Focus: Honderd jaar filmstudio Shochiku

The Human Condition

Regisseurs krijgen de meeste aandacht in de filmwereld, maar zonder goede productiebedrijven kunnen zij niet werken. Eye Filmmuseum zet onder de titel ‘Shochiku 100 – Een eeuw filmklassiekers uit Japan’ nog t/m 2 maart de schijnwerper op het honderdjarige bestaan van filmstudio Shochiku, die films produceerde van onder andere Yasujirõ Ozu, Takeshi Kitano en Akira Kurosawa.

Hollywood heeft studio’s als Warner Bros. en 20th Century Fox; filmbedrijven met legendarische geschiedenissen, waarin tirannieke producenten als Jack Warner bepaalden wat er gemaakt werd en door wie. Ook Japan kent een geschiedenis van invloedrijke filmstudio’s. Daaronder het in 1895 als productiebedrijf van kabuki-theater opgerichte Shochiku, dat zich later ook met film ging bezighouden.

In 1921 maakte de studio naam met Souls on the Road van Minoru Morata, door de mengeling van westerse avantgarde-invloeden en Japanse esthetiek een mijlpaal in de Japanse filmgeschiedenis. Na de intrede van de sprekende cinema werd Shochiku beroemd met het shoshimingeki-genre: huiselijke (melo)drama’s met grote sterren, gericht op een vrouwelijk publiek. Yasujirō Ozu, die vrijwel uitsluitend voor Shochiku werkte, was vanaf de jaren dertig de beroemdste filmmaker in dit genre. Dat dit terecht is, kan iedereen weer eens vaststellen bij de vertoning van vier van Ozu’s meesterwerken: Tokyo Story (1953), The Flavor of Green Tea over Rice (1952), Tokyo Twilight (1957) en Early Spring (1956). De films zijn te zien in Eye en worden ook landelijk in de filmtheaters uitgebracht.

Na de oorlog bood de studio ook ruimte aan sociaal geëngageerde regisseurs. Zo maakte Masaki Kobayashi er zijn anti-oorlogstrilogie The Human Condition (1959-1961). In de samen bijna tien uur durende films probeert een dienstweigeraar, die als vervangende dienstplicht naar een mijn in het door Japan bezette Mantsjoerije wordt gestuurd, zijn menselijkheid overeind te houden. Dat hij Chinese mijnwerkers niet als slaven behandelt, brengt hem in conflict met Japanse bezettingsautoriteiten.

Vanaf de jaren vijftig vond een nieuwe generatie filmmakers een thuis bij Shochiku. Zoals filmmakers van de Nouvelle Vague in Frankrijk gingen Japanse filmmakers de straat op, onder wie Nagisa Oshima (Night and Fog in Japan) en Kiju Yoshida (Good-for-Nothing). Hun ongepolijste, speelse filmstijl werd de Shochiku Nouvelle Vague genoemd. Decennia later stond Shochiku met een filmmaker als Takeshi Kitano ook weer in de filmvoorhoede. In 2009 beleefde de studio met de Oscar voor Departures van Yôjirô Takita een nieuw internationaal hoogtepunt in de rijke geschiedenis. Uit alle roemruchte perioden zijn in Eye films te zien. Films uit de zwijgende periode worden muzikaal live begeleid. Een aantal films wordt ingeleid door kenners van de Japanse cinema.


Shochiku 100 | 3 februari t/m 2 maart | Eye Filmmuseum, Amsterdam