Zooifilms

‘Tom Hardy zat erin dus ik keek toch’

The Gorge

Door de overvloed aan streaming-producties lijkt een zeker type zooifilm te ontstaan: slap scenario, slechte belichting, saaie cameravoering, goedkope visuele effecten plus één steracteur.

“Wauw, de CGI in deze film leidt ongelofelijk af: viel het anderen ook op dat die bij elke achtervolging in Playstation-graphics veranderden? […] Plastic visuele effecten. Maar Tom Hardy zat erin dus ik heb toch gekeken.”

Dit Reddit-commentaar over de recente Netflix-film Havoc verwoordt perfect het type ‘zooi’-films die, als we even niet opletten, van de lopende band zullen rollen. Zeker als scenario’s door AI bij elkaar gerommeld worden. Hardy zal het weinig kunnen schelen. Hij kreeg ruim twaalf miljoen dollar voor de rol.

Netflix heeft niet het patent op dit soort films.

Apple’s The Gorge trakteerde de kijker onlangs op een net iets andere, maar ergens toch ook weer precies dezelfde wanstaltigheid: slap verhaal, beroerde visuele effecten en een bekende naam om kijkers te lokken.

Acteurs Anya Taylor-Joy en Miles Teller bewaken als beste scherpschutters van hun land een jaar lang hun eigen kant van een enorme kloof in een of ander doemlandschap. Beneden ligt een vreselijk geheim verborgen. Deze situatie bestaat al decennialang. Elk jaar nadat ze zijn vervangen, worden deze beste scherpschutters van het land door hun regimes vervolgens geliquideerd. Want natuurlijk.

Maar zover is het nog niet. Na een tijdje heen en weer te hebben gekeken door verrekijkers gaan ze via een koord bij elkaar dineren (vraag maar niets) en ontstaat er een liefdesrelatie terwijl waardeloze cgi-monsters uit de kloof omhoog proberen te klimmen. Vanzelfsprekend gaat er iets heel erg mis. De een valt in de kloof, de ander springt er achteraan en samen ontdekken ze op de bodem van de kloof de derde acte van het verhaal, die weinig kijkers iets zal kunnen schelen. Deze willekeurige verzameling situaties kostte tussen de 50 en 70 miljoen dollar om te maken.

In zijn uitgebreide analyse Why Netflix looks like that schrijft auteur Will Tavlin recent in N+1 Magazine: “Al snel begon zich een bepaalde stijl af te tekenen, een geestdodende anticinema die iedere Netflix-kijker zal herkennen. Ik noem het de Typische Netflix Film (TNF). Visueel lijkt het door een algoritme in elkaar gezet. (…) De editors van dit soort films lijken het te hebben opgegeven. (…) De belichting is verschrikkelijk.” Komt nog bij: 1) dialogen die verzuipen in uitleggerigheid, waarbij onder meer herhaaldelijk letterlijk wordt uitgesproken wat een personage doet of van plan is te doen 2) dialogen die moeten voorkomen dat de kijker ook maar een seconde zelf moet nadenken, door een personage alles wat we net hebben gezien nog even hardop te laten samenvatten of er vragen over te laten stellen aan een ander personage. In de trant van: “Ja, ik ben misschien simpel, maar bedoel je dat…”.

Het zou allemaal niet zo’n punt zijn als tegenover TNF genoeg bezielde films en series blijven bestaan. De signalen zijn niet gunstig. Tavlin beschrijft in het artikel hoe de antimarketingstrategie van Netflix, gecombineerd met een ‘genoeg van alles aanbieden zodat we iedereen verleiden’ als het om types films en series gaat, leidt tot een overaanbod van middelmaat. Dat films en series überhaupt het resultaat zijn van een groepsinspanning is toch al niet meer zichtbaar op de streamer, omdat het heel makkelijk is om de credits te vermijden. Dat is in het grotere verhaal misschien een detail, maar het is wel tekenend voor de anonimisering van films en series: het hele idee van een persoonlijke signatuur van makers verdwijnt dan. Ook al is er op dit moment nog steeds veel goeds te zien op streamingdiensten, AI zal het steeds verleidelijker maken om voor die strategie van de laagste gemene deler te kiezen. Als je voor de kosten van één ambachtelijk gemaakte, goed uitgedachte film met hoogwaardig production design tien prutfilms kunt maken, waarvan er vervolgens één scoort omdat het publiek inmiddels murw is geslagen en het allemaal wel best vindt, dan kun je je streamingdienst lekker snel vullen én verdien je nog ook.

Hoe garanderen we dan dat er genoeg ambachtelijke kwaliteit blijft bestaan tegenover Typische Netflix Films? Die macht ligt bij studio’s, streamingdiensten en nationale politiek. Uiteindelijk zou die macht bij kijkers en hun kijkgedrag moeten liggen, maar kijkgedrag is zelden een waarborg gebleken voor kwaliteit. Want “Tom Hardy zat erin dus ik heb toch gekeken”. Waar de macht in dit systeem niet ligt, is bij makers, die steeds minder prominent aanwezig zijn.

Het is niet dat andere streamers de strategie van Netflix precies zullen kopiëren, maar wat Netflix en het Amerikaanse marktsysteem wel exporteren is de devaluatie van cultuur: elke uiting van cultuur reduceren tot product, elke intrinsieke waarde ondergeschikt maken aan marktwaarde. Een proces dat onvermijdelijk leidt naar een cultuur van de laagste gemene deler. Met of zonder Tom Hardy.

Het probleem is: hier iets tegen doen vraagt politieke visie en daadkracht, zoals Frankrijk laat zien met ‘l’exception culturelle’ (waarin cultuur wettelijk anders wordt beschouwd dan doorsnee verhandelbare producten zoals tandpasta en tupperware), terwijl nietsdoen alle cultuur vanzelf reduceert tot handel.