Focus: Belgisch Filmfestival
Le passé devant nous
Beter een goede buur dan een verre vriend. Dat geldt ook in de filmwereld, dus is het zinvol om te weten wat er zoal aan films in België worden gemaakt. Een goed overzicht is te zien op alweer de vierde editie van het Belgisch Filmfestival, dat met medewerking van de VPRO van 8 t/m 11 juni in het Louis Hartlooper Complex wordt gehouden.
Te zien zijn acht speelfilms en een tv-serie uit Wallonië én Vlaanderen, want de taalstrijd speelt op het festival geen rol. Jammer dat zes van de acht films al in Nederland te zien waren of nu te zien zijn, zodat het festival vooral handig is voor iedereen die films wil inhalen. Het festival opent met My First Highway, dat wel een Nederlandse première is. In de debuutfilm van Kevin Meul loopt een liefdesverhouding van twee tieners op vakantie in Spanje danig uit de hand. De Vlaamse krant De Morgen oordeelde: ‘een debuut om u tegen te zeggen’. Al even jubelend (‘intens, poëtische en sensueel’) is deze krant over Le passé devant nous van Nathalie Teirlinck. Het drama, dat ook nog niet in Nederland was te zien, voert een escortgirl op die na het overlijden van haar ex plotseling voor haar zesjarige kind moet zorgen. De zes overige films zijn geen premières. Het zijn Souvenir (Bafo Defurne), King of the Belgians (Jessica Woodworth en Peter Brosens), Le Ciel Flamand (Peter Monsaert), Home (Fien Troch), Raw (Julia Ducournau) en Sprakeloos (Hilde Van Mieghem). Wel een première is de zes keer 25 minuten durende tv-serie Clinch (Herwig Ilegems). Daarin belanden steeds dezelfde drie personages in pijnlijke situaties, met als gevolg tragikomische verwikkelingen.