Nawi
Een westerse sluier over de lens
Nawi
Dit gekunstelde portret van een dertienjarige Keniaanse kindbruid roept vooral vragen op over de intenties van de makers.
“Zestig schapen, acht kamelen en honderd geiten, dat ben ik.” De dertienjarige Nawi (Michelle Lemuya Ikeny) zinspeelt in de openingsscène van Nawi op de bruidsschat, die haar vader ontvangt zodra ze in het huwelijk treedt met de minstens twee decennia oudere Shadrack.
Zo’n kindhuwelijk is eigenlijk verboden in Kenia, maar in de regio Turkana, waar Nawi zich afspeelt, komt dit gebruik nog veel voor. Nawi, die een uitzonderlijk hoge score haalde op haar eindexamen, heeft evenwel andere plannen. Ze wil naar Nairobi, om daar een vervolgopleiding te volgen.
In de voice-over prevelt Nawi over haar toekomstdroom: “Ik wil als ik groot ben een stem hebben.” Dat is overduidelijk wat de makers met deze film beogen: de tiener en haar lotgenoten ‘een stem geven’, ware het niet dat deze uitdrukking achterhaald is. Het zijn steevast westerlingen die vanuit hun bevoorrechte positie bepalen welke gemarginaliseerde groep zo’n ‘stem’ krijgt. Dat is ook in Nawi het geval. De Duitse broers Toby en Kevin Schmutzler, die al jaren speelden met het idee om dit onderwerp te verfilmen, staan aan de basis van de film.
In een interview met The Film Verdict vertelt Toby Schmutzler dat hij en zijn broer “als witte Europeanen geen authentiek verhaal konden vinden”. Dus werd er in samenspraak met een ngo een schrijfwedstrijd uitgeschreven die werd gewonnen door de Keniaanse Milcah Cherotic. Daarnaast besloten de Schmutzlers – die het script stroomlijnden – de film samen met twee Keniaanse vrouwen, Apuu Mourine en Vallentine Chelluget, te regisseren. Om op de set ook een Keniaans perspectief op de zaken te hebben.
Ondanks deze kunstgrepen krijg je gaandeweg het idee dat er een westerse sluier over de lens is gedrapeerd. Zo worden de verhoudingen tussen vrouwen en mannen nogal eendimensionaal verbeeld: mannen zijn monsters die stug vasthouden aan hun barbaarse rituelen; vrouwen snakken naar verandering maar de durf ontbreekt. Er mankeert meer aan de film: veel scènes ogen als gekunstelde toneelstukjes, met personages die elkaar netjes laten uitspreken. Clichématig gezang, begeleid door generiek getrommel, klinkt onder vrijwel de hele film. En Shadrack, die wordt afgebeeld als een cartooneske bad guy, had niet misstaan in een Disney-film.
Nawi ontaardt al snel in een zielloze simulatie van het leven in Turkana. Eigenlijk komt dat niet als een verrassing. De film bewijst eens te meer dat de vraag wie het verhaal verfilmt minstens zo belangrijk is als de vraag wie het heeft geschreven.