Focus: Japanse cinema
Tokyo Vampire Hotel
Wie inzicht wil in de Japanse cinema kan Camera Japan niet overslaan. Ruim veertig lange en korte films zullen vertoond worden op het festival, dat vanaf 26 t/m 30 sept wordt gehouden in LantarenVenster en van 4 t/m 7 okt in Kriterion en EYE. Omdat het de dertiende editie is, staat het festival in het teken van bijgeloof, mysterie en het bovennatuurlijke. Zoals altijd zijn alle genres vertegenwoordigd: van documentaire tot romkoms, van drama tot anime.
Naast een overzicht van recente films is er een vier films tellend retrospectief van Nakagawa Nobuo (1905-1984), de grondlegger van de op volks- en spookverhalen geïnspireerde Japanse horror. In The Adventure of Tobisuke (1949) moet een jongen een gouden vrucht vinden om zijn herinneringen terug te krijgen. In Black Cat Mansion (1958) blijkt verhuizing weer eens geen goed idee, omdat het nieuwe huis vervloekt is. In The Ghost of Yotsuya (1959) keren twee geesten terug naar de aarde om een moordenaar een lesje te leren. De film wordt beschouwd als het het hoogtepunt van Nakagawa’s bijna honderd films tellende oeuvre. In Jigoku (1960) wordt een student die een dodelijk ongeluk heeft veroorzaakt in de hel geconfronteerd met zijn daad. Jheronimus Bosch is niet ver weg.
Een recente horrorfilm in het programma is Tokyo Vampire Hotel (Sion Sono, 2017), over de avonturen van een door vampiers ontvoerde tiener. Wie wil weten hoe een in Tokio spelende verfilming van Kafka’s Het proces eruitziet, moet The Trial van veteraanregisseur John Williams niet overslaan. Uiteraard ontbreekt ook het animegenre niet. Twee klassiekers staan op het programma: Pom Poko (Takahata Isao, 1994) en A Letter to Momo (Okiura Hiroyuki, 2011).
Zoals altijd kan er op het festival ook Japans worden gegeten, is er een sake-proeverij, zijn er culinaire workshops en is er een filmquiz.