Focus: Arab Film Festival in Den Haag

Sawah

Het Arab Film Festival heeft zijn standplaats in Rotterdam, maar van 25 t/m 27 oktober is er een filiaaleditie in Den Haag. Het festival sluit de ogen niet voor politieke repressie en oorlogsellende in Arabische landen, maar toont met fictie- en documentairefilms vooral de culturele diversiteit en levenslust in de Arabische wereld.

Hoe kom je in Luxemburg terecht? Als de ouders van regisseur Adolf El Assal – curieuze voornaam – ruim dertig jaar geleden op een rondreis door Europa Brussel niet met de stad Luxemburg hadden verward, woonden zij met hun zoon misschien nog steeds in Egypte, hun thuisland. Het liep anders doordat zij tijdens hun Europese reis met Adolf per abuis in Luxemburg in plaats van het geplande Brussel uit de trein stapten. Zij werden verliefd op het land en bleven er. De curieuze vergissing leverde El Assal de inspiratie voor Sawah, waarmee de Haagse editie van het Arab Film Festival 25 oktober in Filmhuis Dakota opent. In de komedie met een serieuze ondertoon vliegt een jonge Egyptische DJ naar Brussel voor een DJ-kampioenschap. De jongen belandt in een kafkaëske wereld als het vliegtuig door een Belgische staking moet uitwijken naar Luxemburg en hij op de luchthaven zijn identiteitspapieren verloren blijkt te zijn. De beambten zien hem aan voor een illegale vluchteling, waarna een lange weg vol misverstanden begint om hen te overtuigen van zijn identiteit. Het gegeven had een loodzwaar drama kunnen opleveren, maar El Assal heeft het lichtvoetig gehouden: “Ik heb het geluk dat ik mijn persoonlijke ervaringen kan gebruiken voor grappige situaties en een andere kant van Luxemburg kan laten zien.”

Naast Sawah vertoont het festival in Filmhuis Dakota op 26 oktober nog drie films. Het Marokkaanse Urgent (Mohcine Besri) bekritiseert de falende Marokkaanse ziekenhuiswereld aan de hand van twee patiënten die acute hulp nodig hebben, maar die niet krijgen. Het kost weinig moeite om het slecht functionerende ziekenhuis als metafoor te zien voor de Marokkaanse maatschappij. In de duizenden jaren geleden spelende, met vele internationale prijzen bekroonde animatie Bilal (Khurram A. Alavi en Ayman Jamal) worden een jongen en zijn zusje ontvoerd, waarna de knul op zoek gaat naar vrijheid. In het Egyptische drama The Guest (Hadi El Bagoury) leidt het meebrengen door een tiener van een vriendje naar haar huis tot komische en thrillerachtige situaties met haar ouders.

Op 27 oktober verhuist het festival van Filmhuis Dakota naar Filmhuis Den Haag, dat ook drie films vertoont. De animatie The Tower (Mats Grorud) portretteert een elfjarig meisje in een Palestijns vluchtelingenkamp in Beiroet, dat op zoek gaat naar het tragische verleden van haar familie. Het Tunesische drama Look at Me (Nejib Belkadhi) wordt in Marseille een Tunesische migrant, die zijn vrouw en autistische zoon in Tunesië in de steek heeft gelaten, geconfronteerd met de vraag of hij zijn verantwoordelijkheid neemt en terug gaat naar Tunesië om zich over zijn zoon te ontfermen als zijn vrouw een beroerte heeft gehad.

When Arabs Danced

Hoe Arabische kunstenaars reageren op het moslimradicalisme is te zien in de documentaire When Arabs Danced van de Marokkaans-Belgische Jawad Rhalib. Er staat niet per ongeluk ‘danced’, want de moeder van de maker was in Marokko buikdanseres tot deze sensuele lichaamsexpressie door moslimfundamentalisten als schunnig in de ban werd gedaan. In de woorden van de festivalorganisatoren “onderzoekt de film hoe het islamitische fascisme de vrijheid, creativiteit en alle vooruitstrevende waarden van de Arabische samenleving heeft verstikt.”

Eindigt het festival toch nog met repressie. Maar dat kan ook moeilijk anders met de treurige stand van zaken in veel Arabische landen.


arabfilmfestival.nl