Focus: Onze filmbuur

Les premiers, les derniers

Soms vergeten mensen dat je beter een goede buur dan een verre vriend kunt hebben. De Neder­landse en Belgische filmwereld zien weinig films van elkaar, maar dat belet niet om stevige vooroordelen te hebben. Hoe gebrekkiger de kennis, hoe groter de clichés. Het Louis Hartlooper Complex en de VPRO doen daar wat aan met het jaarlijkse Belgisch Film Festival, dat van 9 t/m 12 juni in het LHC wordt gehouden. Dat België door de aanslagen in Brussel in het brandpunt van de actualiteit staat, maakt nog urgenter. VPRO-directeur Lennart van der Meulen noemt het festival in de programmakrant een tikkeltje hoogdravend "een plek waar twee buurlanden elkaar vinden in een dialoog over de rol van identiteit, eigenheid, saamhorigheid, diversiteit en expressie in een stuiterende wereld." Vermeulen heeft hoge verwachtingen van wat film vermag: "Films kijken, praten over beeldtaal, discussiëren over scenario’s, makers vragen naar hun drijfveren, helpt bij het vinden van uitwegen uit de crisis." Wie niet verwacht dat het festival de mondiale wereldproblematiek oplost, kan er in ieder geval terecht voor een fijne selectie Belgische films uit zowel Vlaanderen als Wallonië. Te zien zijn premières van lange en korte films en tv-drama’s, maar ook Belgische films die eerder in Nederland te zien waren, waaronder The Broken Circle Breakdown, Belgica en D’Ardennen. Het festival opent met de roadmovie Les premiers, les derniers van Bouli Lanners. Daarin zoeken twee premiejagers op het Franse platteland naar een mobieltje met gevoelige informatie. Wie het werk van Lanners kent (Eldorado en Les géants zijn ook te zien), weet dat de zoektocht zal uitmonden in tragikomisch absurdisme. Ook een première is de zwartwitfilm Je me tue à le dire, een komedie over een hypochonder, waarmee de Waalse regisseur Xavier Seron op het International Palm Springs Film Festival in Californië de prijs voor beste debuut won. Een Vlaamse premièrefilm is Café Derby, een tragikomedie over een man die in 1985 zijn gezin meesleept in een poging om uit het bezoek van Paus Johannes Paulus II aan België een commercieel slaatje te slaan. Regisseur Lenny van Wersemael is bij de vertoning aanwezig. Aanwezig is ook Vincent Bal (Minoes, Nono, het zigzag kind) bij de vertoning van zijn muziekfilm Brabançonne, waarin een Waals en een Vlaame fanfarekorps met elkaar strijden om een Europese prijs. Naast filmvertoningen zijn er lezingen en gesprekken in onder meer het Literatuurhuis. Zo komt Robin Pront (D’Ardennnen) praten over de actuele Belgische cinema en presenteert de Hogeschool Utrecht een collegetour met cast en crew van het heftige multi-etnische drama Black. Naar aanleiding van Manu Riches Problemski Hotel, de verfilming van Dimitri Verhulsts roman, is er een college over boekverfilmingen.

belgischfilmfestival.nl