Focus: Meer flamenco graag!
La Chana
In de jaren tachtig was de flamenco door gebrek aan belangstelling op sterven na dood — Paco de Lucia was de enige gitarist die iedereen kende — maar inmiddels gebruiken jonge gitaristen, zangers en dansers de traditionele flamenco als inspiratiebron voor nieuwe vormen en uitingen.
In Nederland vervulde Ernestina van der Noort tien jaar geleden pionierswerk met de oprichting van de Flamenco Biënnale. Het tweejaarlijkse festival presenteert nieuwe ontwikkelingen in flamencodans en -muziek. Het initiatief sloeg aan, zodat het festival zijn vleugels kon uitslaan. De vijfde Flamenco Biënnale wordt van 13 t/m 29 januari in maar liefst zeven Nederlandse steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Eindhoven, Maastricht en Amersfoort) en één Belgische stad (Antwerpen) gehouden.
Je zou denken dat de filmtheaters in deze steden aansluiten bij de Biënnale met een mooi programma van flamencofilms, maar dat valt tegen. Jammer want alleen al Carlos Saura heeft schitterende, op de flamenco geïnspireerde speelfilms (Bloedbruiloft, Carmen) en flamencodocumentaires (Sevillanas, Flamenco Flamenco) gemaakt. Alleen filmtheater Onze Lieve Vrouw in Arnhem en LantarenVenster in Rotterdam vertonen één film in het kader van de Flamenco Biënnale: La Chana, de publiekswinnaar dit jaar op documentairefestival IDFA. Het is een ontroerend portret van flamencodanseres Antonio Santiago Amador, bijgenaamd La Chana, die in de jaren zestig en zeventig furore maakte. Op het hoogtepunt van haar roem verdween ze uit de schijnwerpers. In de documentaire vertelt ze waarom ze stopte en niet inging op de uitnodiging om naar Hollywood te komen. Dat de zeventigjarige vrouw nog vol passie en geestdrift zit, wordt mooi duidelijk. En ook dat je flamencodansen nooit verleert. Net als fietsen.