Focus: Pim de la Parra’s debuutfilm Megalopolis I

Uniek vergeten tijdsdocument

Megalopolis I

De vorig jaar overleden Pim de la Parra kennen we van vele minimal movies, Blue Movie en Wan pipel. Nauwelijks bekend is zijn studentenfilm Megalopolis I uit 1963. Eye presenteert op 28 november eenmalig dit unieke tijdsdocument waarin een Surinaamse schrijver door Amsterdam zwerft. Met inleiding.

Hoe maak je het leven van een migrant voelbaar? En niet zomaar een migrant, maar een man die migreert naar het land dat de kolonisator is van het land waarin hij opgroeide?

In de één uur durende zwart-witfilm Megalopolis I volgen we een Surinaamse schrijver op een zwerftocht door Amsterdam. We zien hem op drie verschillende dagen. Als eerste op de dag van de parlementsverkiezingen. In de stad hangen verkiezingsaffiches (“PSP socialisme zonder atoombom”) en ondertussen horen we in een monologue intérieur de overpeinzingen van de schrijver. Ontheemd en vervreemd zijn de woorden die bij zijn gemoedstoestand passen. Dat hij zegt niet te zullen gaan stemmen (“Ik ben alleen met mijn stem”) accentueert zijn positie als buitenstaander. Dat hij met vrienden een tijdschrift wil gaan uitgeven en een film wil maken, verraadt de autobiografische inspiratie van de film.

De la Parra was als twintigjarige in 1960 naar Nederland gekomen en vond er niet meteen zijn draai. Hij studeerde een blauwe maandag politieke en sociale wetenschappen, maar maakte al snel de overstap naar de Filmacademie. Toen hij Megalopolis I maakte, zat hij in het tweede jaar van de opleiding. In de film, die op het legendarische studentenfilmfestival Cinestud draaide, zit al een grappige verwijzing naar het filmtijdschrift Skoop, dat De la Parra met anderen een jaar later zou beginnen: “Industriëlen en andere rijkaards wijzen wij op ons gironummer.”

Autobiografisch is de film ongetwijfeld ook voor de Surinaamse schrijver en journalist Rudi Kross, die de schrijver in de film speelt. Vrijwel zeker heeft Kross, die een scherp oog had voor het Nederlandse kolonialisme, ook de monologue intérieur geschreven.

De tweede dag waarin de film de schrijver volgt is de Keti Koti-feestdag. De man loopt mee in een optocht, maar ook hier blijft hij een buitenstaander en observator, die zich niet thuisvoelt in Nederland. Amsterdam “is een afschuwelijke stad die je aankijkt”. Ook hekelt hij de Nederlandse “afschuwelijke onverschilligheid waarmee je over mijn leven en dat van miljoenen anderen beslist”. En: “Ieder huis is hier voor ons een voorlopig huis.”

Op de derde dag zien we de schrijver bij een demonstratie van een groepje Surinamers in Den Haag voor de Surinaamse ambassade. Waarvoor of -tegen zij demonstreren is niet duidelijk, maar politieagenten verhinderen dat de groep naar binnen kan, waarna de demonstrantie overgaat in een sit-down-protest. Op de geluidsband horen we geluidsfragmenten uit speeches van Fidel Castro. De film eindigt met opnamen in de kamer van de schrijver. Hij leest de communistische krant De waarheid en we zien een boek over Guatanamo Bay: “The imperialist outpost in the heart of Cuba.” Ook blijkt hij een vriendin te hebben, maar zijn ontheemding en vervreemding lijkt een gelukkige relatie in de weg te staan.

De la Parra’s debuutfilm is rommelig en de geluidsband is soms niet te verstaan, maar ruim zestig jaar na dato is het een uniek tijdsdocument. Zowel van Amsterdam als van opvattingen over filmmaken. De la Parra heeft zich duidelijk laten inspireren door de Nouvelle Vague. De film oogt spontaan, losjes en documentair. Het is vast geen toeval dat we op de gevel van bioscoop De Uitkijk de aankondiging zien van Jean-Luc Godards Vivre sa vie.

Bij de eenmalige vertoning in Eye op 28 november wordt Megalopolis I ingeleid door filmjournalist André Waardenburg en Eye-curator Lou Burkart. Aan de hand van archiefmateriaal bieden zij inzicht in de achtergrond van de film en de politieke gebeurtenissen die er een rol in spelen.


Megalopolis I | 28 november 2025 | Eye Filmmuseum, Amsterdam | Ook gratis te zien op de Eye Film Player