De pupil
Confronterend gewoontjes
De pupil
Bijna terloops vindt het misbruik plaats, tussen een punt pizza en potje gamen door. De pupil is een invoelend drama over grooming, manipulatie en gezien willen worden.
De twaalfjarige Daan (Bart de Wilde) is gek van voetbal zoals alleen jongens van twaalf dat kunnen zijn. En hij heeft er talent voor, aldus zijn trainer Ries (Gijs Naber). Ries neemt Bart mee naar Vitesse, koopt broodjes kroket voor hem en helpt hem met zijn spreekbeurt. In Ries vindt Daan een vaderfiguur die hij thuis, in een gezin met drie broers, vaak moet missen.
Langzaam bouwt regisseur/scenarist Karin Junger de relatie tussen Daan en Ries uit. Langzaam zie je ook een steeds grijzer gebied ontstaan: Ries die Daan tijdens het schoonmaken van de voetbaldouches aanmoedigt zijn shirt uit te trekken; Ries die Daan thuis uitnodigt. Tot het moment dat de grens zonder meer overschreden wordt.
De pupil is losjes gebaseerd op het autobiografische boek Je ogen verraden je (2011) van Steven van der Hoeven, waarin hij verslag doet van hoe hij als kind door zijn voetbaltrainer seksueel is misbruikt. Een verhaal over de subtiele werking van grooming. En over hoe het slachtoffer al snel vastzit in een verwarrend web van schuldgevoel en schaamte waarin praten onmogelijk is.
Junger wilde met De pupil voorbij de monster-slachtoffer-dichotomie, vertelde ze eerder in een interview met Filmkrant. In Trouw noemde ze Ted van Lieshout als inspiratiebron. Van Lieshout verkent in zijn autobiografische roman Mijn meneer (2012) de ongemakkelijke meerduidigheid van een misbruikrelatie door zijn hoofdpersoon (zijn jongere zelf) niet tot zijn slachtofferschap te reduceren maar een zekere autonomie toe te staan. In Mijn meneer is misbruik misbruik, maar niet alléén misbruik.
Zo ambivalent wordt De pupil niet. Daarvoor leent de observerende aard van het medium film zich waarschijnlijk ook gewoon minder goed dan de introspectie van literatuur. De titels verklappen het al: Mijn meneer is geschreven vanuit het perspectief van een kind, in De pupil kijken we uiteindelijk met de afstandelijke ogen van een buitenstaander. En wat we dan zien in Ries’ toenadering tot Daan is berekenend roofdierengedrag.
Dat neemt niet weg dat Gijs Naber een overtuigend personage van vlees en bloed speelt. Confronterend gewoontjes. Het misbruik vindt bijna terloops plaats, tussen een punt pizza en een potje gamen door. Nog knapper is de weerbarstige debuutrol van Bart de Wilde, die als Daan steeds verder in zichzelf gekeerd raakt. “Je weet toch dat je ons alles kunt vertellen”, zegt zijn moeder (Hadewych Minis) op een gegeven moment tegen hem. Invoelend laat De pupil zien waarom dat dus zo vaak niet kan.