Focus: Dag van de dwarse film

Cemetery

Je hebt dwarse, dwarser en ultiem dwarse films op het filmfestival van Rotterdam. Eye in Amsterdam en Kino in Rotterdam vertonen zondag 2 februari de vijf meest dwarse festivalfilms. Een aanrader voor iedereen die de kriebels krijgt van het woord mainstream.

Nee, het IFFR is geen mainstreamfestival, maar toch worden films met een duidelijke kop en een staart altijd het hoogst gewaardeerd door het publiek. Filmmakers die geen verhaal van A naar Z vertellen, maar iets anders doen, hebben het ook op het IFFR moeilijk, want het festivalpubliek waardeert films met andere vertelvormen meestal nogal zuinigjes. Ten onrechte, vinden Eye en Kino, die op de ‘Dag van de dwarse film’ films vertonen die niet binnen de lijntjes kleuren.

For the Time Being

Net als in voorgaande jaren telt de ‘Dag van de dwarse film’ vijf films. De dag opent met For the Time Being, het speelfilmdebuut van de Spaans-Duitse regisseur Salka Tiziana. De op haar jeugdherinneringen geïnspireerde film gaat over een bezoek van een Duitse moeder met haar negenjarige tweeling aan de vader van de kinderen in het Spaanse Sierre Morena-gebergte. De zinderende hitte, de krekels en de taalbarrière zorgen voor een ongemakkelijk samenzijn.

Desterro (‘ballingschap’) is het fictiedebuut van de Braziliaanse filmmaker, dichter en scenarist Maria Clara Escobar. Het drama volgt het leven van een Braziliaans stel, begin-dertigers, en hun vijfjarige zoontje. Ze leven samen onder één dak, maar de interesse van het stel voor elkaar is vervlogen. Als Laura plotseling verdwenen is, hoort Israël na een tijdje dat zij dood is gevonden in Argentinië. Het IFFR noemt Desterro ‘een oerknal waarin meerdere films verschillende kanten uit geslingerd worden, op weg naar een indringend en verwoestend einde’. Als dit niet dwars klinkt, wat dan wel?

Geïntrigeerd door legendes over een mythisch olifantenkerkhof volgt de Spaanse regisseur Carlos Casas in Cemetery een oude olifant op weg naar zijn laatste rustplaats. Stropers die het op het dier hebben gemunt, komen onderweg op mysterieuze wijze om het leven. Het festival spreekt van ‘een experimentele filmervaring, waarbij de zoektocht diverse stadia van de dood doorloopt en beelden beginnen weg te vallen, om de kijker uiteindelijk achter te laten in een akoestisch landschap’. Om te ervaren wat dit betekent, moet je de film zien (en horen).

Fellwechselzeit

Het speelfilmdebuut Fellwechselzeit (‘ruitijd’) van de Duitse Sabrina Mertens speelt zich af in de jaren zeventig. Het psychodrama portretteert een meisje dat met haar mentaal instabiele moeder en onverschillige vader afgesneden van de buitenwereld woont. De film toont de gezinssituatie in minutenlange, zorgvuldig gekadreerde tableaus met veel oog voor ogenschijnlijk onbelangrijke details. Duidelijk is dat het onder de oppervlakte goed mis is in dit gezin.

Krabi, 2562 tenslotte is een samenwerkingsproject van de Britse kunstenaar en filmmaker Ben Rivers en de Thaise filmmaker Anocha Suwichakornpong. De film portretteert het Thaise kuststadje Krabi, gezien door de ogen van een vrouw, die zichzelf telkens anders voorstelt en afstandelijk kennis neemt van de lokale geschiedenis en verhalen van bewoners. Deels documentaire, deels fictie lopen heden en verleden op mild surrealistische wijze in elkaar over. Klinkt ook best dwars.


‘Dag van de dwarse film’, 2 februari van 11.00 uur t/m 22.00 uur in Eye en Kino.