Focus: Zomer in Cavia
J’irai comme un cheval fou
Filmhuis Cavia doet niet aan vakantie en houdt de deuren gewoon open. Naast de reguliere programmering doet het ook iets bijzonders: de vier Cavia-programmeurs presenteren onder het motto Cavia Summer Club elk een gratis toegankelijke avond met hun filmvoorkeur. Wat er precies te zien zal zijn, wordt pas op de avonden zelf duidelijk, maar de titels van de programma’s onthullen het een en ander.
Zo hoef je geen paragnost te zijn om te weten dat op 5 juli in Cavia’s Summer Club #1: A French Summer Franse films te zien zullen zijn. In Cavia’s Summer Club #2: Martha Colburn (14 juli) draait het uiteraard om het werk van de Amerikaanse, in Amsterdam werkende filmmaker en mediakunstenaar, die een voorliefde heeft voor super8 en animatie. In Cavia’s Summer Club #3: I will walk like a crazy horse is de speelfilm J’irai comme un cheval fou (1973) van de Spaanse schrijver, essayist en filmmaker Fernando Arrabal te zien. Het surrealistische shockdrama (incest, kannibalisme, fecaliën) neemt onder meer sociale hypocrisie en religie op de korrel. De reeks besluit 18 juli met Cavia’s Summer Club #4: Jaap Pieters, dat zoals de titel al duidelijk maakt gaat over het werk van Jaap Pieters, die zich heeft toegelegd op het maken van korte films over alledaagse onopvallende zaken.
Cavia gaat ook naar buiten in de zomer. Op het dak van Grand-café Het Paviljoen op het Van Beuningenplein zijn twee filmvertoningen. Op 20 juli om 21.30 uur is Carancho (Pablo Trapero, 2010) te zien. Daarin bloeit een onwaarschijnlijke liefde op tussen een advocaat die aan letselschadeclaims verdient en een vrouwelijke ziekenhuisarts. Op 21 juli staat de campkomedie High Heels (Pedro Almodóvar, 1991) op het programma. Daarin krijgt een moeder na vijftien jaar weer contact met haar dochter, die getrouwd blijkt te zijn met het vroegere vriendje van haar moeder. Kom maar binnen Freud!