Nieuwe gezichten: Halina Reijn

Zoveel keuzes

Îles flottantes

In een reeks interviews met nieuwe Nederlandse filmgezichten deze maand Halina Reijn, binnenkort te zien in Îles flottantes en Zus & zo. “Waar doe ik het eigenlijk voor? Als je erover na gaat denken, slaat het helemaal nergens op.”

Op haar zevende besloot Halina Reijn dat ze een kindsterretje zou worden. “Ieder jaar op mijn verjaardag was ik boos, omdat ik weer een jaar ouder was geworden en het nog steeds niet was gelukt.”

Aanleiding voor die ambitie was de film Annie, waar ze door een oppas mee naar toe was genomen. Een indrukwekkende gebeurtenis: “Ik ben opgevoed in een antroposofisch kunstenaarsgezin. We hadden geen televisie en we gingen ook niet naar de bioscoop. Toen ik Annie zag dacht ik: dat wil ik ook. Ik was erg jaloers op haar.”

Veel meisjes zullen destijds hetzelfde hebben gedacht, maar Halina Reijn voegde de daad bij de droom en nam vanaf haar elfde deel aan de Vooropleiding Theater in Groningen. “Een vrij serieuze jeugdopleiding, met een zware selectie. Iedere middag kregen we les en moesten we repeteren.” Terwijl ze nog op school zat, speelde ze rollen in tv-series als Coverstory, 12 steden, 13 ongelukken en de comedyserie Pril geluk.

Inmiddels is de 25-jarige Reijn allang geen kind meer, maar nog jong en hard op weg een echte ster te worden. In haar tweede jaar werd ze van de toneelschool Maastricht geplukt om Ophelia te spelen in Hamlet van De Trust. Artistiek leider Theu Boermans vroeg haar vervolgens bij het gezelschap te blijven. Ze speelde met Jacob Derwig in Shopping & Fucking van Mark Ravenhill, was een dienstmeisje in Adel Blank van Alex van Warmerdam, speelde de pornografische muze Cicciolina in Rainald Goetz’ Jeff Koons, en repeteert nu voor de titelrol in Frank Wedekinds Lulu.

Ondertussen werkt ze ook aan een filmcarrière; in Îles flottantes van Nanouk Leopold, de Nederlandse kandidaat voor een Tiger Award op het Filmfestival Rotterdam, speelt Reijn haar eerste hoofdrol in een bioscoopfilm, nadat ze eerder in verschillende single plays en telefilms te zien was. Ook de opnamen van Zus & zo, de derde speelfilm van Paula van der Oest, zijn achter de rug; de film zal in september worden uitgebracht. Later dit jaar beginnen de opnamen voor Grimm van Alex van Warmerdam, waarin ze samen met Jacob Derwig de hoofdrol speelt.

“Het is moeilijk te combineren, want een theaterseizoen wordt lang van tevoren gepland, terwijl films meestal op korte termijn gedraaid moeten worden. Daarom zeg ik ook veel af. Ik doe alleen wat ik echt bijzonder vind. Het scenario van Îles flottantes sprak me erg aan, omdat het over onze generatie gaat en daar een heel mooi beeld van geeft. Vol humor, maar ook met verdriet.”

Iets met mensen
Îles flottantes gaat over drie vriendinnen van rond de dertig jaar, die zo op het oog maar wat aanklungelen in het leven. Vooral Kaat (gespeeld door Maria Kraakman) maakt het bont: ze gaat vreemd met de vriend van haar vriendin, is werkloos en heeft geen enkel vastomlijnd toekomstplan.

Halina Reijn. Foto: André Bakker

Reijn: “Wanneer Kaat uiteindelijk op het arbeidsbureau zit en ze haar vragen wat voor werk ze zou willen doen, zegt ze: ‘iets met mensen’. Dat vind ik de mooiste zin uit de film. Hoe vaak hoor je dat niet zeggen? Het is de decadentie van deze tijd: we hebben zoveel keuzes, maar niets om voor te vechten. Alles kan, er is geld genoeg, maar daardoor ontstaat ook apathie. Er zijn geen idealen meer, alles wordt kapotgerelativeerd. Dat maakt het moeilijk een zinvolle invulling van je bestaan te vinden, terwijl de druk wel hoog is, want de maatschappij is ontzettend prestatiegericht. Îles flottantes gaat in wezen over de zoektocht naar de zin van het bestaan. Het klinkt zwaar, maar Nanouk heeft het in een vorm gegoten die transparant en verteerbaar is.”

