om nog maar te zwijgen over de verwarrende looproute die je moet nemen om alles in chronologische volgorde te kunnen zien. Zo is de resolutie van sommige fragmenten te laag, met niet vollopende zwartgedeeltes als gevolg. Ook de beeldformaten kloppen niet altijd. Een aantal clips dat in Academy-­formaat is gemaakt (4:3), zoals een mooie, voor Philips gemaakte poppenfilm in Technicolor van George Pal, wordt in breedbeeld vertoond (16:9), waardoor boven en beneden gedeeltes wegvallen. En waren er echt geen fragmenten van Loeki de Leeuw te vinden zonder tijdcodes in beeld?

Toekomst
Door de begrenzing van precies een eeuw vallen enkele animatiepioniers net buiten de boot, zoals de Fransman Emile Cohl. Wie iets van hem wil zien, kan nog naar filmmuseum EYE in Amsterdam. Op een scherm in de aan bioscoopentrepreneur Jean Desmet gewijde tentoonstelling is de speelse Cohl-film La vengeance des esprits (1911) te zien vol inventieve transformaties.
Wie geïnteresseerd is in de toekomst van animatie kan terecht op het Holland Animation Film Festival. Het animatiefestival viert dit jaar zijn dertigste jubileum en besteedt naast de gebruikelijke onderdelen (competitie en jaaroverzicht) extra aandacht aan reflectie op de komende jaren: gaan bijvoorbeeld steeds meer kunstenaars animatie in hun werk gebruiken? Het lijkt zo, getuige ook de verdieping die Kunsthal Kade inrichtte voor ‘Animatie in de beeldende kunst’, met werk van onder anderen Serge Onnen, The Old Boys’ Club en een speciaal voor deze tentoonstelling gemaakte installatie van de Nederlandse Oscar-genomineerde animatiestudio Job, Joris & Marieke. Animatie blijft tenslotte altijd in beweging.

Move On…! 100 jaar animatiekunst | t/m 10 mei 2015 in Kunsthal Kade, Amersfoort | Info op kunsthalkade.nl

Holland Animation Film Festival (HAFF) | 18 t/m 22 maart 2015, Utrecht | Info op haff.nl