Focus: Ruim honderd films op Cinedans

Blasphemy Rhapsody

Ook Cinedans had zich een ander festival voorgesteld dan de online versie van 26 t/m 28 maart. Dat neemt niet weg dat er veel fraais te zien is op het dansfilmfestival. Ook heeft de online versie een voordeel: thuis in je huiskamer hoef je niet in je stoel te blijven zitten maar kun je meedansen.

Goed nieuws: de coronacrisis heeft de interesse voor dansfilms aangewakkerd, zegt Cinedans-directeur Martine Dekker in Dans Magazine (‘hét danstijdschrift voor Nederland’). Doordat dansers niet live kunnen optreden, maakten veel gezelschappen, maar ook individuele dansers, dansfilms en zetten die online. Dat zijn niet allemaal juweeltjes, weet Dekker, want “een dansfilms is meer dan het posten (en liken) van een paar moves”.

Wie bij dansfilms uitsluitend denkt aan registraties van dansuitvoeringen heeft het laatste decennium veel gemist, want het genre is inmiddels zo vertakt dat zelfs Dekker het moeilijk vindt om er een definitie van te geven. “Je hebt bijna volledig grafische films, waarin alles draait om de montage, maar ook dramatische films die het verhaal centraal stellen en documentaires zonder woorden op basis van beweging.”

En passant helpt een misverstand uit de wereld: “In een dansfilms hoeven niet per se lichamen voor te komen. Beweging kan ook door dieren, objecten, ritmes of kleuren ontstaan.” Op dat gebied stelt niets haar meer voor verrassingen. “Ik heb van alles voorbij zien komen, van bewegende vogels tot bewegende speldenknopjes en boontjes.” Als ze toch een definitie van de dansfilm moet geven, komt ze hier op uit: “Essentieel is dat er een filmisch plan is, dat in zichzelf een choreografie is.” Dat begrijpt (nog) niet iedere maker van dansfilms, stelt ze vast. “We krijgen regelmatig films toegestuurd vanuit de beeldende kunst. Op een gegeven moment kon ik er niks meer mee: een film van een paard in galop, dat is geen choreografie. Het creëren van patronen en ritmes, dat is de meerwaarde van het genre.”

Tot zover de directeur, die voor de zeventiende editie een ruim honderd films tellend programma heeft samengesteld. Om precies te zijn, zijn er 104 korte en lange films te zien, afkomstig uit 36 landen. Er zijn twee competitieprogramma’s: de International Shorts Competition en de International Students Competition. Daarnaast is er een uitvoerig overzicht van recente Nederlandse korte films (New Dutch Shorts). En er is een special met vijf films over Hongkong die gaan over onder meer het leven onder een autoritair regime, liefde en het Chinese martial arts genre. Na de vertoning van de films zijn er Q&A’s met de makers.

Onder de titel ‘Covid Times’ zijn er zeven films te zien die reflecteren op de gevolgen van de pandemie, zoals het opgesloten zijn in een lockdown. Ook staan twee documentaires op het programma. In Weizman: Before/After volgt documentairemaker Willem Baptist artistiek directeur Guy Weizman van het Noord Nederlands Toneel tijdens het maakproces van de performance/voorstelling Before/After. Daarin draait het om de alledaagse levens van ‘gewone’ mensen waarin kleine gebeurtenissen grote gevolgen hebben. De film besteedt aandacht aan het artistieke proces, maar ook aan de teleurstelling bij de acteurs en dansers wanneer de voorstelling door de pandemie niet kan worden gespeeld. Na de film is er een Q&A met Willem Baptist.

In Being Jérôme Bell volgen filmmakes Sima Khtami en Aldo Lee de Franse choreograaf die bekend staat om zijn ‘non-dansstijl’ en zichzelf een ‘anti-regisseur’ noemt. Een film over een man die wars is van de auteursopvatting in de wereld van de uitvoerende kunsten klinkt nogal tegenstrijdig, maar de filmmakers proberen verder te kijken dan zijn controversiële imago. Na afloop is er een Q&A met de filmmakers.

Ook te zien: Blasphemy Rhapsody, waarin Arno Dierickx, die de afgelopen tien jaar twee keer een Gouden Kalf won (voor de korte film De maan is kapot en de serie Overspel) zijn filmische interpretatie geeft van het stuk Blasphemy Rhapsody van ICK Dans Amsterdam. In dit stuk onderzoeken de dramaturgen en choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten met hun dansers via het aanstekelijke voetenwerk van de Charleston en de extatische Pizzica wat er gebeurt als je vaste waarden laat wankelen. Nadat door de covidpandemie de première van Blasphemy Rhapsody drie keer was uitgesteld, nodigden de makers Arno Dierickx uit om een filmversie van de voorstelling te maken. Door corona geen live-voorstelling, maar wel een bijzondere registratie: elk nadeel blijkt weer eens een voordeel te hebben.


Cinedans, 26 t/m 28 maart.