Focus: Filmfestival De Pijp 2025
Films over de Amsterdamse wijk

To Sang Fotostudio
De Amsterdamse wijk De Pijp heeft zo’n rijke culturele geschiedenis dat je er een filmfestival aan kan wijden. Dat is dan ook precies wat het Filmfestival De Pijp doet. Te zien zijn ruim veertig documentaires over De Pijp of van filmmakers uit de Pijp. Naast films zijn er filmgesprekken en live-optredens.
Een mens moet ergens wonen en dat kan ook in De Pijp zijn. Daar woont bijvoorbeeld de vijftienjarige Emma Wijdeveld, de hoofdpersoon in de documentaire Wacht maar af (2023) van filmmaker Susan Koenen.
De openingsfilm van Filmfestival De Pijp portretteert Emma, die in de voetsporen wil treden van haar grote idool Ramses Shaffy. Vooralsnog zit ze op school tussen pestende klasgenoten, maar ze weet één ding zeker: als je je passie volgt komt het altijd goed. Waarbij een film een handje kan helpen, want Wacht maar af leverde Emma aandacht op. Anderhalf jaar na de film bracht Emma vorige maand haar eerste album uit. Natuurlijk treedt ze ook op op het festival.
Dat André Hazes ook in De Pijp opgroeide is geen geheim. Niet voor niets staat zijn standbeeld op de Albert Cuypmarkt. Over hem is uiteraard John Appels tragikomische – misschien meer tragische dan komische – klassieker Zij gelooft in mij (1999) te zien. Ook maker Appel woont zelf in De Pijp.
Het festival vertoont ook documentaires over het verleden van de wijk. In Roeland Kerbosch’ Namens… de kinderen van De Pijp (1972) eisen kinderen meer speelruimte in de wijk. De toenmalige wethouder Han Lammers wringt zich in bochten op de simpele vraag van kinderen of er meer speelruimte kan komen. Uit hetzelfde jaar komt De Pijp (Jan Wiegel), waarin bewoners zich onder het motto “niet de bewoners zijn asociaal maar de huiseigenaren” verzetten tegen afbraakplannen van de buurt.
Bijna tien jaar later toont Erik Willems met In een tank kun je niet wonen (1981) de strijd van de Amsterdamse kraakbeweging. Te zien zijn onder andere de gewelddadige ontruimingen van kraakpanden in de Kinkerbuurt in De Pijp. Vrolijker is To Sang Fotostudio (1997), waarin Johan van der Keuken portretfotograaf To Sang en zijn studio in De Pijp portretteert. Op verzoek van Van der Keuken fotografeert To Sang buurtwinkeliers, wat een boeiend beeld oplevert van het multiculturele buurtleven.
Ook te zien is De tranen van Maria Machita (1991), de afstudeeerfilm van Paul Ruven, die er meteen het Gouden Kalf voor beste korte film op het Nederlands Filmfestival mee won. Met een glansrol van Ellen ten Damme, die met levensliederen alle ellende die haar personage overkomt van zich afzingt.
Dat De Pijp vijftig jaar geleden aan armoede en sloop ten onder dreigde te gaan is nu nauwelijks nog voorstelbaar. De wijk is hip en happening, wat voor andere problemen zorgt: hoe blijft de buurt toegankelijk voor iedereen? Filmmaker Simon Bunt voert in De Pijp uit (2024) winkeliers op die de deur sluiten, omdat zij de hoge huren niet meer kunnen opbrengen. En hoe staat het met Amsterdam als een vrije stad waarin iedereen zichzelf kan zijn? Ik zeg je eerlijk (Eva Nijsten, 2024), over een homoseksuele docent die op middelbare scholen workshops geeft over seksuele en religieuze diversiteit, laat zien dat niet iedereen die vrijheid omhelst.
Wie niet alleen zijn ogen, maar ook zijn handen wil gebruiken op het festival, kan breien bij de vertoning van de film Winckel 213 – Suffragettes in fournituren (Jan Scholte, 2011). De film toont de eigenaresse en haar medewerkers in de laatste dagen van een fourniturenwinkel aan de Ceintuurbaan. De winkel moet sluiten, want de nieuwe tijd… enzovoorts. Nostalgie verzekerd!
Filmfestival De Pijp | 28 februari t/m 2 maart 2025 | Taalhuis Amsterdam, De Volkskamer, de Oranjekerk en Rialto De Pijp, Amsterdam