In de film speelt Reijn een kunstenares, die weliswaar weinig succesvol is, maar in ieder geval één ding voorheeft op haar vriendinnen: ze heeft een passie. Net als de actrice zelf. “Toch kan ik me wel herkennen in die stuurloze, zoekende types. Ik zie ze overal om me heen, en ik snap het ook. Ik heb zelf het geluk gehad dat ik een talent heb, maar dat is puur toeval; je moet het wel onderhouden, maar het is niet iets om jezelf over op de borst te kloppen. Bovendien vraag ik me net zo goed af of dit het nou is, of er niet meer is in het leven. Toneelspelen holt je op een gegeven moment uit, want je bent altijd bezig met het hersenspinsel van iemand anders. Ik zou ook wel eens een idee van de grond af willen opbouwen. De onvrede over de leegte van het bestaan, die komt bij veel kunstenaars natuurlijk net zo hard aan.”

Thuisbasis
“Ik wil graag theater en film blijven combineren. Het moeilijke aan toneel vind ik het lange spelen; honderd keer een voorstelling doen, dat valt me heel erg zwaar. Aan de andere kant heb ik bij toneel meer het idee dat ik invloed uitoefen op het resultaat, terwijl ik bij film maar een heel klein onderdeel ben van een gigantisch geheel. Daar komt bij dat ik deel uitmaak van een vast gezelschap, waardoor er op het toneel altijd rollen voor me gezocht zullen worden. Met film moet ik maar net het geluk hebben dat iemand mij wil hebben, want er zijn heel veel goede jonge actrices in Nederland, en weinig interessante vrouwenrollen.”

“Voorlopig blijf ik dus wel bij de Theatercompagnie [de nieuwe naam van De Trust sinds de fusie met Art & Pro, PK]. Het is een interessante tijd; door de fusie is er veel beweging, en waar beweging is, is ook ruimte voor verandering en groei. Wat ik ook belangrijk vind is dat ik daar niet alleen maar acteur ben; ik heb een jaar in de artistieke raad gezeten, dat betekent dat je meebeslist, dat je nadenkt over het hele bedrijf.”

“We zijn echt een collectief, tot het moment dat we de vloer opgaan om te repeteren, want dan is Theu de baas. Hij is een regisseur die je heel erg aan de hand neemt; hij laat je geen scène uitspelen, na één zin breekt hij al in. Ook daarom vind ik het belangrijk dat ik met andere regisseurs kan werken. Ik wil niet alleen door Theu gevormd worden. Dat weet hij ook, en daar is ruimte voor. Het is lekker om een vaste plek te hebben, maar je moet af en toe weg kunnen. Een thuisbasis met uitvliegmogelijkheden.”

Spiegel
“Zowel voor film als toneel geldt dat ik me de helft van de tijd afvraag: voor wie doe ik het eigenlijk? Nederlanders gaan gemiddeld anderhalf keer per jaar naar de film, en iets meer dan één procent gaat naar het theater. Dat vind ik wel raar aan dit vak. Je moet zelf wel erg goed weten waar je het voor doet, want als je erover na gaat denken, slaat het helemaal nergens op.”

“Natuurlijk is het belangrijk om publiek te hebben. We zijn een gesubsidieerde bedrijfstak, ik ben eigenlijk een ambtenaar, ik word betaald met belastinggeld. Dat vind ik nogal wat. Dan moet je ook kunnen motiveren waarom je dingen doet, en je best doen om publiek in de zaal te krijgen. Ik hou niet van kunst met een grote K, van de arrogantie die daarbij hoort. Je moet je altijd afvragen: waarom maak ik dit? Wat is de noodzaak van dit verhaal? Kunst hoeft niet per se een boodschap te hebben, maar je hebt wel een taak: de samenleving een spiegel voor te houden. Zoals Nanouk doet in Îles flottantes.”

“Zelf probeer ik mijn vak te legitimeren door goed te selecteren wat ik wel en niet doe. Als een scenario mij boeit en ik vind het een belangwekkend verhaal, dan wil ik mijn handtekening er wel onder zetten en een middel zijn voor de regisseur om het zo goed mogelijk te realiseren. Ik doe geen commercials en wil ook niet terechtkomen in een serie met politiemannen.”

“Aan de andere kant moet je natuurlijk ook eerlijk kunnen zeggen: ik vind het gewoon geil om op het toneel te staan. Acteren doe je ook omdat je er plezier uit put, omdat je ijdel bent en graag aandacht krijgt. De lol hoeft niet ontkracht te worden; je moet ook accepteren dat je ijdel en ambitieus bent en die gevoelens herkennen, zodat je niet in de val trapt en heel onzeker en jaloers wordt. Want dat ligt altijd op de loer, omdat het nu eenmaal een onzeker beroep is.”

“Ik heb nog steeds last van zenuwen, zeker nu ik weer een grote rol ga spelen als Lulu. Tot nu toe heb ik bijna alleen maar lovende recensies gehad, maar dat geeft geen rust; bij ieder volgend project denk ik alleen maar: o god, nu moet ik daar weer overheen, nu moet ik nog meer mijn best doen, anders val ik door de mand. Volgens mij is het wel prettig als je eens een keer flink neergesabeld wordt. Dan weet je ook wat dat is, en waarschijnlijk is het niet eens zo erg. Uiteindelijk is het toch belangrijker wat mijn moeder ervan vindt.”