Focus: Joods Film Festival
Een nieuw festival en nu eens niet in Amsterdam maar in Groningen. Van 27 juni t/m 1 juli vindt in de Doopsgezinde Kerk de eerste editie van het Joods Film Festival plaats. Het brengt een hommage aan de honderdjarige Pools-Duitse producent Atze Brauner.
Ongelofelijk maar waar: producent Atze (ook wel Artur) Brauner heeft vanaf 1946 316 films (!) geproduceerd. Een bizar groot aantal. Brauner werd in 1918 in een Joodse familie in Lodz geboren en overleefde de oorlog doordat zijn ouders met hun vijf kinderen naar de Sovjet-Unie vluchtten. Bijna alle in Polen achtergebleven familieleden werden vermoord. Na de oorlog vestigden Atzes ouders en drie van hun kinderen zich in Israël, maar Atze en zijn broer gingen – opmerkelijk – in Berlijn wonen. Daar ontwikkelde Atze zich razendsnel tot een succesvolle producent van films, van mainstream tot arthouse. Op zijn naam staan onder meer films van Andrzej Wajda (Eine Liebe in Deutschland, 1983) en István Szabó (Hanussen, 1988). Ook was Brauner coproducent van Fons Rademakers’ The Rose Garden (1989) en Frans Weisz’ Charlotte (1981).
Het Joods Film Festival vertoont naast de genoemde films van Wajda en Szabó Europa Europa (Agnieszka Holland, 1990). Ook staan er documentaires op het programma, waaronder A Film Unfinished (Yael Hersonski, 2010). Deze documentaire legt de propaganda bloot in de in 1942 door de nazi’s gemaakte ‘documentaire’ Das Ghetto, dat een authentiek beeld suggereerde van het leven in het Joodse getto in Warschau. De documentaire Art and Power – 1937 (Erwin Leiser, 1992) analyseert aan de hand van de expositie van Entartete Kunst in 1937 in Berlijn de culturele nazipropaganda.