Dansplaining #55

Het gevaar van media­monopolies

The Goebbels Experiment

Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen naar verborgen betekenissen en geheime kamers van de filmgeschiedenis.

De hele wereld schrok ervan: na de moord op de extreemrechtse Charlie Kirk besloot de Amerikaanse televisiezender ABC om komiek Jimmy Kimmel voor onbepaalde tijd van de buis te halen. Enkele dagen later kwam ABC op zijn besluit terug. Kimmel had zich de woede van de MAGA-beweging op de hals gehaald door in zijn dagelijkse talkshow te suggereren dat de moordenaar uit hun eigen gelederen kwam. De gevolgen zeggen, meer dan over de opgelaaide discussie rondom cancelcultuur, iets over het gevaar van mediamonopolies.

Om de huidige staat van massamedia te begrijpen, moeten we terug in de tijd. In de twintigste eeuw werd het moderne leven steeds meer bepaald door de razendsnelle opkomst van massamedia. Kranten, radio en film vormden samen een informatiesysteem dat onvoorstelbaar veel macht bleek te hebben. Nazi-Duitsland was het meest extreme voorbeeld van de gevaren van geconcentreerde mediamacht: als deze kanalen volledig worden bepaald door een kleine groep met grote financiële en politieke belangen, komen democratische waarden al snel in het gedrang.

Nadat de fascisten waren verslagen, werd het reguleren van mediamacht dan ook een belangrijke prioriteit in westerse democratieën. In rap tempo werden wetten geïntroduceerd die geconcentreerde mediamacht moesten voorkomen. In tegenstelling tot de Oostbloklanden ontstond in het Westen een medialandschap dat uitgesproken, divers, zelfstandig en kritisch mocht zijn – dankzij strikte overheidsregulering die groei aan banden legde.

Dat begon aan het eind van de twintigste eeuw te veranderen. Onder het neoliberalisme werd financiële groei zo belangrijk dat die regulering vanaf de jaren tachtig in westerse landen steeds verder werd teruggeschroefd. Vanaf dat moment was er een explosieve toename van fusies en overnames, waardoor het medialandschap opnieuw in handen kwam van een handvol gigantische conglomeraten.

De grootste daarvan is Disney, de mediagigant die onder andere eigenaar is van ABC. Net als de meeste conglomeraten gaat het Disney niet om het uitdragen van een bepaalde politieke visie, maar om het vergroten van de winst door voortdurende groei. Die groei zit in de eerste plaats in de overname van andere mediabedrijven, waarvoor nog altijd de goedkeuring van de overheid noodzakelijk is. Want ook al wordt regulering over monopolievorming meestal niet gehandhaafd, het kan nog altijd worden ingezet.

En dat is precies wat we nu meemaken. De Trump-regering wil net als elk autoritair regime alle prominente critici de mond snoeren. Juridisch gezien kunnen ze komieken als Jimmy Kimmel en Stephen Colbert niet censureren, maar ze kunnen wel druk uitoefenen op geplande fusies. Zo leren we opnieuw waarom het zo belangrijk is om mediamonopolies te voorkomen. Zonder diverse, zelfstandige en kritische media zetten we uiteindelijk onze democratie op het spel – en daarmee onze vrijheid.

Geschreven door Dan Hassler-Forest